Hier is de tijd : gedichten
Esther Jansma
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Arbeiderspers, cop. 2005 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12422 |
31/12/2005
Esther Jansma heeft zich gaandeweg ontwikkeld tot een van de meest vooraanstaande dichteressen uit het Nederlandse taalgebied. Ze schrijft weliswaar spaarzaam en bedachtzaam, maar net daardoor is elke nieuwe dichtbundel van haar hand een kleinood. Dat geldt eens te meer voor de jongste bundel, die de treffende titel Alles is nieuw meekreeg. Die titel is typisch dubbelzinnig. Aan de ene kant gaat het inderdaad om 'nieuwe' verzen met eigen accenten; in die zin is de verwachting waarmee de lezer deze bundel aanvat inderdaad die van iets origineels, iets vernieuwends. Het vooruitgangsdenken is trouwens typisch voor onze westerse beschaving, die obsessioneel gericht is op modes, hits, op wat in is. Aan de andere kant zou Jansma Jansma niet zijn als ze die thematiek niet nadrukkelijk betrok op het verleden. Eigenlijk is niets nog nieuw in het licht van de eeuwenoude wisselvalligheden van onze beschaving, en dat geldt ook voor de hier met zoveel zorg afgedrukte gedichten. Reeds vanaf het openingsvers, tevens het titelgedicht, wordt de thematiek van de archeologie binnengebracht; de dichteres is immers professioneel werkzaam als archeologe. Het beeld van brokstukken uit het verleden, sporen waarvan de betekenis slechts moeizaam en gedeeltelijk achterhaald kan worden, vormt een model voor de gedichten uit deze bundel. In vijf thematische afdelingen wordt die wisselwerking tussen verleden en heden op een rijke en gevarieerde wijze poëtisch verklankt. Aan de ene kant vormt het verleden een model voor ons eigen bestaan in de actualiteit; aan de andere kant wordt het helemaal gekleurd door onze eigen ervaring. Moeders worden tegelijk ook dichters, de tijd haalt ons in... Jansma roept deze fundamentele ervaringen op met het ermee gepaarde heimwee, de vertwijfeling, maar ook de troost en de loutering die hieruit spreekt. Formeel is deze poëzie ontzettend doeltreffend, maar tegelijk op een vrij onopvallende wijze. Grote poëzie dus, en toch bestemd voor een ruim publiek: herkenbaar en vervreemdend... [Dirk De Geest]
Hans Groenewegen
Jansma's zesde bundel is hecht gecomponeerd: 5 afdelingen als de 5 bedrijven van een tragedie. De eerste behandelt het verleden vanuit het perspectief van de archeologe die de sporen betekenis verleent. De tweede toont hoe een zesjarige een bewustzijn van de wereld ontwikkelt en er in het nu van haar leven zin aan verleent. De centrale afdeling is geschreven vanuit een ouder die een kind verloor. Deze thematiek is er vanaf het debuut 'Bloem, steen' (1990). De vierde reflecteert op de gang van het leven zoals in de voorgaande afdelingen gepresenteerd. Er is alleen de betekenis die de mens in het nu geeft: 'vroeger is een gedachte'. Het is er wel een die steeds hetzelfde duister van de dood opnieuw denkt. Afdeling vijf toont, als een synthese, aspecten van het dagelijks leven. Een zekere vrede is merkbaar, maar dan wel tijdens 'de oneindige val door het niets'. De strofische structuur is harmonieus, maar Jansma heeft welbewust afgezien van welluidendheid. Dat versterkt poëtisch de thematiek: het onaflaatbaar opnieuw zingeven van het door leegte en dood omgeven nu van het bestaan.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.