Double-face
Jef Geeraerts
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Prometheus, 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : GEER |
Magazijn |
Prometheus, 2003 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 13817 |
Geert D'Hulster
ob/kt/19 o
Een naar westerse normen futiel geschil tussen twee clans in het Albanese bergland escaleert in een reeks gewelddadige acties, opgedrongen door de wetten van de Kanun, het gewoonterecht dat al eeuwen het doen en laten van de plaatselijke bevolking domineert.
Nadat twee Albanezen koelbloedig zijn afgemaakt in een pitabar aan de Oude Koornmarkt, laat de wraakneming niet lang op zich wachten. Vanuit Albanië trekt Nazim Tahir naar Antwerpen om de moordenaars op te speuren en ze ritueel te executeren. Tahir kent de Scheldestad. Twee jaar geleden heeft hij er nog procureur-generaal Savelkoul omgebracht. Hij brengt de score al snel op twee-twee, door twee leden van de rivaliserende clan in het Stationskwartier af te maken.
Commissaris Verstuyft, hoofdinspecteur De Leenheer en onderzoeksrechter Van den Heede, geassisteerd door ex-commissaris Vincke, leggen al snel een verband tussen al deze moorden. Maar zodra ze wat te dicht bij de ware reden voor de moord lijken te komen, treedt de gecombineerde machine van de magistratuur en Opus Dei in werking, wat resulteert in een grondige doofpotoperatie.
Terwijl Geeraerts zijn speurders veelvuldig laat mijmeren over vroeger, toen het politiewerk er veel kameraadschappelijker en minder vormelijk aan toeging, schetst hij een indringend beeld van de manier waarop de Albanese maffia in Antwerpen is georganiseerd en te werk gaat. Wat opvalt: Geeraerts veroordeelt iemand als Tahir niet, hij lijkt zelfs bewondering te hebben voor de mannelijke, zelfverzekerde wijze waarop de Albanees zijn onvermijdelijke noodlot tegemoet gaat. Het ultramontaanse Opus Dei en de zichzelf de hand boven het hoofd houdende magistratuur komen een pak minder goed uit de verf, zij het dat Geeraerts er veeleer berustend, dan wel alarmerend over schrijft.
ob/kt/09 o
Tussen Falconplein en Tirana
ANTWERPEN - Jef Geeraerts verdiepte zich voor zijn nieuwste thriller Dossier K. in de leef- en denkwereld van wat in Antwerpen vaak gemelijk en zonder vorm van onderscheid "de Albanese maffia" wordt genoemd.
Een in westerse ogen futiel geschil tussen twee families in het noordelijke Albanese bergland heeft verregaande gevolgen voor hun familieleden en handlangers in het verre Antwerpen. De 'kanun', het gewoonterecht dat al eeuwen het doen en laten van deze harde mannen bepaalt, eist bloedige wraak. Ramiz Shehu, een duistere figuur die zijn zaakjes van op het Falconplein regelt, laat Nazim Tahir naar Antwerpen komen om de dood van twee clanleden te wreken, die koelbloedig op de Oude Koornmarkt zijn afgemaakt. Tahir laat er geen gras over groeien en vereffent al snel de score, onder meer met twee executies in de Appelmansstraat en de Statiestraat.
Tussendoor kan hij niet aan de verleiding weerstaan in een parking aan het Hopland een peperdure Mercedes te carjacken, waarbij ook nog eens een onschuldige dode valt. Vervolgens verschuilt Tahir zich bij zijn vriendin in een villa in Brasschaat, waar hij zijn noodlot afwacht.
Commissaris Freddy Verstuyft, hoofdinspecteur Charly De Leenheer en onderzoeksrechter Dries Van den Heede krijgen bij hun onderzoek versterking van gewezen commissaris Eric Vincke, die naar aanleiding van een vorige zaak ontslag heeft genomen en nu in de Provence woont. Hun amicale, vaak diepzinnige gesprekken verlopen bij voorkeur in het Dock's Café op de Jordaenskaai of bij de onderzoeksrechter thuis in de Kasteelstraat op het Zuid.
In Dossier K. etaleert Geeraerts moeiteloos zijn gedegen kennis van de Albanezen, hun ideeënwereld en hun greep op het Antwerps nachtleven. Zijn toon is daarbij niet wrang, er spreekt zelfs bewondering uit voor de flair en de wilskracht waarmee een gedoemd iemand als Tahir door het leven gaat. (GeD)
Fred Braeckman
ob/kt/02 o
De kanun en het Falconplein
In zijn nieuwste misdaadroman, Dossier K., bewijst Jef Geeraerts dat hij zijn vak als geen ander kent.
'Op vijf juni 2002 omstreeks acht uur in de ochtend reed een metaalgrijze Mercedes ML 27 terreinwagen met getinte ruiten en een Albanees kenteken met de TR van Tiranë met overdreven snelheid in noordelijke richting, waar de bergen naaldscherp afgetekend stonden tegen de porseleinblauwe lucht." Zo lezen we op de eerste bladzijde van Dossier K. De man aan het stuur is Nazim Tahir, een Albanees van midden de dertig die op weg is naar zijn geboortedorp in het noorden van het land. Twee jaar geleden heeft Tahir in Antwerpen de toenmalige procureur-generaal Savelkoul neergeschoten. Een opdracht van Ramiz Shehu, het hoofd van de Albanese onderwereld in de Scheldestad. In zijn geboortedorp hoort Tahir dat hij zo spoedig mogelijk naar Antwerpen terug moet. Opnieuw een opdracht van Ramiz Shehu, die vergelding eist. Twee leden van de clan waartoe zowel Shehu als Tahir behoort, zijn neergeschoten door vertegenwoordigers van een andere clan. En dat nog wel op een bijzonder oneervolle manier, zonder de rituele gebruiken die de bloedwraak en de kanun, het gewoonterecht dat nog altijd van toepassing is in de Noord-Albanese bergen, eisen. Als Tahir in Antwerpen arriveert, wordt hij herkend door een lid van een andere familie en bij de uitvoering van zijn opdracht doet hij een paar heel domme dingen. Zo steelt hij bijvoorbeeld een peperdure Mercedes en vermoordt hij compleet gratuit de eigenaar.
Intussen heeft de politie in Antwerpen het moeilijk met de hele zaak. Niemand is er op de hoogte van de ingewikkelde Albanese familiebanden. Tot Eric Vincke, die in De Cu Chi Case zijn ontslag had genomen, te hulp komt. Hij heeft zich een kleine tien jaar geleden met 'Assyrische Ogen' in de Provence teruggetrokken, maar moet voor een paar dagen in Antwerpen zijn. Verstuyft, zijn vroegere collega en opvolger, maakt van Vinckes kennis gretig gebruik. Temeer omdat nogal wat sporen naar de moord op de procureur-generaal leiden.
Opnieuw een Vincke en Verstuyft dus, waarin Vincke zijn levenslang paradijselijk vakantieverblijf voor een paar dagen verlaat. Een nostalgische thriller met verwijzingen naar vroeger, de periode van voor de politiehervormingen. Echt verrassen doet Dossier K. niet. De plot is eenvoudig en Geeraerts berijdt een paar van zijn stokpaardjes. Er wordt lekker gegeten en gedronken, we krijgen uitvoerig uitleg over wapens en auto's, de magistratuur blijft beïnvloed door duistere organisaties als Opus Dei, eigenlijk is er ondanks de nieuwe politieke cultuur in die tien jaar maar weinig veranderd. Geeraerts doet er niet cynisch over, hij stelt het via zijn personages gewoon vast.
In het begin kabbelt de roman een beetje voort. Net als in De ambassadeur en De PG heeft Jef Geeraerts tijd nodig om op kruissnelheid te komen. Maar erg is dat niet: de zonsopgang in Antwerpen, de ruwe Albanese natuur, de jacht van Tahir in de bergen op een wolf, de nu eens ontroerende dan weer ophitsende liefdesscènes zijn knap en begeesterend beschreven. De oude meester kent zijn vak als geen ander.
Vanaf het begin weten we met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat Tahir zijn noodlot tegemoet gaat. Veel keuze heeft hij niet: eeuwenoude tradities stuwen hem. En dan is er nog zijn allesverslindende begeerte. Maar Geeraerts heeft bewondering voor Tahir. De Albanees mag dan wel een koele moordenaar zijn, hij gehoorzaamt aan krachten buiten hem en hij blijft een hedonist en een vitalist. Eigenschappen van personages die in de meeste misdaadromans van Geeraerts al op begrip mochten rekenen. In die zin is Tahir zelfs een waardige tegenhanger van iemand als Vincke.
Dossier K. is een mooie synthese van een aantal thema's die Geeraerts eerder al heeft uitgewerkt. Hier en daar vinden we wel een ander accent: kameraadschap tussen mannen bijvoorbeeld. Maar bovenal is Dossier K. een sombere thriller (met de K. van kanun én van Kafka), een roman over een man die door aanleg en milieu geen keuzemogelijkheden heeft of ze niet wil of kan zien. Verblind als hij is door zijn opdracht.
ob/kt/10 o
Hoewel Jef Geeraerts ooit verklaarde een beetje uitgekeken te zijn op het speurdersduo Vincke en Verstuyft, de hoofdfiguren in zeven van zijn politieromans, duiken de twee opnieuw op in Dossier K . Die roman is niet echt een vervolg op De PG, een boek van vier jaar geleden waarmee Geeraerts de Hercule Poirotprijs voor de beste Vlaamse thriller won, maar bouwt er wel op voort.
In De PG wordt de Antwerpse procureur-generaal Albert Savelkoul vermoord door een lid van de Albanese maffia. De moordenaar ontsnapt naar Albanië, maar duikt drie jaar later terug op in Antwerpen. Hij is teruggeroepen omdat hij wraak moet nemen op de moordenaar van twee leden van zijn clan. Bij de uitwerking daarvan komt de research naar boven waarvoor Jef Geeraerts zo wordt geroemd, maar die soms het verhaal in de weg zit. Dan lees je zinnen als: ,,Sinds enkele maanden had de Posa van de NSA een aantal Eni 412 Electronical Number Decoders ter beschikking gekregen, na de WTC-aanslag van 11 september 2001 verschaft aan enkele streng geselecteerde Europese anti-terreurkorpsen, waartoe onder meer het Sie en het Posa behoorden.'' En in een bijlage somt Geeraerts uitgebreid op wat de leden van het Sie, het Speciale Interventie Eskadron, allemaal meenemen aan uiterst gesofisticeerd materiaal tijdens hun opdrachten.
De hoofdstukken die zich afspelen in het ruige Albanese berglandschap, zijn indrukwekkend. Hoewel Jef Geeraerts nooit in Albanië is geweest, beschrijft hij de streek en de mensen die er wonen overtuigend. Geeraerts heeft het vooral over de Kanun, een eeuwenoude codex van het Albanese gewoonterecht waarin, naast de voorschriften die het dagelijkse leven regelen, ook de wetten rond de gjakmarrjë, de bloedwraak, zijn opgenomen. Die gaan erg ver en vertellen gedetailleerd hoe de wreker zich moet voorbereiden, welke handelingen hij moet verrichten en hoe hij de uiteindelijke wraak moet uitvoeren. Het motto van het boek is trouwens een voorschrift uit de Kanun : ,,De wraaknemer is koel, rustig, zonder haat, de geestestoestand van een aanstaande bruidegom. Overdag heeft hij lichte voeten, 's nachts verandert hij in een vleermuis.''
De plot van Dossier K is erg eenvoudig en helder. Wanneer Verstuyft geconfronteerd wordt met een reeks moorden in het Antwerps-Albanese misdaadmilieu, bijt hij zich vast in de zaak. Hij ontdekt dat er een verband is tussen de moorden en de onopgeloste zaak uit De PG. Vincke, die in de Provence van zijn pensioen geniet, kan het niet nalaten om zijn vriend-speurder bij te staan. In De PG richtte Geeraerts zijn schijnwerpers op Opus Dei, de immer schimmige maar erg machtige ultra-katholieke organisatie die in Geeraerts' ogen maar uit is op één ding: zoveel mogelijk macht verwerven en ze consolideren. In De PG hadden sommige figuren van Opus Dei zowel banden met de onderwereld als met de hoge magistratuur. Vooral op het eind van Dossier K wordt dit verband dieper en vrij overtuigend uitgewerkt.
mis een thriller van een man die weet wat hij goed en niet goed kan. Geeraerts is sterk wanneer hij een politieonderzoek beschrijft. Hij kent de duistere wegen van het gerecht, heeft de sterktes en de zwakheden van ons systeem uitvoerig bestudeerd en beschrijft de vriendschappen en spanningen tussen de leden van een onderzoeksteam op een geloofwaardige manier. Alhoewel de moordenaar vanaf het begin in beeld is, slaagt Geeraerts er toch in om je mee te krijgen en de spanning op te drijven. Alleen in het middenstuk duurt het soms iets te lang voor het verhaal de nodige schwung krijgt, omdat Geeraerts zoveel wil uitleggen. Geeraerts wilde geen klassieke whodunit schrijven, dat is trouwens nooit zijn stijl geweest. Wilde hij in De PG de duistere machinaties van Opus Dei en hun vermoedelijke invloed op de hoge kringen in dit land belichten, in Dossier K schetst hij een levenswijze waarin eer, wraak, de familie en eeuwenoude tradities het nog altijd halen op de het leven in een moderne maatschappij.
Marc Holthof
em/ec/18 d
Jef Geeraerts is ondertussen 72. Je vindt niet veel schrijvers die op deze leeftijd nog productief zijn. De afgelopen jaren schreef de dwangmatige vitalist Geeraerts zelfs om het jaar een thriller. 'De Ambassadeur' uit 2000 kunnen we beter met de mantel der liefde bedekken. In zijn nieuwe thriller knoopt Jef Geeraerts weer aan bij de verhaallijn van het boek vóór 'De Ambassadeur', het veel betere 'De PG'. Daar zat in het zog van de zaak Dutroux een heel overspannen visie op de Belgische justitie en politiek in, maar het boek was verder keurig entertainment: leuk gedocumenteerd, snel verteld en coherent in elkaar gebokst.
Voor 'Dossier K.' haalt Jef Geeraerts zijn oud politieduo Vincke en Verstuyft weer boven. Dat gebeurt niet al te elegant. Geeraerts had duidelijk zin om de twee samen iets te laten doen, maar in de verhaallijn zelf is er slechts plaats voor één speurder. Geeraerts laat Vincke overkomen uit de Provence, waar hij sinds enkele jaren woont met zijn beminnelijke kunstenares Eva. De kleffe liefdesconversaties tussen de twee zijn zonder twijfel de slechtste passages van het hele boek. Verstuyft trekt op onderzoek naar een dubbele wraakmoord in een Antwerps kebabrestaurant. Zijn assistent Charly de Leenheer en hij vinden snel een spoor naar een Albanese maffiabaas op het Falconplein. Ze vermoeden een interne afrekening tussen Albanese clans, maar komen nog veel meer te weten. Agenten vinden bij een huiszoeking het wapen waarmee enkele jaren daarvoor de Antwerpse procureur-generaal (zie 'De PG') werd vermoord. Verstuyft en Charly dringen dieper in de Albanese clanstructuren door om het net te ontrafelen.
Ondertussen trekt Nazim Tahir, ingehuurd als wreker voor de kebabkilling door een familiehoofd, moordend door de Antwerpse binnenstad. Jef Geeraerts schildert zijn boeven steeds af als efficiënt, goed gekleed en meedogenloos, en zo ook Nazim. Maar bij Geeraerts hebben de criminelen toch een achilleshiel die hen uiteindelijk het onderspit doet delven. Hun criminele succes stijgt hen naar het hoofd, ze wanen zich onschendbaar en vertonen vervolgens hebzucht, naar mooie auto's of naar mooie vrouwen of - zoals bij Nazim Tahir - naar een dodelijke combinatie van de twee.
Paranoia
Net als 'De PG' is 'Dossier K.' niet vrij te pleiten van een bij de haren getrokken maatschappijbeeld. Geeraerts verwijst in dit boek naar het falen van de Octopushervorming. Hij voert agenten op die met elkaar geen afspraken maken omdat de ene van de rijkswacht komt en de andere van de gemeentepolitie. Maar Geeraerts ondermijnt meteen zijn kritiek op de politie. Hij is dol op blitse beschrijvingen van perfect geoliede interventieteams of van met Amerikaanse hightech uitgeruste afluisterspecialisten die de boeven steeds weer te snel af zijn. Hij tekent de Antwerpse speurders ook als mensen van vlees en bloed: het zijn flikken die van het leven genieten, brutale praat verkopen, de wereld kennen, af en toe zeuren over den baas maar in wezen slechts worden gedreven door één ding: een allesverzengende maatschappelijke rechtvaardigheid. Daarom is het uiteindelijke beeld van de politie heel positief. Misschien moest dat ook wel. Op de achterflap roemt de uitgever dat Jef Geeraerts van de Antwerpse recherche alle medewerking kreeg om details levensecht te maken. Dan maak je de flikken natuurlijk niet tot corrupte alcoholici. Maar Geeraerts schrijft allicht ook zo warm over hen omdat hij zijn personages graag heeft. En dat blijft hangen bij de lezer. Vincke loopt verschrikkelijk in de weg in dit verhaal, maar Verstuyft is als vanouds een onderhoudende motor van de plot. En vooral de criminele Albanezen stelen de show, naast heel wat auto's en paspoorten.
Enkele jaren geleden was de Antwerpse onderwereld in handen van het Albanese misdaadmilieu. Het Falconplein was toen een draaischijf voor allerhande louche zaken waarmee de maffia zich kon verrijken. Dossier K. speelt zich af after the goldrush en tijdens de Bart-van-Lijsebeth-Renaissance, maar was duidelijk voordien uitgedacht. Geeraerts geeft in zijn boek aan dat het Falconplein ondertussen opgeruimd is, maar hij laat de Albanese maffia toch nog hyperactief zijn. Dat klopt dus niet als we de kranten mogen geloven, maar het maakt uiteindelijk niets uit voor je leesplezier. Geeraerts schildert gewoon erg goed een misdaadmilieu, authentiek Antwerps of niet. Vooral de documentatie rond de Kanun, het middeleeuwse Albanese gewoonterecht, heeft hij goed in zijn verhaal verwerkt.
Natuurlijk wordt het speurwerk geboycot door hogere kringen, en zo drijft 'Dossier K.' op een bepaald moment weer even af naar Opus Dei. Ik geloof niet in de afgezaagde stelling van Geeraerts dat 'Opus Dei een van de belangrijkste fenomenen van de twintigste eeuw (is), en het verbazingwekkendst is dat het door zo weinig mensen wordt gekend en door veel te veel mensen onderschat.' Opus Dei is wel een dankbaar dramatisch onderwerp, omdat de mysterieuze organisatie in de katholieke kerk een machtsgreep heeft kunnen plegen. Maar Jef Geeraerts moet ook weer niet overdrijven.
De paranoia is het enige waarin ik deze roman niet wil volgen. Verder is 'Dossier K.' over de hele lijn onderhoudend en bovendien goed geschreven. Al duiken vaker dan me lief is clichés op zoals wanneer Geeraerts het woord 'megageil' een verschijningsvorm van de 'postmodernistische jeugd' noemt. De beginpassage van 'Dossier K.' beschrijft de geschiedenis van een vervallen Albanese autoweg, van aanleg door Romeinen tot verval na de communisten. In één beweging tekent Geeraerts een land in verval. De dreigende toon is meteen gezet, en die laat je als lezer niet meer los. Dat er soms wat te veel personages rondlopen in het boek, en dat Jef Geeraerts in zijn maatschappijbeeld wel eens spoken ziet, doen niets af van de pret. Mega-vakmanschap, om het in het jargon van de postmoderne jeugd te zeggen.
31/12/2003
Jef Geeraerts, die voor enkele jaren besloot een punt te zetten achter de avonturen van het speurdersduo Vincke en Verstuyft, neemt nu de draad weer op. Vincke die met pensioen is en zich heeft teruggetrokken in de Provence, vertoeft om 'zakelijke redenen' voor enige tijd in ons land. Dat komt voor zijn ex-collega Verstuyft, thans commissaris, goed uit want deze zit met de handen in het haar. Oorzaak is een afrekening in het criminele milieu waarbij twee Albanezen werden doodgeschoten in een Antwerps restaurant. De zaak blijkt verband te houden met de moord drie jaar eerder op procureur-generaal Savelkoul (De PG -- Li 1998, p. 678) wanneer het moordwapen wordt teruggevonden. Het onderzoek in deze vroegere moordzaak werd toen door het ministerie van Justitie uit handen van de rechter genomen en geseponeerd. Commissaris Verstuyft wordt in het onderzoek bijgestaan door Vincke. Het spoor leidt naar mysterieuze manipulaties en geheime genootschappen, zoals Opus Dei en het Albanese gemeenschap, waar de Kanun, het middeleeuwse gewoonterecht, de normen bepaalt.
Jef Geeraerts is terug van even weggeweest, en met Dossier K. blijkt dat hij niets aan stijl, slagkracht en knowhow heeft ingeboet. Overigens blijft hij zijn lezers 'instrueren'. In een bijlage wordt dan ook stilgestaan bij de uitrusting van een gewapende SIE-operatie, en uit vijf pagina's 'noten' vernemen we meer over de nieuwe politiestructuren en de Albanese Kanun. Vintage Geeraerts, alsof de meester nooit is weggeweest. [Staf Schoeters]
Redactie
Detectiveroman rond commissaris Verstuyft en zijn vriend (ex-)commissaris Vincke. Vincke geniet van zijn pensioen, maar schiet te hulp als in Antwerpen een paar Albaniërs vermoord worden. Het is een afrekening onder de Albanese maffia, maar het moordwapen is hetzelfde als waarmee in 'De PG' procureur-generaal Savelkoul werd vermoord. Die zaak werd toen geseponeerd, waarover de recherche nog altijd ontstemd is, omdat het op corruptie in hogere kringen wees. Als ze nu weer op dat spoor zitten, worden ze toch weer gedwarsboomd, o.a. door Opus Dei, een organisatie waartegen de schrijver een hevige afkeer koestert. Het zijn de bekende thema’s die de liefhebbers van Geeraerts herkennen: kritiek op het Belgische bestel, waarbij democratie inhoudt, dat als je eenmaal gekozen bent, je geen verantwoording hoeft af te leggen. Ook nu weer heeft de schrijver zich goed gedocumenteerd in het wetteloze Albanië van na het communisme, waar bloedwraak en wapens populair zijn. Al met al een meeslepende thriller, hoewel de talloze noten beter onder aan de pagina geplaatst hadden kunnen worden dan achter in het boek. Onlangs verfilmd door Jan Verheyen; filmfoto op het omslag. Paperback, normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.