Waar blijft de ziel?
Bert Keizer
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
SUN, cop. 2000 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 157.2 WITT |
31/12/2001
Ik ken nogal wat mensen die met veel goede moed aan de Tractatus logico-philosophicus van Ludwig Wittgenstein zijn begonnen, om vervolgens het boek na een tiental bladzijden met een zucht terzijde te leggen. Wat nu? Nooit meer iets van Wittgenstein lezen? Sommigen zoeken dan maar hun toevlucht in studies over Wittgensteins werk, in de hoop dat die hen iets wijzer kunnen maken, en komen vaak al even vlug tot het besluit dat die lectuur de verwarring alleen maar vergroot. Voor die mensen biedt het boek Ludwig Wittgenstein : taal, de dwalende gids, van Bert Keizer, dé oplossing. Want Keizer slaagt erin om de vaak als hermetisch beschouwde filosofie van Wittgenstein in een, zeg maar, alledaags kleedje te steken. Dat doet hij eigenlijk op een voor de hand liggende manier. Hij leest Wittgenstein en vraagt zich dan, al schrijvende, af wat hij daar nu van heeft begrepen. Of hoe hij bepaalde gedachten en redeneringen het best kan interpreteren.
In zijn schriftuur parafraseert hij zelfs de stijl van de latere Wittgenstein, die tastend, vragend en onderzoekend was, en die gebruikmaakte van nogal wat voorbeelden. De voorbeelden die Keizer zelf bedenkt, zijn niet alleen verhelderend, maar vaak ook heel humoristisch. Hij spreekt de lezer ook voortdurend aan, iets wat de latere Wittgenstein eveneens vaak deed. Bijzonder verhelderend is Keizers gewoonte om geregeld samen te vatten wat hij tot op dat ogenblik meent te hebben begrepen, en dit zonder opdringerig didactisch te worden. Zijn grote bewondering voor Wittgenstein maakt hem echter niet blind voor punten van kritiek, die hij her en der formuleert, met name i.v.m. de Tractatus. Dat is ook het eerste boek dat hij bespreekt, gevolgd door een lezing van de Filosofische onderzoekingen en Over zekerheid (de tekst waaraan Wittgenstein tot enkele dagen voor zijn dood werkte). In drie aparte hoofdstukken, die telkens een van de besproken filosofische werken voorafgaan, geeft Keizer informatie over Wittgensteins leven, waarbij hij in hoofdzaak put uit de bestaande Dagboeken en brieven van de filosoof en uit de lijvige biografie van Ray Monk.
Wat vind ik nu van Keizers interpretaties? Die van de Tractatus is in ieder geval heel leerrijk en slaat vaak de nagel op de kop. Bv. wanneer hij vaststelt dat de schrijver van dat boek niet zoekt (in tegenstelling tot die van het latere werk); hij heeft namelijk gevonden. Wie ooit zuchtend de Tractatus terzijde heeft gelegd, maar een tweede poging overweegt, doet er goed aan eerst even te lezen wat Keizer erover schrijft.
Zijn bespreking van de Filosofische onderzoekingen, daarentegen, vertoont leemten, vind ik. Ten eerste springt Keizer daarin veel te kwistig om met citaten, al moet ik toegeven dat de aforistische stijl van het filosofische boek die werkwijze als het ware bijna opdringt. Ten tweede gaat Keizer veel te weinig -- of zelfs niet -- in op toch wel essentiële begrippen zoals 'de grammatica van een woord' (hij blijft daar heel vaag over, terwijl Wittgenstein toch duidelijk heeft uitgelegd wat hij hiermee bedoelt). Ook wat Wittgenstein bedoelt met (de onmogelijkheid van) een 'privé-taalspel', laat Keizer grotendeels onbesproken. Zijn analyse van Over zekerheid is dan weer wel heel helder en leerrijk, en zijn besluit i.v.m. de 'moeilijkheidsgraad' van Wittgensteins filosofie is midden in de roos: "Ik geloof," schrijft Keizer, "dat Wittgenstein als moeilijk ervaren wordt omdat je niet altijd doorhebt waarover hij zich verwondert." Dat is m.i. heel terecht opgemerkt. Vaak begrijp je bepaalde bedenkingen van Wittgenstein niet omdat je -- koppig of uit gewoonte? -- op een standpunt blijft staan van waaruit je de dingen op hun vertrouwde manier bekijkt. Wanneer je de moeite kunt opbrengen om enkele stappen te verzetten, zie je datzelfde ding opeens vanuit een ander perspectief, waardoor verwondering ontstaat. En verwondering is, zeker voor Wittgenstein, de motor van de filosofie. De grote verdienste van Keizer is dat hij de lezer, zonder schoolmeestersdwang, voortdurend uitnodigt om samen met hem die stapjes te zetten. [Koen Vermeiren]
Dr. D.G. van der Steen
In de stroom boeken over de Oostenrijkse filosoof Ludwig Wittgenstein (1889-1951) springt deze uitgave er duidelijk uit. De schrijver, bekend van 'Het refrein is Hein; leven en sterven in een verpleeghuis', is geen vakfilosoof, maar hij kan wèl schrijven. Het resultaat is een buitengewoon leesbare inleiding in leven en werk van Wittgenstein, met veel citaten uit de 'Tractatus', de 'Filosofische Onderzoekingen' en 'Over Zekerheid', geschreven voor een breed publiek dat geen wijsgerige voorkennis heeft maar wel in staat is en bereid is om na te denken. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.