Faust : een en twee
Johann Wolfgang von Goethe
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Boom, cop. 2005 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : GOET |
31/12/2005
Al van in zijn vroege jeugd droomde Goethe ervan Rome te zien. Die jongensfantasie werd hem o.a. ingefluisterd door zijn vader, die in 1740, in het kielzog van talloze bedevaarders uit het noorden, Italië had bezocht. Goethes vertrek in 1786 had naar eigen zeggen echter niets van een lang op voorhand geplande reis, maar meer van een plotse vlucht. Om drie uur 's nachts verlaat hij Karlsbad om zijn brandend verlangen "die dingen met eigen ogen te zien" te bevredigen. Naast deze oude passie werd de vluchtgedachte hem ook ingegeven door de spanning tussen zijn functie als Geheime Raadsman bij de hertog van Weimar en zijn dichtersleven, maar ook en vooral door de uitzichtloosheid van zijn liefde voor de getrouwde Charlotte von Stein.
Als hij na een gehaaste trek doorheen half Italië uiteindelijk in Rome aankomt, weet Goethe dat zijn geest klaar is om "opnieuw geboren en gevormd te worden". Want zijn reisbeschrijving gaat niet zozeer over de schoonheid van het klassieke Italië, maar over hoe hij door het gewaarworden van deze totaal andere buitenwereld zelf een nieuwe mens wordt. En hij aanschouwt met open en onbevangen blik de meest uiteenlopende aspecten van die buitenwereld. Doorheen de Italiaanse reis krijg je zo een idee van de homo universalis Johann Wolfgang Von Goethe: hij wijdt graag uit over de botanica, de weersgesteldheid, de mineralogie, anatomie, de kunst en de volksaard van de Italianen. Maar het belangrijkste is wel dat hij gaandeweg zijn bestemming als kunstenaar vindt. Na systematische en verbeten pogingen om de beeldende kunsten onder de knie te krijgen, ziet de dan 39-jarige schrijver van Werther, Faust en Iphigenie auf Tauris in dat hij eigenlijk voor de dichtkunst geboren is. Overigens gaat het schrijven hem in Italië weer vlot af en werkt hij een aantal onafgewerkte fragmenten uit.
Het heeft tot 1813 geduurd eer de dagboeken tot en met zijn eerste verblijf in Rome in boekvorm verschenen. Een groot deel van de oorspronkelijke dagboeken en brieven van zijn reis naar Napels en Sicilië, en van zijn tweede verblijf in Rome, heeft Goethe verbrand. Dat deel van de reis heeft hij, net zoals Verdichting en waarheid, de gestiliseerde beschrijving van zijn jonge jaren, op latere leeftijd geredigeerd. Zo vind je in dit tweede en derde deel naast brieven ook verslagen en eerder gepubliceerde opstellen.
De moeilijkste vraag is of je deze god der Duitse Letteren 250 jaar na zijn geboorte nog met plezier kan lezen. Het moet gezegd dat uitgever Boom door de talloze voetnoten en een nawoord alles doet om de lezer deze reis door Goethes Italiaanse impressies aangenaam te maken. De Italiaanse reis bevat veelal bedachtzame, soms enthousiaste optekeningen van een man die zichzelf zoekt en lijkt te vinden. In de twee laatste delen vind je enkele van de fraaiste pennenvruchten van een rijpe, op dat moment hoogbejaarde wereldschrijver. Deze editie is een herdruk van de uitgave van 1999. Er is gekozen voor een iets groter formaat, wat aangenamer leest. Ook de klassieker ogende vormgeving van het boek zal aanspreken. [Kris Lauwerys]
Redactie
De Duitse schrijver, ambtenaar/diplomaat en natuuronderzoeker Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832) verbleef in de periode 1768-1788 in Italië: Venetië, Rome, Napels, Sicilië etc. Hij wilde door kennis van de natuur en de kunst (vooral die uit de Oudheid) van Italië zijn vorming als kunstenaar vernieuwen en voltooien. Door zijn verblijf daar is hij een meer klassicistisch schrijver geworden. In 1817 verscheen zijn 'Italienische Reise'. Hij verwerkte er zijn Italiaanse waarnemingen en belevenissen in, maar het is niet in de eerste plaats een reisverslag. Hij bedoelde het vooral als een onderdeel van zijn (geestelijke) autobiografie. Niettemin is het ook voor de Italië-liefhebber (bij vlagen) boeiend. Uiteraard is het zeker voor de in Goethe of de Duitse literatuur geïnteresseerde van belang. Het boek behoort tot de canon van de wereldliteratuur. De vertaling - prettig leesbaar - is de eerste integrale en geannoteerde Nederlandse uitgave. Met een verhelderend Nawoord van Marinus Pütz. Behalve vele annotaties bevat het monumentale boek ook nog een beperkte literatuurlijst, registers, een kaartje van Italië en het reisschema.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.