Hemelsblauw : gedichten
Jan Lauwereyns
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff, cop. 2004 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : LAUW |
31/12/2005
Heel klassiek, en toch wat dwars, schreef de dichter Jan van Nijlen een Bericht aan de reizigers: "Bestijg de trein nooit zonder uw valies met dromen, dan vindt ge in elke stad behoorlijk onderkomen". Jan Lauwereyns onderneemt zeven decennia later in zijn nieuwe bundel een treinreis. In zijn tas zitten scherpe analytische instrumenten (de naalden van de experimenterende neuropsycholoog), een spiegeltje (de reflectie van het bewustzijn), speelgoed (woordspelig van aard). Hijzelf tuurt door het raam, in het besef dat zien en weten elkaar doordringen. Half uitgeslapen, dagdromend, klaarwakker, indommelend, de deur naar het onderbewustzijn op een kier. De sporen onder zijn voeten brengen hem -- terwijl hij zit -- mijlenver, tegen een razend tempo. De ziel intussen gaat te paard, geobsedeerd door een oud verhaal: de slang in de Tuin van Eden die de mens tot kennis heeft verleid en meteen het kwaad in de wereld heeft gebracht. "Geen trein reist ooit ver genoeg" luidt de slotregel van het eerste gedicht, waarin we 'slangelijk uit het venster kijken' en zien 'met gevorkte tongspriet'. In het tweede gedicht is er sprake van de 'treinmetafoor', twee gedichten verder van "vraagteek, uitroepluis of dubbelepier, / de ware grammatica leek verliefd // op die wervelloze slaafjes van haar, / herinnert zich een welgemikte komma". De reiziger die zich door het landschap boort, gaat ook de weg naar binnen, de kronkelgangen van het bewustzijn in. Dat wordt in een gedicht alleen waarneembaar in teken(s) van taal: "het gezegde doet zich voor".
Het spectrum dat deze gedichten bestrijken, is dat van de evolutie: "Scherp getande, vlees verzwelgende landbekruipers" -- daartegenover: "Wij, waggelende tweevoeters, / treffen alleen lukrake knoken aan, // diep in het losse zand van de / voortdurend zich herschikkende duin". Een paar keer wordt er verwezen naar de tweeledigheid der schepping: geest en materie. Op één been, zegt men, kan je niet staan. Lauwereyns' dwarse gedichten (telkens 4 strofen van 2 regels) springen van het ene been op het andere, doen de lezer over enjambementen struikelen, van de ene woordstam naar de andere hinkelen, door de bodem van een eerste betekenis naar de tweede zakken. Ze scoren als goede voetballers met linker- en rechterbeen. Om de verwarring compleet te maken, positief geformuleerd: om de hersenhelften weer bij elkaar te brengen, volgt op de eerste reeks van 5 maal 5 gedichten, een tweede, vervormd spiegelbeeldige reeks van 4 maal 4 gedichten. Ze hebben dubbel zo lange regels. Het zijn vloeiendere, dichter bij de 'first thought' staande voorvormen van wat in de eerste helft doordachter, in afgemeten versregels is ontregeld. Bij het lezen ga je dus heen en weer bladeren (om in de slangenmetafoor te blijven: ver-vel-len). Zonder ooit aan te komen, immers: "Geen trein reist ooit ver genoeg". Maar dit beweeglijke Tegenvoetig, tweebenig voert al ongemeen ver. "zo ja staan we opeens zo stil als maar stil kan staan". [Erik de Smedt]
Albert Hagenaars
Ingenieus, bizar en bij vlagen onleesbaar voor traditioneel ingestelde lezers. Dat zijn de opvallendste kenmerken van deze bundel van Jan Lauwereyns (1969). Behalve dichter is hij neuropsycholoog, een beroep dat zeker de nodige invloed op zijn poëzie heeft. Het vernuftige slaat vooral op de vorm: in elkaar grijpende reeksen van respectievelijk 5 en 4 verzen. Deze bestaan dan vrijwel alle weer uit vier strofen van 2 regels. Tegenover deze heldere bouw staat een moeilijk verteerbare inhoud met regels als: ''vraagteek uitroepluis en dubbelepier de ware grammaticale leek / slijmerig kruiplichaam met rekbare bek dat eieren eet om eitjes te / wriemelen wringen wurmen werkwoord''. Het zijn dus etymologische verschuivingen binnen én tussen de woorden plus associaties die de verbanden bepalen. Voer voor puzzelaars, frustratie voor het grote publiek (voor zover dat al bestaat bij poëzie). Lauwereyns heeft echter wel al na een paar bundels een onmiskenbaar eigen geluid weten te ontwikkelen en zijn werk is veel levendiger en uitdagender dan poëzie van het middenveld.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.