We zijn toch geen brein? : waarom onze geest niet in ons hoofd zit, en andere lessen uit de biologie van het bewustzijn
Alva Noë (Auteur), Bert Keizer (Inleider)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lemniscaat, cop. 2012 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 415.4 NOË |
Besprekingen
15/02/2014
De reden voor de hedendaagse neurorevolutie is duidelijk. Als we onszelf en ons gedrag willen begrijpen, moeten we ons bewustzijn begrijpen. En dit correleert vrijwel volledig met de werking van onze hersenen.
Alva Noë trekt ten strijde tegen deze neurorevolutie. Volgens hem zijn we geen brein en zit ons bewustzijn niet in ons hoofd. Alle vooruitgang in het hersenonderzoek heeft ons geen stap dichter bij het bewustzijn gebracht dan een eeuw geleden. Het bewustzijn ontstaat volgens hem in een dynamische interactie met de wereld en bevindt zich niet binnen de grenzen van schedel of huid.
Noë argumenteert op verschillende manieren voor deze positie. Allereerst laat hij zien dat het breincentrisme een erfenis is van René Descartes, die argumenteerde dat wij ons denken en voelen zijn. En dat denken en voelen speelt zich af in een van de buitenwereld afgesloten ‘binnenwereld’. Voor Descartes was die binnenwereld een niet-gelokaliseerde, niet-materiële ruimte. De moderne hersenwetenschap lokaliseert die ruimte in het hoofd, maar voor het overige deelt ze alle vooronderstellingen van Descartes over het bewustzijn. Volgens Noë zijn die vooronderstellingen fundamenteel onjuist. Wij zijn niet onzeker over het bewustzijn van anderen; we gaan er zonder meer van uit dat anderen bewust zijn zoals wij. Wij redeneren niet over de binnenwereld van anderen, maar zijn vanaf onze geboorte met hen verbonden in betekenisvolle relaties.
Zijn belangrijkste argumenten haalt Noë uit zijn eigen onderzoek naar de visuele waarneming. Het traditionele probleem van de visuele waarneming is hoe we een volledig gekleurde, gedetailleerde, driedimensionele wereld kunnen ervaren, terwijl alles wat we binnenkrijgen twee tweedimensionele netvliesbeelden zijn, die ook nog eens van elkaar verschillen en bovendien elk een gat bevatten in de vorm van de blinde vlek. Het even traditionele antwoord luidt dat de hersenen op basis van deze schaarse informatie een complete driedimensionele wereld scheppen. Noë bekritiseert het Nobelprijswinnende onderzoek van Hubel en Wiesel, die suggereren dat de hersenen daadwerkelijk een beeld opbouwen uit lichtpunten, randen en contouren die door zulke cellen gedetecteerd worden. Volgens hem bestaat visuele waarneming helemaal niet uit het construeren van een beeld of representatie in een binnenwereld, maar — opnieuw — uit een dynamische interactie met de buitenwereld. We ervaren die wereld als aanwezig in al zijn kleur en detail, en kunnen haar naar believen raadplegen door onze ogen of ons lichaam te bewegen voor nadere inspectie.
Noë bepleit zijn positie met verve. Hij beschrijft het onderzoek dat hij gebruikt helder, en zijn betoog leest uiterst plezierig. De opbouw van zijn boek is evenwel niet helemaal doorzichtig; de onderwerpen die hij kiest ondersteunen zijn positie wel, maar volgen geen duidelijk betoog. Zijn argumentatie is ook niet altijd erg scherp of diepgaand. Dat neemt echter niet weg dat hij buitengewoon zinnige dingen zegt. Bovendien is het, in een wereld van strenge en kille ‘wij-zijn-ons-brein-ers’, een verademing een boek te lezen waarin onze alledaagse leefwereld intact gelaten wordt.
(Dit is een abstract van een artikel van Monica Meijsing. Het is verschenen in De Leeswolf 6 2013.)
[Monica Meijsing]
M.A.M. Bomhof, neuroloog-psychiater
De geest is meer dan wat de hersenen doen. Noë, filosoof in Berkeley, verwerpt de moderne visie waarin al onze waarnemingen en gevoelens op een neuronennetwerk in de hersenen berusten. Hij beargumenteert dat ons bewustzijn niet van binnen ons komt, maar een effect is van de interactie met onze leefomgeving. De schrijver citeert selectief en simplificeert de recente neurosciences zonder zelf zijn veelgebruikte 'bewustzijn' verder te definiëren. De ondertitel 'biologie van het bewustzijn' kan beter vervangen worden door 'filosofie van het bewustzijn'. Toch is dit boek met zijn provocerende reflectie een waardevolle bijdrage in de discussie met neurowetenschappers uit de school van Dick Swaab en Victor Lamme. Het leest redelijk gemakkelijk; met noten, een voorwoord van Bert Keizer en citaten van Wittgenstein. Een boek dat tot denken aanzet.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.