De uitbraak
Henk van der Waal
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Em. Querido's Uitgeverij, 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : VAND |
Paul Demets
2/ei/23 m
In zijn werk gaat Henk van der Waal op zoek naar de grond van het bestaan. Vorig jaar publiceerde hij het bijzondere boek Mystiek voor goddelozen. Daarin peilt hij naar de plaats van het individu binnen het zijn en stelt hij de vragen wat het betekent dat we hier maar tijdelijk zijn en hoe we dan in de tijd zijn. Van der Waal heeft het over 'tijdbloei': de tijd is een bloeiend verhaal. We moeten, zegt hij, durven openstaan voor het 'oergift', voor de 'ijle koestering' die ons vanuit het mystieke toevalt.
Dezelfde visie spreekt, maar nog literairder verwoord, uit zijn nieuwe bundel Door alle harten wit te kalken. In zijn essayistische gedichten, verdeeld over tien zangen, vol eigenzinnige zinswendingen en in een afwisseling van concrete beelden en abstraherende gedachten, reflecteert Van der Waal over de tijd, over zelfvergiffenis, over de wil en over andere onderwerpen. Van der Waal benadert ze, tast ze af en plaatst ze in perspectief, zonder dat hij dit invult. Hij tilt ons op uit de banale werkelijkheid en laat ons aan het mystieke raken zonder het te kunnen bereiken, want 'je beseft ineens / dat de taal der mensen in die zin / gelijk heeft dat beseffen pas echt beseffen is / als je de wederkerigheid van je / verblijf zodanig opdrijft / dat ze vervluchtigt.' Henk van der Waal toont zich hier weer als de dichter van de tastende taal.
Querido, 72 p., 16,99 euro.
Albert Hagenaars
De dichter (1960, Hilversum) is er niet van te betichten dat hij te weinig woorden gebruikt. Hij beleeft zichtbaar plezier aan het laten doorlopen van zowel gedachten als zinnen. Beide worden door onder andere de inzet van neologismen en verrassende situaties, origineel uitgewerkt. De poëtische waarde schuilt echter vooral in de verbanden tussen de breed uitwaaierende patronen. Ook overnames en tegenstellingen zijn van belang. De eerste alinea geeft daar al een duidelijk voorbeeld van: ‘Een oude zang omgeeft het spijkerschrift / van sterren, vermomt zich in de trage kracht / van tijd, die opkruit in dit weerbarstig / hier, in dat omfloerste daar’. De lezer wordt als vanzelf meegevoerd in een trage cadans van bespiegelingen, iets waar de dichters studie filosofie niet vreemd aan zal zijn. Door zijn grote terughoudendheid in het leestekengebruik, kan de lezer zelf – en daar is de dichter natuurlijk ook op uit – accenten zetten, mede de betekenis bepalen. Niet voor niets gebruikt hij vrijwel steeds het grammaticaal subject ‘je’, symbool van communicatie op diverse niveaus, algemeen en specifiek! Deze gedichten spreken vanwege de doorwrochte structuren vooral de kleine kring van poëziekenners aan.
Janita Monna
il/pr/21 a
Een jaar geleden ongeveer verscheen 'Mystiek voor goddelozen' van Henk van der Waal. Een bundel filosofische dialogen die opent met drie grote vragen: 'Wie zijn we eigenlijk? Wat doen we hier? Waar stevenen we op af?' Drie onmogelijk te beantwoorden vragen, maar de filosoof Van der Waal ging op zoek. Hij liet twee stemmen, 'de raadselachtige' en 'de welwillende', met elkaar in gesprek gaan, om via vraag en antwoord, langs woorden als 'oergift' en 'tijdbloeien', dichter bij iets van een antwoord te komen.
Een prachtig woord, dat 'tijdbloeien'. Het betekent - bij benadering - alle tijd (verledens) die een mens, een dier, in zich verzameld heeft en laat voortduren. Het komt terug in Van der Waals recent verschenen dichtbundel 'Door alle honderd harten wit te kalken': "en je beseft dat er blijkbaar niet alleen / iets is wat jou vooruitdwingt, maar dat er / ook iets is wat jou voorttrekt"
In de tien zangen waaruit die bundel is opgebouwd, gaat hij verder op dat wat hij eerder al essayerend uiteen zette. Maar dan in regels die minder beschrijvend en meer 'gebeurend' zijn, in taal die tot het uiterste is geconcentreerd en waar je, door de vele abstracties, door ongebruikelijke woorden of nieuwvormingen ('wijdsel mij'), door complexe zinsconstructies, soms een flinke weerstand tegen kunt voelen.
Ook zijn poëzie is een vorm van dieper denken en wil je de reikwijdte daarvan ervaren, dan moet je ergernissen of verwachtingen loslaten en meegaan, op het ritme van je ademhaling, zoals de gedichten in een beweging van uitwaaieren en terugtrekken over de pagina's golven.
Het zijn verzen (poëtische essays?) over 'het kleine stukje ruimte dat / jij met verlangen vult', over tijd, de zelfvergeving, over de wil - grote begrippen die Van der Waal scrupuleus uitdiept. Soms lezen zijn strofen als heuse levenslessen: "ook moet je jezelf witwassen / door je gewoonten en onhebbelijkheden / en verslavingen en kleine geneugten / tegen elkaar uit te spelen".
De gedachten worden nogal eens geïnterrumpeerd door een andere stem ('dat mag zo zijn / denk je'), maar houd je de lijn in het denken vast, dan is het of Van der Waal je met zijn taal op een punt brengt waar iets wezenlijks verscholen ligt. Dan is het of zich, hoe kort ook, écht iets van een antwoord op die zijnsvragen openbaart.
je kunt dat zijn noemen
of geluk
of doordesemde aanwezigheid
het is in ieder geval iets wat van buiten
komt, maar gek genoeg diep
van binnen in je brandt
Het is een bij vlagen overrompelend samenvallen van het allerkleinste en het allergrootste. Een soort denken dat grenzen tussen binnen- en buitenwereld, tussen ooit, vandaag en straks vloeibaar maakt: "even heel het heden / voor altijd staande houden".
Querido; 72 blz. € 16,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.