Double-face
Jef Geeraerts
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Manteau, 2015 |
VERDIEPING 2 : DUIVELSHOEK : SPANNEND : GEER |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Manteau, 2009 |
VOLWASSENEN : ROMANS : GEER |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Manteau, 2004 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : GEER |
ob/kt/08 o
MAANDAGMIDDAG. Na afloop van de persvisie van De zaak Alzheimer wacht Erik Van Looy niet aan de uitgang van de zaal op het verdict, maar zit hij in een hoekje van een café op hete kolen. Pas na onze positieve commentaar en enkele feliciterende sms'jes kunnen we beginnen. ,,Een pak van mijn hart, die schouderklopjes van de pers. Maar we moeten nu ook nog 300.000 à 400.000 tickets verkopen. Ik hoop dat de mensen deze film echt willen zien, zoals Daens en Team spirit . Dat potentieel is er'', zegt Van Looy.
,,Ik vind Any way the wind blows van Tom Barman een fantastische film, maar het verbaast me niet dat hij ondanks de hype een vrij laag toeschouwersplafond had. Veel mensen denken dat die film niet voor hen bedoeld is. Dat was ook zo met Rosie en Manneken Pis . En ik heb het zelf meegemaakt met Shades , die overigens ook niet zo'n goede kritieken kreeg. Maar ik ga dat niet meer doen. Een film draaien vergt zo veel. Als ik het dan doe, heb ik toch graag dat 'de maatschappij' -- zet daar aanhalingstekens bij hé -- er iets aan heeft.''
,,Dat wil niet zeggen dat het plat-commercieel moet zijn. De zaak Alzheimer is een politiefilm, maar ik wilde hem wel heel emotioneel geladen en krachtig. Bovendien probeer ik het mooi in beeld te brengen, ik ben een visueel regisseur. Al is de look van de film niet zozeer mijn verdienste, maar die van de production designer, de cameraman en de monteur.''
-- Weer zo bescheiden. Maar het is gewoon zo. Er bestaan ongetwijfeld regisseurs die alles weten en alles kunnen en keihard roepen op hun set. Mijn verdienste is dat ik goed kies: de Nederlander Danny Elsen bijvoorbeeld als cameraman, die de fantastische tv-serie De negen dagen van de gier heeft gedraaid. Regisseren is je omringen met de juiste mensen. Daardoor komt het dat alles er zo professioneel en haast Amerikaans uitziet, ook de actiescènes. Door een gebrek aan geld en knowhow bevat haast ieder Vlaamse film wel een knudde-actiescène. Deze niet.
-- Je hebt de lat wel hoog gelegd, door ,,De zaak Alzheimer'' een Vlaamse tegenhanger van ,,Heat'' en ,,Insomnia'' te noemen. Ik bedoelde dat als typering van het genre, en beweerde daarmee niet dat hij even goed zou zijn. Maar deze film ligt dichter bij de Weltschmerz uit die schitterende voorbeelden dan bij de vrijblijvende lol van Flikken of Bad boys . Bovendien is Jan Decleir echt even goed als Robert De Niro en Al Pacino. Gelukkig is ook Koen De Bouw enorm sterk, zodat hij niet tenonder gaat tegenover Decleir. Hun personages, de politieman Vincke en de huurmoordenaar Ledda, worstelen allebei met trauma's, en ik denk dat je als toeschouwer ook aanvoelt waarom die twee elkaar zo opzoeken. Vooral tijdens de ultieme ondervraging vind ik ook Koen ijzersterk.
Maar Jan, dat is God hé. Na deze film nog meer. Omdat we hem dit nog niet zagen doen. Ik had zelfs mijn twijfels of het kon. We hebben Mel Gibson gehad die Hamlet speelde, wel, hier heb je nu Hamlet die Mel Gibson speelt. Jan lijkt trouwens nog meer op Lee Marvin in Point blank . Allebei zo'n granieten kop met een heel leven erachter.
-- Ik kan me deze film echt niet meer voorstellen met iemand anders dan Decleir als Ledda, en zeker niet met Huub Stapel. Dat we Gene Bervoets en Stany Crets als Vincke en Verstuyft hadden en Stapel als Ledda, is ook alweer een poosje geleden. Bijna tien jaar ben ik hiermee bezig. Ondertussen heb ik wel Shades gedraaid en wat onnozele vragen aan filmsterren gesteld, maar toch zijn Carl Joos en ik hier vaak intens mee bezig geweest. En vaak gedacht dat we zelf wel aan de ziekte van Alzheimer zouden lijden voor het ooit zover zou komen. Maar uiteindelijk is dat nuttig: schaven en herbekijken maakt zo'n scenario sterker. Aan veel scènes zit nu een extra draai. Als Ledda een van zijn slachtoffers thuis vermoordt, komt de dochter van het slachtoffer binnen net als je denkt dat het voorbij is.
Dat heb ik geleerd van de makers van De mol , waar ik aan meewerkte. Als zij al een mooie proef klaarhadden, was er altijd iemand die nog een extra angel bedacht. Herinner je je die proef waarbij vijf deelnemers de kolonel moesten bevrijden uit de handen van die sluipschutters? Spannend, maar dan hoor je pas dat de kolonel een vrijstelling verdient als hij zijn bevrijders neerschiet. Doorgaan waar anderen stoppen, dat heb ik met De zaak Alzheimer ook gedaan.
-- Gelukkig heb je niet overdreven. Ik vind ook het technische gegoochel goed gedoseerd: intrigerend maar niet irritant. Het gaat om een personage dat aan de ziekte van Alzheimer lijdt, en dergelijke patiënten leven in een gefragmenteerde wereld. Dat probeerde ik dus ook te visualiseren met snel decouperen, split screen, vertragende en versnellende beelden. Maar het gegoochel staat ten dienste van het verhaal. Ik wilde het publiek niet al te zeer op de proef stellen: overdreven briljant gefilm gaat na een halfuur op de zenuwen werken.
-- Er mag ook opvallend veel gelachen worden in deze film. Ik kan niet zonder humor en relativering. Dit is een loodzwaar dramatisch verhaal waarin de hoofdpersonen worstelen met demonen uit het verleden. Maar ik wilde niet nog een marginale tristesse-film à la flamande maken, dus wissel ik dat af met humor. Niet iedereen zal alles grappig vinden, veronderstel ik: die running gag over tegen de klinken van BMW's pissen zullen jongeren wel waarderen, maar meer welopgevoede mensen zullen er moeite mee hebben.
-- En misschien ook wel met het nogal gratuite bloot. (verbaasd) Zoveel is er toch niet te zien? Deborah Ostrega onder de douche, dat is alles. Dan ging Diamant toch een heel stuk verder. Vroeger was ik ook zo: naar Ad fundum zijn de meeste mensen alleen komen kijken voor die twee nogal hevige seksscènes. Maar deze keer hield ik me in. Ik heb wel een regiefoutje gemaakt. Jan Decleir zit zich op bed aan te kleden en op de achtergrond staat Deborah onder de douche. Maar door een verkeerde focus is dat zo uitgedraaid dat de meeste kijkers alleen nog maar die blote vrouw zien. (ziet sceptische blik) Ik meen dat echt! Ik wil nog in de hemel komen. Het was echt niet de bedoeling Deborah als object uit te spelen. Veel mensen zullen vinden dat er te weinig seks in zit, vanwege de populaire misvatting dat ieder Jef-Geeraertsboek ervan uitpuilt.
-- Door je optredens op televisie ben je nu ook een BV. Een extra promotietroef voor de film? Ik weet niet of mensen naar De zaak Alzheimer komen omdat hij gemaakt is door die flauwe grappenmaker van De laatste show . Maar ik vind het wel leuk dat er door dat tv-gedoe iets meer aandacht naar de maker gaat. In ieder geval meer dan door mijn serieuze werk als regisseur voor Ziggurat en zo. Ik kick niet op bekendheid, maar ik houd wel van een beetje erkenning. Ik slaap niet meer zonder slaappillen door alle inspanningen en stress van dit project.
-- En toch solliciteer je al naar meer Vincke en Verstuyft. Als deze film werkt, zou het zonde zijn niet door te gaan. De romans van Geeraerts liggen er, en dit is echt een goed genre voor mij. Intimiteit en romantiek liggen me niet, maar de melancholie en de tragiek onder dit politieverhaal wel. Ik heb mijn weg gevonden.
,,De zaak Alzheimer'' ging gisteren op het filmfestival van Gent in première en loopt vanaf volgende week in de Vlaamse bioscopen. www.standaard.be/festivalgent
il/pr/26 a
Kennen jullie elkaars werk?
Geeraerts: ,,Ik volg Erik en ik vind hem zeer professioneel, iets waar ik altijd respect voor heb. Dàt plus talent zorgt ervoor dat je gefascineerd wordt. Kijk, ik sla film in de rangorde van de kunsten hoger aan dan literatuur. Muziek is voor mij het hoogste omdat het onstoffelijk is. Muziek is onzichtbaar en in staat onmiddellijke emotie voort te brengen. Als een film goed gemaakt is, word ik in het doek gezogen en blijf ik erin tot het laatste moment. En als de generiek aan het eind komt, dan zit je daar, mond open.''
Van Looy: ,,U moet wel blij zijn dat uw boek na zeventien jaar eindelijk wordt verfilmd. Het is merkwaardig dat het zolang heeft geduurd voor een van uw boeken de zaal heeft bereikt.''
Geeraerts: ,, Diamant is voor televisie verfilmd. De eerste keer dat ik dat zag, vond ik het niet zo goed. De tweede keer was het al beter. Ik dacht wel: kunnen ze nu niet eens anders neuken, moet dat elke keer hetzelfde? En dan negen doden in mijn boek; zij maakten er veertien van. Ik heb niks tegen lijken, maar ik vond het nogal plastisch gedaan.''
Leutig jonk
Vrouwen spelen in het boek geen rol van betekenis. Moet er in de film geen romance of wat bloot zitten, zoals in je vorige films?
Van Looy: ,,Een bedscène moet niet, als je dat bedoelt. Jef verwees al naar Diamant , waar de bedscènes nogal stevig waren.''
Geeraerts: ,,Die scènes konden wel wat variatie gebruiken.''
Van Looy: ,,In deze film wordt het eerder milde erotiek dan het robuuste rampetampen uit Diamant .''
Geeraerts: ,,In het boek zitten geen bedscènes, geloof ik.''
Van Looy: ,,In de film wel. Daar hebben we een scène met een prostituee.''
Geeraerts: ,,Ja, met dat meisje met die tatoeage op haar rug.''
Van Looy: ,,Deborah Ostrega, ja.''
Geeraerts: ,,Da's een leutig jonk.''
Van Looy: ,,Als ik zeg dat ik De zaak Alzheimer verfilm, zegt iedereen: amai, daar zullen wel wat blote vrouwen in komen. Sorry hé, Jef.''
Geeraerts: ,,Ik probeer de erotiek in mijn misdaadromans te beperken.''
'De zaak Alzheimer' wordt verfilmd met steun van de VRT, die ook andere boeken van Geeraerts voor tv-films wil gebruiken. VTM ging in zee met Pieter Aspe voor een serie. Stel dat VTM uitpakt met 'de meest gelezen misdaadauteur van Vlaanderen', waar moet VRT dan mee uitpakken?
Van Looy: ,,Met de beste misdaadauteur.''
Geeraerts: ,,De Amerikaanse generaal Patton zou zeggen: no comment . Over collega's praten, is niet correct. Ik wens deze mensen al het succes van de wereld toe.''
Van Looy: ,,Als ik even egoïstisch mag zijn, dan ben ik wel blij dat de film van Geeraerts en die van Aspe niet gelijktijdig uitkomen. De langspeelfilm naar het boek van Aspe gaat blijkbaar niet door, waar ik op een cynische manier wel heel blij mee ben. Het zou dom zijn elkaars publiek in te pikken. Volgend jaar mag die Aspe-film er natuurlijk komen; het is hen gegund. Voor mijn part zijn ze allebei succesvol.''
Hoe gaan jullie om met kritiek?
Van Looy: ,,Je leest 't en je probeert er iets uit te leren. En verder: pfff. Zeg jij maar eerst, Jef.''
Geeraerts: ,,Ik heb van de kritiek niet te klagen, vooral niet in Nederland. Daar hebben ze specialisten in het misdaadgenre. Of ik ooit van kritiek ziek ben geweest? Nooit. Over Sanpaku schreef een of andere duistere Nederlandse journalist ooit: hij zou beter andere dingen schrijven dan zo'n shit. Dat veeg ik onder tafel, zeggend: wat een klootzak. In mijn 42-jarige carrière heeft nooit iemand kunnen bewijzen dat ik slecht schrijf. Als dat zou gebeuren, zou ik zeer ongelukkig zijn.''
Van Looy: ,,Alfred Hitchcock was een van de vijf grootste regisseurs ooit en heeft nooit een Oscar gewonnen. Waarom? Omdat hij in het misdaadgenre werkte, wat altijd als een beetje minderwaardig werd beschouwd.''
Hard labeur
Geeraerts: ,,Ik heb meer respect voor een goed geschreven misdaadroman dan een middelmatige literaire roman die mij verveelt. En ik kan u zeggen dat misdaadromans schrijven verdomd moeilijk is.''
Van Looy: ,,Vooral het in elkaar puzzelen van een plot wordt onderschat. Ik lees graag Brusselmans, maar dat is automatic writing . Een plot bedenken, dat is hard labeur.''
,,Kritiek is relatief. Ik heb Ad fundum gemaakt, dat zeer slechte kritiek kreeg maar goed marcheerde. Bij Shades was het andersom: een aantal vond hem goed, maar er is niemand komen kijken. Wat heb ik dan liever? Iets minder goeie kritieken maar een film die wel goed marcheert, natuurlijk. Hier hoop ik de twee eindelijk te combineren: eindelijk een kassucces én goeie kritieken.''
Geeraerts: ,,Zolang je maar geen bewust kwaadaardige kritiek krijgt.''
Van Looy: ,,Er zijn wel wat filmrecensenten die zichzelf belangrijker vinden dan het werk dat ze bespreken.'' Geeraerts: ,,Met ouder te worden, raakt het me minder. Dat komt door de Japanse leer van de shibumi: je constateert, je lijkt genadig, maar je vergeet nooit. En als het moment daar is, tsjang! Dan zet je de haak in hun kloten, pardon, onderbuik.''
Jullie schelen 32 jaar. Zouden jullie vrienden kunnen zijn? Jef Geeraerts heeft zijn vrienden graag jong.
Geeraerts: ,,Ik vind inderdaad dat oude mannen te veel zeiken. 's Avonds om halfelf zeggen ze dan: zouden we niet naar huis gaan, ik heb pijn in mijn heup. En als ze dan rechtstaan, steunen ze: eeuh! Ja, dan krijg ik het, hè. Ik ben gisteravond doorgezakt met mijn vrouw en een koppel van 43 jaar tot halftwee.''
Kunt u van Erik nog iets bijleren?
Geeraerts: ,,Natuurlijk!''
Van Looy: ,,Ik vrees van niet, want ik ga al om halfelf slapen.''
Jullie komen allebei uit Antwerpen. Dat schept alvast een band.
Geeraerts: ,,Ik ben een echte sinjoor, al woon ik al 27 jaar in de buurt van Gent. Nu heb ik een haat-liefdeverhouding met Antwerpen. Toen ik vorige week aan het Antwerpse Plaza Hotel moest zijn, voelde ik me raar. Niet dat ik bang was, maar er hing iets deprimerends in de lucht.''
Van Looy: ,,Pas op, die buurt is wel om een beetje bang van te worden. Die eerste draaidag is er trouwens al in twee auto's van de filmploeg ingebroken: al het materiaal weg.''
Dood in de ogen gekeken
Laten we het eens hebben over de verschillen tussen jullie twee. Hoe vaak heb jij al de dood in de ogen gekeken, Erik?
Van Looy: ,,Een keer toen ik nog jong en onnozel was. Ik had toen een kleine sportwagen, een MX-5. Een rode cabrio, ik zat duidelijk in mijn Johnny-periode. Ik maakte een slip op de autostrade en ging recht op een vrachtwagen af. Ik dook weg en vloog onder de laadbak van dat ding. Ik stapte uit en had helemaal niks. Plots staat die trucker voor m'n neus, een Belgische Spanjaard. Die zei: ik weet waarom jij nog leeft, mijn naam is Jésus.''
Bij Jef Geeraerts was het zeventien keer, niet?
Geeraerts: ,,De laatste keer was 1 oktober 1989. Ik dacht: nu is het voorbij, ik sterf eenzaam, in stukken geslagen door een beer. Ik kon aan niks denken, ik was versteend van de angst. Gelukkig had ik een kogel in de loop en heb ik vanuit de heup geschoten. Ik raakte de beer in de kaak. Dat beest was absoluut niet dood. Ik kon opzij springen, herladen en hem in het hoofd treffen.''
Van Looy: ,,En die andere zestien keer?''
Geeraerts: ,,Ik heb veel gevlogen met sportvliegtuigen. Die hadden in die tijd geen starters, je moest de schroef in gang trekken. Toen ik in Deurne bij zo'n vliegtuig stond, begon die schroef plots te draaien. Vlakbij m'n hoofd. Ik had bovendien de gashendel opengezet: het vliegtuig ging er op eigen kracht vandoor. Ik heb me nog laten voortslepen om aan de rem te kunnen. Voor de rest heb ik nog van alles meegemaakt in Congo. Met een olifant, met een buffel.''
Van Looy: ,,Ik zak steeds verder weg in mijn zetel. Ter verdediging heb ik ooit eens ruzie gehad met een poedel. Dat was ook kantje boordje.''
Jef Geeraerts schrijft vaak over het overtreden van de wet, over misbruik van macht. Hoever gaat jullie wetteloosheid?
Van Looy: ,,Ik durf niks doen wat verboden is, zelfs niet foutparkeren.''
Geeraerts: ,,Ik heb altijd de neiging gehad om buiten de grenzen van het toelaatbare te treden. Zo nam ik altijd traangas mee als ik een tocht in de Hoge Venen deed. Waarom? Dat is zelfgecreëerde paranoia waar ik mij in wentel. Mijn vrouw houdt mij tegen, maar ik zou ook nog in staat zijn te gaan stropen. Ik heb dat vroeger veel gedaan. Ik heb les gekregen van een boswachter.'' ,,Ik vind de wet overtreden zeer fascinerend, iemand kwaad doen niet. Ik denk dat een bankoverval iets ongelooflijk moet zijn, vooral als het dan nog lukt ook.''
Van Looy: ,,Ik zal in de auto wachten. Het zou wel kunnen dat de auto weg is als je uit de bank komt gevlucht.'' Geeraerts: ,,Hard rijden doe ik ook graag. Ik heb een snelle auto, een Honda 3000 V6. Als ik 's nachts op de weg ben, durf ik wel eens naar de rode streep op de toerenteller gaan.''
Van Looy: ,,En dan hopen dat u nog een hert kunt opscheppen.''
Geeraerts: ,,Ik weet van de politie dat ze je boven de 185 kilometer per uur wel kunnen flitsen, maar niet kunnen pakken. Tenzij ze een eigen auto hebben om te achtervolgen.''
Van Looy: ,,Hoe hebben ze Walter Grootaers dan kunnen flitsen? Die is zichzelf komen aangeven, waarschijnlijk.''
In het boek zegt iemand dat kunstenaars op misdadigers lijken. 'Het zijn neurotische eenzaten en ze proberen macht uit te oefenen op de anderen.' Is daar iets van?
Geeraerts: ,,In een kunstenaar zitten duidelijk elementen van crimineel gedrag: geen rekening houden met de gevolgen van je daden, je bewust zijn van je meerwaarde waardoor je anderen kunt manipuleren. Daar blijf ik bij.''
Je moet geobsedeerd zijn
Van Looy: ,,Ik ben bang voor dat aspect van de kunstenaar, omdat ik maar om de vijf jaar een film maak. Dat heeft natuurlijk een reden: er is niet genoeg geld om vaker films te maken. Maar zelfs als dat zou kunnen, zou ik het nog niet doen. Zo'n film beheerst je leven compleet. Toen mijn kind tijdens mijn vorige film Shades werd geboren, zat ik twee uur later al aan de montage van de film te denken.''
Geeraerts: ,,Dat moet. Ge moet geobsedeerd zijn.''
Van Looy: ,,Ja, maar ik vind die obsessie niet prettig. Mijn broer, die is huisman. Soms wou ik dat ik zijn ambitie had en niet de knagende ambitie om zoiets als een film te verwezenlijken.''
Geeraerts: ,,Obsessie is een voorwaarde om dingen te maken die andere mensen pakken.''
Van Looy: ,,Toch blijft dat schuldgevoel van: wat doe ik die mensen van mijn gezin aan?''
Geeraerts: ,,Een joods-christelijk schuldgevoel.''
Van Looy: ,,Zou kunnen. Ik ben ieder geval besneden. Denk ik.''
31/12/2004
Jef Geeraerts heeft ooit gesteld dat de lectuur van een thriller niet meer tijd in beslag mag nemen dan het bekijken van een spannende film. De lezers die zijn boeken verslinden op anderhalf uur tijd zijn wellicht niet dik gezaaid, maar deze stellingname van de auteur heeft er wel toe geleid dat zijn boeken schoolvoorbeelden zijn van een uitermate vlotte en kernachtige stijl.
De zaak Alzheimer dateert inmiddels van 1985, werd menig keer heruitgegeven, deze keer naar aanleiding van een succesvolle verfilming. Jan Decleir als Amerikaanse huurmoordenaar, Koen de Bouw en Werner de Smedt in de respectievelijke rollen van commissaris Vincke en inspecteur Verstuyft, sieren nu de voorplat. Commercieel is het natuurlijk een verstandige zaak deze nieuwe uitgave te linken aan het succesvolle filmproduct, maar door de hoofdpersonages ook op het boek te vereenzelvigen met de acteurs, ontneemt men de lezer een creatieve vrijheid van invullen, die onomkeerbaar is. Vincke en Verstuyft kregen door de media een gezicht aangemeten dat ons niet meer los zal laten. Maar daarom niet getreurd. Een excellente wijn behoeft geen krans. De intrige, hoewel bijna twee decennia oud, komt nergens echt als gedateerd over, ook al gaat het hier nog over 'rijkswachters' en staan inspecteurs niet constant met elkaar in verbinding via een zaktelefoon. De intrige wordt gedragen door realistische dialogen, snelle acties en geloofwaardige personages.
Voor wie film of boek nog niet bekeken of gelezen heeft: een Amerikaanse huurmoordenaar wordt naar Antwerpen ontboden, en toeval of niet, maar in drie opeenvolgende dagen worden zes raadselachtige moorden gepleegd. Het motief ontbreekt en Vincke en Verstuyft, die met het onderzoek worden belast, staan voor een raadsel. Daar komt verandering in wanneer de huurmoordenaar via cryptische berichten contact met speurders opneemt en het spoor zich vertakt naar de top van de Belgische politiek en de magistratuur.
De zaak Alzheimer is een 'golden oldie' die de tand des tijds glansrijk heeft overleefd. [Staf Schoeters]
Redactie
De directeur van een bouwonderneming wordt voor zijn kapitale villa in een buitenwijk van Antwerpen doodgeschoten. Commissaris Vincke en inspecteur Verstuyft krijgen spoedig daarna een telefoontje van de moordenaar die aankondigt dat er nog meer slachtoffers zullen vallen. Al spoedig blijkt dat het om een onfrisse affaire gaat waarin enkele vooraanstaande figuren uit de wereld van de politiek en de magistratuur verwikkeld zijn. Hun invloed reikt echter zó ver, hun middelen zijn zó doortrapt, dat Vincke en Verstuyft niet bij machte lijken te zijn de ware schuldigen voor hun misdaden te laten boeten. Buitengewoon spannende speurdersroman, uitstekende plot. De beide politiemensen worden zo prachtig beschreven, dat vergelijkingen met 'klassieke' speurders zich opdringen. Van de reeks over Vincke en Verstuyft is dit misschien wel het bekendste deel. In 1986 werd het bekroond met de Gouden Strop en in 2003 door Erik Van Looy verfilmd.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.