Allemaal sprookjes
Annie M.G. Schmidt
Annie M.G. Schmidt (Auteur), Fiep Westendorp (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Querido, 2009 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : KLEUTER : SPROOKJES, VOORLEESVERHALEN EN GEDICHTEN SCHM |
Aanwezig |
Querido, 2009 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : KLEUTER : SPROOKJES, VOORLEESVERHALEN EN GEDICHTEN SCHM |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2009 |
JEUGD : KLEUTERGEDICHTEN, SPROOKJES EN VOORLEESVER SCHM |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2009 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : SCHM |
00/00/0000
In 2003 werden de onsterfelijke kleuters Jip en Janneke vijftig jaar. Hun halve eeuw succes werd gevierd met een boek waarin de vijftig beste verhalen van het duo werden gebundeld. Zeven jaar na dat feest verschijnt nu opnieuw een uitgave. Een jaar met Jip en Janneke is identiek aan de jubileumeditie met uitzondering van de titel, een vervanging van vier verhalen en een opdeling per seizoen. Noodzakelijke ingrepen zijn dit niet en ze leveren dus ook geen nieuw boek op. Maar een verjaardagsboek blijven verkopen, wordt eenvoudiger en dus financieel interessanter als het alle jaren samenvat in één. Met Een jaar met Jip en Janneke heb je dus de jubileumuitgave in handen, maar dan in een tijdloos jasje.
Tijdloos, zo worden Annie M.G. Schmidts koters en hun avonturen vaak genoemd. Jip en Janneke zijn gekend, geliefd en zelfs gehyped, wat kan ik nog toevoegen? Misschien enkele opmerkingen en de vraag of alles aan dit duo wel zo tijdloos is... De twee buurkinderen bewegen hoofdzakelijk in een herkenbare huis-, tuin- en keukenwereld. Af en toe zetten ze een stapje in de echte wereld richting winkel, boerderij, zee of zoo. Het zijn allemaal klassieke ervaringen die de leefwereld van een kleuter vullen. In hun activiteiten en gedrag zijn Jip en Janneke aan hun leeftijdsgenoten gelijk. Na een dikke vijftig jaar spelen, is het wereldje van Jip en Janneke nog niet verouderd. Hun leven is een experimentele verkenningstocht en in dit boek gebeurt dit op het ritme van de seizoenen. In de lente planten ze bloemen, is er de grote schoonmaak en zoeken ze paaseieren. De zomer brengt muggen, radijsjes, zon, zee en ijsjes. Blaadjes vegen en noten eten gebeurt in de herfst en het jaar wordt afgesloten met de spanning rond de sint, de kerstboom en sneeuw. De indeling per seizoen brengt structuur in het boek, maar niet zozeer in de verhalen. Meer dan de helft van de verhalen wordt toevallig of wat geforceerd in een van de vier categorieën ondergebracht. Het spelen met wol gebeurt in de winter, hond Takkie is ziek in de lente en in de zomer drinken Jip en Janneke thee op zolder. De indeling is niet storend, maar ook niet erg relevant.
Een storend element vind ik wel in de taal. Laat er geen twijfel over bestaan dat Schmidt geprezen mag blijven voor haar zeer eenvoudig en toch gevarieerd woordgebruik in verstaanbare en gemakkelijk voor te lezen zinnen. Voor Schmidt is er geen noodzaak aan een werkwoord in elke zin. In 'De koning en de koning' staat: 'En Jip vindt een bontcape. Van moeder. Een mooie bontcape. De mot heeft erin gezeten. Maar dat hindert niet. Hij is nu een echte koning. Ook met een kroon op.' Hier en daar duiken in de tekst slordigheidjes op: Jip die zijn tong uitsteekt 'tegen' en niet 'naar' de haan en als de kids met oom naar zee rijden dan wordt de auto niet geparkeerd maar neergezet in de zin 'We zetten de auto hier neer'. Ik vraag me trouwens af welke Vlaamse kleutertjes (en volwassenen) 'sukade' kennen. En als Janneke met haar mooie jurkje niet mag zoeken naar eieren in de tuin dan wordt het haar 'te bar'. En oh, wat een 'herrie'!
Even onlosmakelijk als het duo zelf zijn ook hun makers. Fiep Westendorp heeft de kinderen hun eeuwige gestalte gegeven. Ze hebben er ooit ouder en langer uitgezien, maar zijn uiteindelijk de korte, romperige Jip en Janneke zonder nekjes geworden, met piekerig haar, wipneusje en de fijne, puntige vingertjes. Op vraag van een kleutermagazine heeft Westendorp haar figuren kleur gegeven. Elk verhaal in dit boek bevat een mooie, grote prent die heel knap de kern van de actie verbeeldt, zonder de kern te verraden. Het zijn geen gelaagde prenten die blijven boeien, maar vooral sfeervolle beelden die de gezelligheid van een kinderleven bevatten, zoals het zou moeten zijn: vrij en vrolijk in een veilige omgeving. Schmidt laat de kindertjes ronddartelen in een warme thuis van stroopwafels, flensjes en appelbollen. In een weinig rebelse structuur van de schoonmakende en strenge, maar liefdevolle moeder en de op kantoor werkende vader die graag tijd maakt om met de kids te klussen en te werken in de tuin, worden ze bemoedigd en bevestigd. Maar Schmidt laat de kinderen ook lekker stout zijn; ze krabbelen op het behang, knippen elkaars haar in trapjes en trekken bloemen uit. De kinderen mogen kinderen zijn, ouders komen ter sprake, maar zijn niet al te aanwezig. Westendorp respecteert dat ook in haar prenten. Zelden wordt een volwassene afgebeeld, de kinderen zijn de helden en ouders kunnen zo in de hoofdjes van de luisteraars worden gepersonaliseerd.
De korte verhaaltjes zijn gevarieerd, de eerste regels brengen de lezer meteen in een concrete situatie, op een bepaalde locatie waar dan 'iets' gebeurt. De actie schommelt tussen heel eenvoudig en bijna spectaculair. Schmidt maakt een gesprekje over een pauw even boeiend als een pottenbrekende circusact. Nooit eindigt een verhaal met een conflict, altijd wordt het probleem opgelost. Dat gebeurt soms door een eenvoudig inzicht van de hoofdfiguren of door tussenkomst van de moeder of ? en hierin schuilt voor mij een tweede storende element ? een slotzin van Schmidt, die als deus ex machina een wat inspiratieloos einde voorziet en mij als jonge lezer-luisteraar soms ontgoochelde in formuleringen als 'En dan gaan ze eten.' of 'En dan gaan ze fijn samen knikkeren', 'En Jip en Janneke hollen naar buiten' en 'Dan gaan ze naar huis.'
Ondanks mijn twee opmerkingen, die ik graag naar de rand verschuif, blijft het vooral genieten van Jip en Janneke in woord en beeld. Wie nog geen 'Jip en Janneke' bezit, kan zich uit die uitzonderlijke positie losmaken met deze verzorgde, gezellige en voor oudere lezers nostalgische bundeling van vijftig toppers over het eeuwige duo. [Evelien Borgonjon]
S. van Bruinisse
Bundeling van vijftig bekende Jip en Janneke-verhaaltjes tot een nieuw boek rondom de vier seizoenen. Zo gaan Jip en Janneke bloemen en wortels zaaien in het tuintje, paaseieren zoeken, gaan ze naar het strand, stampen in de regenplassen, maken een sneeuwman en samen versieren ze de kerstboom. Elk verhaal bevat een grote kleurenillustratie en daarnaast een kleinere zwart-witillustratie in de bekende tekenstijl van Fiep Westendorp. Eerder verschenen onder de titel 'Jip en Janneke vijftig jaar'* (2003). Voor deze nieuwe editie werd de vormgeving aangepast en werden vier verhalen vervangen. Kortom: een mooi kijk- en voorleesboek dat weer een feest van herkenning is voor de liefhebbers van Jip en Janneke. Aantrekkelijk omslag. Vanaf ca. 3 jaar.
Hedwige Buys
ua/an/22 j
De verhalen van Annie M.G. Schmidt mogen dan door een aantal critici als rolbevestigend en gedateerd beschouwd worden, dat weerhoudt uitgevers er niet van om telkens weer met een nieuwe uitgave uit te pakken.
Alle avonturen van Jip en Janneke werden door Annie M.G. Schmidt geschreven voor de kinderpagina van Het Parool. Vijf jaar lang (van 1952 tot 1957) schreef ze iedere week een verhaaltje over de twee kleuters. De verhaaltjes zijn vanaf 1953 gebundeld en in 1977 verscheen de grote Jip-en-Janneke-bundel. Deze stond model voor de in 2003 verschenen jubileumuitgave onder de titel ‘Jip en Janneke vijftig jaar’.
De teksten die voor de bundel ‘Een jaar met Jip en Janneke’ werden gekozen, zijn op die edities gebaseerd en de zwart-wittekeningen zijn hieruit afkomstig. Voor deze nieuwe editie werd de vormgeving aangepast en werden een viertal verhalen vervangen.
Tekenares Fiep Westendorp maakte vanaf het begin de illustraties bij de verhalen. Rekening houdend met het drukprocedé van de krant maakte ze geen gedetailleerde lijntekeningen maar silhouetjes. Die werkwijze bleef ze trouw, ondanks de beperkingen die dat inhield. Wel heeft ze voor verschillende bundelingen en drukken door de jaren heen nieuwe tekeningen van Jip en Janneke gemaakt. Ze paste de hoofdjes en lichaampjes licht aan en moderniseerde doorheen de jaren hun kleding. Van 1976 tot 1980 maakte Fiep Westendorp voor het kleuterblad Bobo kleurenillustraties voor de verhaaltjes. Voor dit boek maakte Gioa Smid een selectie van de mooiste en meest bijzondere kleurenillustraties. Jip en Janneke, nog steeds in zwart-wit, bevinden zich nu op paginagrote afbeeldingen waarin vooral blauw en groen op de achtergrond opvallen. De illustraties roepen de sfeer van de jaren ’60, ’70 op met vormen en attributen die vandaag terug te vinden zijn in een terugkerend modebeeld met enige nostalgische verwijzing naar weleer.
Beeld noch verhaal zijn spectaculair, eerder gewoon, aansluitend bij het verloop van de nabije tijd, realistisch, gebaseerd op herkenbaarheid en begrip. Ze stralen op die manier een warme vertrouwde veiligheid uit. In beide zit er tussen lijnen en zinnen een humor verweven, waardoor de alledaagse verhalen zich des te meer lenen tot voorlezen voor wie de wereld dicht bij huis nog moet verkennen. Wellicht is het ook die humor, zowel in beeld als taal die tal van volwassenen weet uit te nodigen tot opnieuw voorlezen van verhalen die kritiek van feministes overleefden, weerstand boden aan vernieuwingsdrang en stand hielden naast de concurrentie van andere eigentijdse kinderkoppels.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.