Van lente en sterfte
Hans Tentije
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Harmonie, 2003 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : TENT |
31/12/2003
Hans Tentije is geen veelschrijver, ook al heeft hij de afgelopen jaren geduldig aan zijn eigen, nogal bescheiden oeuvre gevijld. In zijn werk tracht hij dan ook niet toevallig het onuitspreekbare, de stilte, de revelatie van het pure licht gestalte te geven. Met die haast visionaire poëtica staat Tentije niet alleen; internationaal hebben tal van modernistische dichters hetzelfde streven gekend, en in het Nederlandse taalgebied is het werk van o.m. Ouwens hiermee verwant. Toch valt op hoe Tentije er niet echt in geslaagd is om van zijn recensenten een onvoorwaardelijk positief oordeel te krijgen. Over het algemeen vindt men zijn poëzie, in tegenstelling tot het programma van zuiverheid en spaarzaamheid dat wordt gearticuleerd, al te rommelig en breedsprakerig. Voor een gedeelte is die kritiek weliswaar terecht, maar hij doet toch afbreuk aan het eigene van Tentijes schrijven, zoals zich dat al in zijn debuut manifesteerde. De dichter streeft niet echt naar concentratie en abstractie, maar zoekt integendeel om dat ideaal van visie te bereiken via de omweg van het concrete, het materiële, het detail en (althans in zijn recentere werk) ook de anekdote. De 'onzuiverheid' vormt met andere woorden geen inbreuk op die poëtica, maar maakt er integendeel een noodzakelijke component van uit. Het dichterlijke ik speelt dan ook in deze lyriek een belangrijke rol; het selecteert en kleurt indrukken en ervaringen. De sfeer van gelatenheid die daarin meespeelt, verleent aan deze gedichten nog een meerwaarde. "Je vindt het niet, vooralsnog" is veelbetekenend de slotregel van het gedicht 'Orvieto'. In zijn beste gedichten confronteert Tentije de lezer niet alleen met het resultaat, maar ook met het proces van die zoektocht. De omtrekkende beweging van het gedicht is daardoor ook die van de leeservaring, met zoeken en tasten, met pogingen om losse fragmenten alsnog in een samenhangend relaas te vatten. De recente poëzie van Tentije is in dit opzicht niet warriger, maar integendeel krachtiger. [Dirk De Geest]
T. van Deel
Hans Tentije is in eerste instantie een kijkende dichter, die uitzonderlijk goed kan beschrijven. Maar zijn beschrijvingen, hoe uitvoerig en preciserend ze dikwijls ook zijn, dienen een ander doel dan alleen beschrijving te zijn. Ze willen de tijd en vooral het verlopen, het vergaan van de tijd vastleggen, of althans voelbaar maken. In 'De spuwers van Avioth' staat de kathedraal van dit Noord-Franse gehucht centraal, met name de spuwers: 'van steen te zijn en toch bijna te zweven, regens / terug te geven aan rioolkolk, sterfput, verjongingsbron'. De omhooggerichte penissen van deze spuwers zullen nooit 'van een alles lozend / orgasme de genade mogen smaken'. Intussen roept de streek de herinnering op aan de Eerste Wereldoorlog, vandaar dat de reeks eindigt met: 'je moet haast verdwalen wil je er komen, op zulke plekken / waar velen zijn gebleven, voor altijd vermist'. Dit is echt Tentije: prachtige subtiele beschrijvingen vol, ook historisch, tijdsbesef. Ook kunstwerken of archeologische voorwerpen roepen beelden en gedachtegangen op. Zoals bijvoorbeeld een Etruskische fibula, een litho van Munch, een kerkraam van Braque, de paradijs- en de kruisigingsscène in de twee helften van een walnotendop (uit de superieure, prachtige reeks 'Elbedromen'). Een bundel om te koesteren.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.