Ik kom terug : roman
Adriaan Van Dis
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Augustus, cop. 2007 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : VAND |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Augustus, cop. 2007 |
VOLWASSENEN : ROMANS : VAND |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Augustus, cop. 2007 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : DIS |
31/12/2007
Mulder, het centrale personage in Van Dis' jongste roman De wandelaar, is een Nederlander van vooraan in de 60, die in een van de betere buurten van Parijs woont. Hij leeft van een (blijkbaar grote) erfenis en brengt zijn dagen hoofdzakelijk door met wat men beleefd als nietsdoen zou kunnen omschrijven. Mulder is epicurist, estheet, rationalist én gewoontemens: iedere dag maakt hij dezelfde wandeling ? zijn cardioloog heeft hem meer beweging aangeraden. Over Mulders verleden komen we alleen maar te weten dat hij nu in Parijs woont omdat hij er tijdens zijn studententijd gelukkig geweest is ? voor de rest houdt de derde-persoonsverteller die hem de hele roman op de voet volgt en een neutrale stijl hanteert, zich op dit punt opvallend gedeisd. Mulder, zegt die verteller, "was [...] een onzichtbare man in zijn buurt [...] Zo was hij al honderden keren het plein voor de kerk overgestoken en nog nooit had iemand hem aangekeken."
Maar op een lenteavond verandert dat allemaal. Wanneer Mulder na gedane wandeling weer naar huis keert, wordt hij door een samengestroomde menigte meegedromd naar een door illegalen bewoond pand dat in lichterlaaie staat. Uit dat brandende huis springt plots een hond, die dadelijk naar Mulder rent. Overweldigd door de situatie zegt die tegen een agent dat hij de hem onbekende hond wel mee naar huis zal nemen en hem de volgende dag in het politiebureau zal afleveren. De volgende morgen, wanneer hij op weg is naar het politiebureau, ervaart Mulder dat de hond zijn leven ingrijpend zal veranderen. Hij is plots "zichtbaar" geworden. Mulder besluit de hond te houden.
De hond brengt Mulder door zijn uitgebreide kennissenkring van bedelaars en illegalen in contact met een ander Parijs: de buitenwijken die vaak op een niet zo fraaie manier het nieuws halen; het zinloze geweld van de hangjongeren; de uitbuiting van de sans papiers; het latente én het manifeste racisme, ook bij de politie; de politieke recuperatie van al deze problemen door de bewindslieden; de minister die harde maatregelen aankondigt. Het komt allemaal bekend voor, net zoals de spanningen tussen de individuele, sociaal bewogen priester (hier vertegenwoordigd door Mulders aanspreekpunt en discussiepartner whisky priest Père Bruno) en de kerkelijke hiërarchie.
In dit Parijs fungeert de hond eerst als beschermer, maar spoedig ook als het geweten van Mulder:
"'Wat wil je van me?' riep hij ten einde raad. De hond zweeg. Maar zijn ogen zeiden: Ik lik een bedelaar en jij wast mijn snuit. Je ziet hoe iemand dood wordt getrapt en maakt je zorgen over de vouw in je broek. Je geeft geld aan zwervers, maar durft ze geen hand te geven. Je aait mij, maar je aait ook de dertig jassen in je kast. Je kleedt je voor de buitenwereld, maar laat geen mens in je leven toe. Je haalt je neus op voor dronkelappen en drinkt in je eentje twee flessen." Dit is het centrale thema in Van Dis' roman: in hoeverre is een individu verantwoordelijk voor de ellende van anderen in de maatschappij, en belangrijker nog: wat kan zij of hij daaraan doen?
Je moet het Mulder nageven: hij, die naar eigen zeggen niet deugt voor sociaal werk, probeert tenminste. Hij gelooft dan ook, zoals hij het formuleert wanneer alles voorbij is, "in een beetje goed doen." Op instigatie van Père Bruno zorgt hij voor een paspoort voor de Tsjaadse sans papiers Ngolo. Ook een Sri Lankaanse illegaal die haar man in de brand verloren heeft probeert hij te helpen. Goed bedoeld, maar levert het wat op? In het eerste geval wordt niet alleen de sans papiers er beter van, maar vooral de Albanese maffia, die 15.000 euro opstrijkt voor een paspoort. En als het over Srimathie Ramdunu gaat, zijn Mulders motieven dan weer niet uitsluitend altruïstisch. Hij heeft immers een (weliswaar grotendeels platonische) verliefdheid voor haar opgevat. Zijn nobelste daad is eerder dat hij de hond waar hij zo gehecht aan geraakt is, uiteindelijk afstaat aan het zwaar verbrande meisje Fanta.
En zo gaat Mulder opnieuw naar af. Père Bruno is door zijn oversten op non-actief gesteld, Sri verkiest haar leven te leiden en zijn hond is hij weer kwijt. In zijn Parijs is ondertussen de rust weergekeerd na een aanslag op een minister en de daaropvolgende rellen tot in de oude stad toe. Maar de onderhuidse dreiging blijft. Of zoals een grote zwarte man die samen met een aantal lotgenoten voor het kantoor van de vreemdelingenpolitie staat, het voor Mulder formuleert: "Het spijt me dat u ons hier in deze ellendige toestand aantreft [...] maar nu u hier toch loopt, zal ik u een voorspelling doen: eerst zal Parijs ons verjagen en dan zullen er meer steden hun politiek wijzigen, daarna zal er een razende storm over Europa woeden.' Mulder deed een stap opzij. 'Ik hoop dat mijn woorden u pijn doen.'" Een onrustwekkende voorspelling. [Johan Waumans]
Redactie
Midden in Parijs leidt de zestigjarige Nederlandse rentenier Mulder een zorgeloos bestaan, totdat op een dag een huis vol illegalen bij hem in de buurt in vlammen opgaat. Daarbij ontsnapt er ook een hond, die zich aan Mulder hecht. Door de wandelingen die Mulder nu met de hond gaat maken, ziet hij opeens de andere kant van Parijs: naast het toeristische, blanke, welvarende gedeelte zijn er de straten vol daklozen, junkies, bedelaars en vooral talloze illegalen. Een ontmoeting met een militante predikant zet de ongelovige Mulder verder aan het denken, en langzaam maar zeker begeeft hij zich in die andere wereld en zet hij zich in voor zijn kansloze medemensen (en dan vooral voor een paar specifieke individuen), hetgeen hem door de gevestigde orde niet in dank wordt afgenomen. Een zeer fraaie en subtiele roman die een knappe weergave biedt van een verschuiving in het perspectief van een vertegenwoordiger van de blanke bovenklasse en zo een van de grootste problemen van onze tijd zeer stijlvol (en vaak ook vriendelijk-geestig) behandelt zonder in pamflettisme te vervallen. Verzorgde uitgave met leeslint t.g.v. het 5-jarig bestaan van uitgever Augustus; normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.