De uitbraak
Henk van der Waal
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2010 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12925 |
00/00/0000
Henk van der Waal is een buitenbeentje in het Nederlandstalige poëzielandschap. Als filosoof probeert hij zijn eruditie te combineren met het tactiele en zintuiglijke. Dat leidt soms tot doorwrochte, wellustige en letterlijk langdradige regels, maar vaak ook tot imponerende, beroezende, mijmerende gedichten. De nieuwste dichbundel van Van der Waal, Zelf worden, is één lange incantatie. Dit zijn gedichten als taalslangen die zich wentelen in alle duistere hoekjes van het zijn, op zoek naar de prooi die 'mens' heet.
Reeds in vroegere bundels (zoals De aantochtster) vonden we typografische 'spelletjes' en ook Zelf worden is typografisch opvallend gezet: de titel van elk gedicht wordt twee maal gedrukt, boven het gedicht en in het midden; bovenaan grijs, in het midden zwart. Verder is er ook een soort titelpagina voor elk gedichtenduo, met de titels groot gezet in verschillende grijswaarden. Verdubbeling, spiegeling, cirkeling... het zijn hier dwingende grafische en talige fenomenen waardoor je deze gedichten 'anders' leest, steeds opnieuw.
Van der Waal is hard voor het zelf, voor het povere ik dat zich hopeloos een weg baant in de complexiteit en absurditeit van dit leven. Er is sprake van 'berustende verbazing', 'bloedzuigende ijlte', 'verwrongen ontsteltenis', 'een loomheid die spatie / voor spatie teruggehaald wordt door / de doem van de grond'. Opbeurend is deze poëzie dus niet. De mens is een 'tussenwerpsel' dat zich overgeeft aan 'geparfumeerde melancholie'. Toch is er ook veel zinnelijk genot aanwezig (al is die steeds met een mystiek sausje overgoten): 'de herfstwind blaast toch wel / lucht in de drogreden van je vlees / en de hark harkt toch wel de / lege uren bij elkaar die ervoor / zorgen dat je de woorden die uit / de taal vallen als natte bladeren / tegen de mond voelt plakken'.
Zoals steeds bij Van der Waal vinden we nogal wat neologismen: aanstillen, memsel, tegeefstelster, wezeling, soelaasnemer, huivervloed... Het idioom van deze dichter is plastisch, soms zoekerig en erudiet, wat van de lezer grote concentratie en overgave vraagt.
Zelf worden is een sterke bundel, vol lillende poëzie van een oeverloos denkend dichter. [Danny Dobbelaere]
T. van Deel
Van der Waal (1960) is zowel dichter als filosoof en zijn poëzie getuigt van beide faculteiten: ze is bespiegelend en beeldend tegelijk. De woordkeus en de formulering zijn er op uit om het meest ongrijpbare en ontsnappende aan het leven toch suggestief te betrappen, met woorden als feitelijkheid, wederkerigheid, het wijkende, je complexe wezenlijkheid, wezeling, transcendentie, totaliteit van de materie en dergelijke, - woorden die in deze contekst heel acceptabel worden al zou menigeen ze in poëzie onbruikbaar achten. Het wemelt in deze gedichten van de tegenstellingen, die diepgaand tegen elkaar worden uitgespeeld, zoals in 'het duister / dat een wortelstelsel is dat in je / uittakt, dat vuur is dat in je wakkert, / dat hitte is die de brandstapel zengt / waarop jij gebonden bent als een / door jezelf gedeelde, als een ketter van / je eigen dogma, als een soelaasnemer / van heden die is afgelegd op / het schrille spijkerbed van de taal'. Gemakkelijk maakt Van der Waal het zijn lezers niet, maar wie beseft dat 'zelf worden' niet vanzelf gaat en moeite, denk- en dichtmoeite kost, zal graag verder willen doordringen in dit poëtische proces van zelfkennis. De bundel eindigt met een intrigerend samenspel tussen tekst en beeld.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.