Ezelskaakbeen : gedichten
Peter Ghyssaert
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2001 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : GHYS |
31/12/2001
Onder de jonge Vlaamse dichters neemt Peter Ghyssaert een heel eigen plaats in. In zijn vorige bundels paarde de dichter immers al een opmerkelijk stilistisch vakmanschap aan een volstrekt eigen thematiek, die men zonder veel moeite als 'laat-romantisch' kan omschrijven. De dichter registreert, met enige fundamentele weemoed, de immense slijtage waaraan de wereld en de mensen genadeloos onderworpen zijn. Ook in zijn jongste bundel domineert die sfeer van teloorgang, verlatenheid en herfst, en opnieuw krijgt dat landschap van weemoed een sterk esthetiserende beeldspraak mee. Het lijkt erop alsof net de vergane schoonheid het sterkst het ideaal weet vast te houden. De personages in Ghyssaerts bundel worden verlaten, gebeten, gekwetst... en die ervaring draagt ertoe bij dat zij, lucider en heftiger, de zin van het leven zoeken. Toch is de teneur van deze lyriek niet deprimerend. Integendeel, de dichter weet uit de kleine dingen (kleuren, geuren, herinneringen) het beste te puren. Op die manier krijgen deze verzen toch een louterend effect. Het best kan men Ghyssaert misschien nog vergelijken met Luuk Gruwez, maar meer nog dan bij Gruwez vindt men hier een sterke klemtoon op de sfeerschepping, de klank en het langoureuze ritme. Daarbij komt dat deze bundel wat verhalender is dan de vorige, waardoor de lyriek niet enkel aan intensiteit maar evenzeer aan herkenbaarheid heeft gewonnen. In ieder geval bevestigt Ghyssaert met deze De zuigeling van Sint-Petersburg -- de titel verwijst veelbetekenend naar een preparaat dat, als medisch curiosum, werd bewaard -- al het goede dat reeds over hem werd verteld. [Dirk De Geest]
Hans Groenewegen
In zijn vijfde bundel is Ghyssaerts poëzie minder contrastrijk geworden. Voorheen contrasteerde hij precieus getekende portretten en werelden met verval en rotting. Onder de schitterende of gloeiende oppervlakte viel alles uit elkaar. Nog steeds situeert Ghyssaert (1966) zijn gedichten in archaïsche, onwerkelijke werelden. De breuken die erdoorheen lopen, of de onder de oppervlakte broedende geheimen, angsten en hartstochten zijn er nu eerder in bevroren. Zo ontstaan liefdevolle portretten, onder andere van oude mensen. Ghyssaert schrijft een melodieuze poëzie. Hij volgt geen schema’s, maar strooit het zeldene rijm en de vele assonanties onregelmatig, maar niet willekeurig door zijn ritmische, vrije verzen. Zo zorgt hij voor muzikale verrassingen, die echter de zegging steunen. Een gevaar dat zijn poëzie bedreigt, en waaraan hij niet altijd ontkomt, is dat zij niet meer is dan de sierlijke formulering. Weinig beklijft zij dan. Peter Ghyssaert is een dichter die zijn oeuvre gestaag ontwikkelt en niet tot enigerlei stroming behoort.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.