Elizabeth Costello
J.M. Coetzee
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Cossee, © 2023 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : COET |
Rob Schouten
rt/aa/11 m
In veel romans van de in Australië wonende Zuid-Afrikaanse schrijver en Nobelprijswinnaar J.M. Coetzee draait het om liefde en verbinding. Of het nu de hoofdpersonen uit In ongenade - de roman waarmee Coetzee hier doorbrak -, uit Portret van een jongeman of uit Elizabeth Costello zijn, allemaal proberen ze op hun manier het contact met de ander uit, maar het lukt ze niet echt, omdat ze te veel twijfelen, te rationeel zijn, te onhandig, te zelfzuchtig, te romantisch, wat niet al. Ze blijven eenzaam en gedesillusioneerd achter.
Het is al met al geen fijne, optimistische boodschap die Coetzee ons te bieden heeft: de mens is een nogal mislukt sociaal wezen.
Ook in zijn jongste roman, de liefdesgeschiedenis De Pool, komt het er niet van. Het is zeker niet zo dat de 83-jarige schrijver opeens anders en milder over de samenleving is gaan denken, integendeel, hij strooit nog wat zout in de wond.
De Spaanse Beatriz ontmoet de Pool Witold tijdens een concert. Zij is een slanke, wellicht aantrekkelijke verschijning, maar vooral een keurige vrouw van middelbare leeftijd die in het huwelijkse gareel loopt. Witold, een generatie ouder, is een min of meer beroemde maar ook enigszins uitgerangeerde pianist, vooral vertolker van Chopin, die hij naar de smaak van zijn generatie koel en niet al te bevlogen speelt.
Mallorca
Als Beatriz hem na het maar half geslaagde concert, zoals een goede gastvrouw betaamt, mee uit eten neemt steelt zij, zonder daar op uit te zijn en op onverklaarbare wijze, Witolds hart. Maar de betovering is niet wederzijds. De oude pianist beweert dat hij bij haar tot rust komt en vraagt haar halsoverkop met hem mee naar Brazilië te gaan, maar zij weigert, half gevleid, half geërgerd. Wel treffen ze elkaar wat later op Mallorca, het Chopin-eiland, en daar gebeurt het dan toch. Ze slapen een aantal nachten samen - Coetzee is overigens bepaald geen verlekkerde schrijver van bedscènes - en daarna verdwijnen ze voorlopig uit elkaars leven.
Nog weer later belt Witolds dochter Beatriz op: haar vader is overleden en heeft iets voor Beatriz achtergelaten. Het blijkt een bundel liefdesgedichten te zijn - gemiddeld niet al te beste gedichten, maar sommige zijn toch wel aardig - waarin de Poolse pianist als een matige Dante zijn Beatrice bezingt.
Beatriz laat ze van het Pools in het Spaans vertalen, citeert er een paar en schrijft een tweetal brieven aan haar gestorven aanbidder waarin ze uitlegt wat ze er allemaal van vindt. Einde verhaal.
Een hedendaagse liefdesgeschiedenis die als een nachtkaars uitgaat en dat is ook de karakteristieke boodschap van Coetzee: die uitgaande nachtkaars.
De gevoelige lezer voelt het betrekkelijke echec aankomen: de hoofdpersonen zijn niet geheel in balans, hebben te veel kanten om zomaar succes te hebben. Witold zoekt koelte in de muziek maar hartstocht in de relatie, bij Beatriz is het omgekeerd, zij houdt van de meer emotionele Chopin, maar koestert haar eigen beheerste temperament, de wereld van 'volwassen, beschaafde mensen'.
En dus zijn ze ook niet genoeg met elkaar in balans, ze wekken verwachtingen bij elkaar op die ze niet kunnen beantwoorden.
Al zijn Coetzees romans in zekere zin variaties op een thema, zijn illusiearme en sobere scepsis over het menselijk geluk is toch telkens weer verrassend. Ik ken geen schrijver van deze tijd die zo pijnlijk de condition humaine blootlegt en de mens in zijn naakte onvolkomenheid weet neer te zetten.
Het is niet eens de onbeantwoorde liefde die treft, maar vooral de mislukte communicatie tussen de vrouw en de man die je bij de keel grijpt. Beatriz' afstandelijke houding werkt niet, Witold blijft avances maken. De gedichten van Witold werken ook niet, Beatriz is er niet van onder de indruk, al kan ze er een paar wel waarderen. 'Het geval wil dat ze geen mens is voor grootse, hopeloze hartstochten - zo is ze duidelijk niet aangelegd - maar dat wil niet zeggen dat ze grootse hartstochten bij anderen niet bewondert. Het is prettig om te weten dat hij haar niet was vergeten, dat hij haar helemaal niet was vergeten, maar haar juist loofde in versvorm.'
Alleen maar pijnlijker
Een typische Coetzee-passage, bij hem zijn zaken nooit zwart-wit, de koele tantes zijn nooit alleen maar koel, de hartstochtelijke mannen niet alleen maar gepassioneerd; het maakt de misverstanden tussen beiden alleen nog maar pijnlijker, want je voelt dat het met een beetje toegeeflijkheid en wat meer souplesse misschien wél goed had kunnen komen.
Maar juist dat zit er niet in. Coetzees nuchtere zinnen - als schrijver is hij verwant aan de koele pianist - brengen het drama genadeloos in beeld, zoals in deze samenvatting over dat vreemde fenomeen, de liefde, pal nadat Beatriz haar Pool heeft weggestuurd: 'Niets serieus. Is liefde een gemoedsgesteldheid, een zijnstoestand, een verschijnsel, een hebbelijkheid die vlak voor onze ogen in het verleden verdwijnt, in de achterste regionen van de geschiedenis?'
Niks bijzonders wellicht, een lastige futiliteit.
De meest veelzeggende zin is de eerste in de roman: 'De vrouw is de eerste met wie hij moeite heeft, al spoedig gevolgd door de man.'
Hier spreekt de schrijver zelf, die zich verder nergens meer mee bemoeit, en hij geeft zijn oordeel: deze personages bevallen hem niet echt, ze zijn niet volmaakt. Alsof hij het over Eva en Adam heeft. De conclusie moet wel luiden: J.M. Coetzee heeft weinig op met de mens.
Sam De Wilde
rt/aa/25 m
Sinds hij in 2003 de Nobelprijs voor Literatuur kreeg, is John Maxwell Coetzee niet bepaald op zijn lauweren gaan rusten. De auteur van Wachten op de barbaren (1980) en In ongenade (1999) schrijft al sinds zijn debuut Schemerlanden (1974) tegen een gestaag tempo en het gewicht van de Nobelmedaille om zijn nek lijkt het ritme geenszins te vertragen. Naast essays en andere non-fictie publiceerde de tot Australiër genaturaliseerde Zuid-Afrikaan de afgelopen twintig jaar nog enkele romans, een Jezustrilogie en het laatste deel van zijn gefictionaliseerde memoires. Zijn nieuwste roman De Pool , een liefdesgeschiedenis tussen een oude Poolse pianist en een twintig jaar jongere Spaanse bankiersvrouw, lijkt geschreven door iemand die niets meer te bewijzen heeft, maar ook door iemand die niet zo heel veel nieuws meer te melden heeft.
De Pool is vintage Coetzee: een in spaarzaam proza uitgedrukte analyse van het immer gebrekkige gevoelsleven van de diersoort mens. Zelfs wanneer de schrijver een boek wijdt aan een buitenechtelijke relatie en de 'erotische bezigheden' die daarbij komen kijken, blijft de toon onderkoeld. Bij Coetzee wordt altijd hoogstens met mate genoten, en dat trekt zich ook door in de vorm van deze roman, waarin alles precies goed genoeg is. Naar Coetzees eigen zeggen bevatten zijn zuinige zinnen net voldoende 'syntactische flexibiliteit om de aandacht van de lezer vast te houden', en om die lezer niet alleen grammaticaal, maar ook inhoudelijk bij de les te houden, strooit de romancier genoeg gevleugelde uitspraken over de liefde, dat 'krakkemikkige filosofische bouwwerk', en het belang van klassieke muziek, in het rond. Voor de onderlegde cultuurliefhebbers zijn er verwijzingen naar Chopin en George Sand, en de classici worden bediend met een streepje opzichtige intertekstualiteit die verwijst naar Dante en zijn Beatrice.
Pathetisch
Op een gimmick met de nummering van alinea's na, is De Pool veeleer klassiek van vorm.
De roman biedt een soepelere leeservaring dan veel ander werk van de auteur, die weleens enige stroefheid verweten wordt. Hier geen heideggeriaanse of aristotelische terzijdes waar de lezer aan blijft haken. Maar in tegenstelling tot bijvoorbeeld de boeken die rond Coetzees alter ego Elizabeth Costello draaien, hier dus ook geen schurend lezen dat je dwingt om zorgvuldiger na te denken over wat je precies aan het lezen bent. Pas helemaal op het einde van zijn verhaal laat de inmiddels 83-jarige schrijver echt in zijn kaarten kijken met een behoorlijk vernietigende blik op de beperkte betekenis van zijn eigen vak. Coetzee heeft het over slechte poëzie wanneer hij in de laatste pagina's van De Pool een literair project 'pathetisch' noemt, maar er klinkt een zwartgallige visie op elke vorm van schrijverschap in door wanneer hij verzucht dat niemand die schrijfsels, die 'levenloze woordenbrij' ooit zou willen lezen: 'Alles voor niets, al dat geduldige gezwoeg, al dat gestapel van de ene baksteen op de andere.' Literatuur lijkt niemand van de vergetelheid te redden in dit universum en zo wordt ook dit boek toch weer een werk dat niet alleen over de tekortkomingen van de mens gaat, maar evenzeer over het onvermogen om daar met literatuur iets zinnigs en blijvends over te melden.
De Pool is geen laat meesterwerk in Coetzees oeuvre, maar het is wel een precies passend onderdeel van de zelfbewuste vorm van literaire sisyfusarbeid die J.M. Coetzee nu al grofweg vijftig jaar moedig bedrijft.
Vertaald door Peter Bergsma, Cossee, 160 blz., € 21,99 (e-boek € 11,99). Oorspr. titel: 'The Pole'.
Hans Bouman
rt/aa/25 m
Een wereldpremière is het weliswaar niet (de Spaanse editie verscheen al eerder), maar Nederland is er vroeg bij met de nieuwe roman van Nobelprijswinnaar J.M. Coetzee. Engelstalige lezers moeten nog tot september geduld hebben voor The Pole verschijnt. Wij kunnen nu al kennismaken met deze intrigerende roman, die in het Nederlands De Pool heet.
Intrigeren doet het boek letterlijk vanaf de eerste zin. Die luidt: 'De vrouw is de eerste met wie hij moeite heeft, al spoedig gevolgd door de man.' Deze 'hij', zo wordt al spoedig duidelijk, is niet een personage uit de roman. Het is niemand minder dat de verteller zelf. De verteller die zoekend is naar wat hij wil gaan vertellen en eigenlijk niet zo goed op gang lijkt te kunnen komen.
Het is, tijdens de eerste bladzijden van De Pool, alsof de schrijver bezig is zijn gedachten op een rijtje te zetten. Is dat waarom - nogal ongewoon in een roman - alle alinea's genummerd zijn? Omdat hij nog bezig is met het opzetten van zijn verhaallijn, het invullen van zijn personages?
De verteller ziet een vrouw voor zich: achter in de 40, lang, geen echte schoonheid maar beslist gracieus. En haar karakter? Dat kan zich 'metterdaad wel openbaren', oftewel: daar geeft hij al schrijvend wel invulling aan.
Met de man heeft de verteller het moeilijker. Hij is een Poolse concertpianist, Chopinvertolker, een vitale zeventiger, maar verder? Dan krijgt hij enkele invallen: de Pool zal een uitgesproken figuur blijken te zijn met een verontrustend vaag, misschien zelfs dor zieleleven.
De vrouw en de man, zo laat de verteller weten, kloppen al een jaar op zijn deur en willen óf worden binnengelaten, óf worden weggezonden en te ruste gelegd. 'Is nu, eindelijk, hun tijd gekomen?'
En jawel, dan begint het boek, al blijven de merkwaardige alineanummeringen tot het einde toe doorlopen en zal de verteltoon al die tijd merkwaardig (maar niet hinderlijk) schetsmatig blijven.
De vrouwelijke hoofdpersoon wordt ons voorgesteld als Beatriz, een Spaanse bankiersvrouw en lid van een Kring die maandelijks in haar woonplaats Barcelona muziekuitvoeringen organiseert. De mannelijke hoofdpersoon heet Witold Walczykiewicz en zal in Barcelona een pianorecital geven waarin het werk van Chopin centraal staat. Normaal gesproken is Beatriz niet degene die de uitgenodigde musici begeleidt, maar omdat de vaste gastvrouw ziek is, neemt zij de functie waar.
Dus haalt Beatriz de Pool af van het vliegveld, brengt hem naar zijn hotel en vervolgens naar de concertzaal, en gaat ze na afloop van de uitvoering met hem dineren. Opdat hij bij terugkeer in zijn vaderland tegen zijn vrienden kan zeggen: 'Ja, ze hebben daar in Barcelona goed voor me gezorgd.' Dat mag redelijk eenvoudig klinken, voor Beatriz is het aanleiding tot heel wat gepieker. Want wat impliceert dat, een man aangenaam bezighouden in een vreemde stad? 'Hij zal, op zijn leeftijd, vast geen seks verwachten. Maar hij zal zeker vleiende praatjes verwachten, geflirt zelfs.'
Van tijd tot tijd lijkt het of nog steeds de verteller aan het woord is, die bezig is de ideeën en karaktereigenschappen van zijn personage in te vullen. Maar gaandeweg trekt de schrijver zich terug en laat zijn personages hun gang gaan.
Er ontwikkelt zich een interessante relatie tussen de bankiersvrouw en de pianist. Witold betoont zich onmiddellijk gecharmeerd van Beatriz, maar die houdt bewust afstand. Het bezoek verloopt vriendelijk maar zakelijk. Een week later ontvangt ze een cd met opnamen van Witolds Chopin-nocturnes: 'Voor de engel die over mij waakte in Barcelona.'
Enkele maanden later stuurt de pianist Beatriz het bericht dat hij een aantal masterclasses zal geven in Girona en nodigt hij haar uit voor een ontmoeting. De bankiersvrouw laat weten geen tijd te hebben, maar reist toch af naar de provinciestad, waar Witold haar voorstelt hem te vergezellen op zijn toekomstige tournee door Brazilië. Dit idee wijst ze resoluut af.
In de maanden die volgen schrijft ze hem met regelmaat strenge mails waarin ze afstand probeert te creëren; mails die ze overigens niet altijd verstuurt. Bovendien duiken er in haar hoofd telkens fantasieën op over 'de Pool' en probeert ze zichzelf bij herhaling te overtuigen dat ze niet in seks geïnteresseerd is. Nee, ze vindt het niet erg dat zij en haar man geen seks meer hebben en nee, ze moet er al helemaal niet aan denken met Witold in bed te belanden.
Met deze gebeurtenissen is de toon van het boek gezet. De Pool is een meesterlijke oefening in het ophouden van de schijn en het tegen de klippen op volharden in zelfbedrog. Dat komt op fraai ingetogen maar zeer veelzeggende wijze naar voren in de tweede helft van deze korte roman. Er hebben belangrijke gebeurtenissen plaatsgevonden waar we hier niet nader op ingaan, als Beatriz een cyclus van 84 door Witold geschreven gedichten in handen krijgt. Ze zijn aan haar gewijd, maar in het Pools geschreven, zodat ze op zoek moet naar een vertaler. Dat wordt, ironisch genoeg, een oudere dame die gespecialiseerd is in juridische teksten en geen ervaring heeft met poëzie. Maar het resultaat van haar werk maakt veel indruk op Beatriz, die zich in de loop van de roman steeds meer laat kennen, zelfs aan zichzelf.
Er wordt in De Pool bij herhaling verwezen naar de onbeantwoorde, maar literair uiterst vruchtbare liefde van Dante voor Beatrice (de naam van onze vrouwelijke hoofdpersoon is natuurlijk geen toeval), alsook de gecompliceerde liefde van Frédéric Chopin en George Sand. De roman leest deels als een ironisch commentaar op deze befaamde liefdesgeschiedenissen. Nee, niet alle moeilijke liefdes leiden via een omweg toch tot iets moois. Sommige (de meeste?) zijn gewoon alleen maar moeilijk - punt.
Terwijl Beatriz door Witolds gedichten bladert, concludeert ze dat hier eigenlijk sprake is van 'een manuscript, een embryo van een boek'. Datzelfde kan gezegd worden van Coetzees roman. Die heeft een liefdesgeschiedenis tot onderwerp, maar biedt die aan in bijna prenatale vorm: schetsmatig, in grote lijnen. In aanleg is alles aanwezig. De lezer mag de vroedvrouw zijn.
Uit het Engels vertaald door Peter Bergsma. Cossee; 160 pagina's; € 14,99.
Bart Van der Straeten
rt/aa/14 m
De Nederlandse vertaling van 'De Pool' komt precies tussen twee grotere taaledities in: de Spaanse verscheen al vorig jaar, de Engelse volgt in de zomer. De Zuid-Afrikaanse Nobelprijswinnaar van 2004 gunt de wereldpremières van zijn boeken tegenwoordig aan kleinere taalgebieden of aan uitgeverijen in het zuidelijke halfrond (de Spaanse editie verscheen bij een Argentijnse uitgever). J.M. Coetzee lijkt dus gevoelig voor de machtsverhoudingen tussen talen, maar ook voor de betekenisverschuivingen die andere talen meebrengen. Elke nieuwe vertaling van zijn werk lijkt hij als een nieuw boek te beschouwen. Een tekst die anders is dan de tekst in de oorspronkelijke taal, zonder dat het verschil precies te vatten is. Over dat ongrijpbare, die restfractie, die hopeloos verloren gaat en toch oorverdovend aanwezig is, gaat het ook in 'De Pool', een bijzonder intelligente parabel over gebrek, verlangen en vergankelijkheid.
Die Pool is Witold Walczykiewicz. Op uitnodiging van een culturele vereniging landt hij in Barcelona. De 48-jarige bankiersvrouw Beatriz moet hem opvangen. In haar naam klinkt Dante's Beatrice door. De Pool is 72, hij heeft furore gemaakt met zijn interpretaties van Chopin en komt die nu ten gehore brengen voor de bemiddelde en burgerlijke Barcelonese melomanen. Pianist wil hij zichzelf niet noemen, liever spreekt hij in zijn eigen, wat gebrekkige Engels van 'een man die pianospeelt'. Met dezelfde ingetogen bescheidenheid zoekt hij in de weken en maanden na het concert contact met Beatriz. Hoffelijk, niet dwingend, met zachte woorden en onopzichtig gedrag: 'Jij maakt me rustig,' zegt hij, 'je beschermt me.' Even later vraagt hij haar mee te gaan op tournee door Brazilië. Beatriz, die in een soort verstandshuwelijk samenleeft met haar vreemdgaande man, wordt erg onrustig van Witolds voorstel. Ze besluit er niet op in te gaan. Maar hoezeer ze zichzelf er ook van probeert te overtuigen dat ze helemaal niets voor hem voelt, haar geest blijft als een nieuwsgierige gier rond de onvatbare, 'kadaverachtige' figuur van de Pool cirkelen. Zijn beschaafde helderheid confronteert haar met het kluwen van woorden, gevoelens en gedachten dat hij in haar losmaakt: 'Wat wil ze van hem dat hij weigert te geven?'
Er komt een moment dat ze samen zijn, en er komt een moment dat ze uit elkaar gaan. Maar minder dan over die feitelijkheden gaat 'De Pool' over wat er in ons hoofd gebeurt als we geconfronteerd worden met een andere mens. Over het verlangen om precies te weten wat de ander wil en voelt en wat wij zelf willen en voelen, en de onmogelijkheid om daar zekerheid over te krijgen. Is het liefde of is het medelijden? Wat betekenen die woorden? En hoe interpreteren anderen die?
Constant wordt er vertaald in 'De Pool', van het Pools naar het Engels naar het Spaans, soms van het Spaans naar het Russisch of het Frans. Er worden brieven geschreven, er wordt gebeld, gemaild, gesproken, aangeraakt. Het hele scala aan communicatiemiddelen passeert de revue, in het begin lijkt zelfs de verteller niet te weten wat zijn personages hem precies te melden hebben. Maar op geen enkele manier komen verteller of personages dichter bij de kern, laat staan bij elkaar.
'Waarom leeft Chopin voort, denkt u?' vraagt de nuchtere, 21ste-eeuwse Beatriz na het concert aan de pianist. 'Omdat hij ons over onszelf vertelt. Over onze verlangens. Die soms verlangens zijn naar wat we niet kunnen krijgen,' zegt Witold. Kunst, toont Coetzee in deze magnifiek melancholische novelle, is de tijd- en ruimteloze zone bij uitstek waarin mensen elkaar vinden in het niet bij elkaar kunnen komen.
Roderik Six
rt/aa/22 m
Helaas vindt Nobelprijswinnaar J.M. Coetzee niet de juiste toon in zijn liefdesroman De Pool.
Voluit heet hij Witold Walczykiewicz maar omdat niemand zijn familienaam kan uitspreken, noemen ze hem gewoon ‘de Pool’. De wereldvermaarde pianist, gespecialiseerd in Chopin, wordt in Barcelona uitgenodigd voor een recital en daar hoort natuurlijk een ontvangstcomité bij. Dat wordt geleid door Beatriz, een bankiersvrouw van eind de veertig die zich onledig houdt met goede werken en deze avond als gezelschapsdame zal fungeren. Met enige weerzin, want ze is niet echt fan van de Pool – zijn controversiële interpretaties van Chopin zijn te modern naar haar smaak. En hopelijk begrijpt de maestro Engels, anders wordt het een dovemansgesprek.
Na het obligate applaus en een rondje handjes schudden met de lokale elite, neemt Beatriz de Pool mee op restaurant. De pianist blijkt een aimabele bejaarde, in de herfst van zijn leven. Zijn Engels is ietwat houterig maar de avond verloopt naar wens. Beatriz begeleidt haar gast naar het hotel, waar ze keurig op de stoep afscheid nemen.
Klus geklaard, denkt Beatriz, maar ze onderschat de impact van haar verschijning. Witold wordt halsoverkop verliefd op zijn Spaanse gastvrouw en zal haar in de daaropvolgende maanden bestoken met mails die almaar driester worden. Eerst noemt hij haar een muze, een vrouw die rust in zijn leven brengt, maar al snel stelt hij voor om samen naar Brazilië te verhuizen. Dat Beatriz gehuwd is, vormt volgens de Pool geen belemmering; de liefde laat zich niet kooien door dergelijk kleinburgerlijk instituut.
Beatriz vindt het amusant. Ze is zelfs een tikkeltje geflatteerd – het is tenslotte lang geleden dat een man haar het hof heeft gemaakt. Ook haar echtgenoot is gecharmeerd: blijkbaar beschikt hij over een begeerlijke vrouw. Hij vindt het dan ook niet erg dat Beatriz de pianist uitgenodigd heeft op hun buitenverblijf. Zij wil voor eens en voor altijd komaf maken met die kalverliefde. Zodra de Pool haar ware aard leert kennen, zal de liefde wel koelen zonder blazen. Dat is toch het plan. Maar of de Pool dat ook zo ziet?
Liefde blijkt opnieuw de kleinste vorm van oorlog in dit drama van Nobelprijswinnaar J.M. Coetzee. Een man op de rand van de dood klampt zich vast aan een jongere vrouw, meer behelst deze roman niet, en ondanks de danteske thematiek en de sporadische klasseflitsen moet je jammer genoeg vaststellen dat Coetzee hier niet in grote doen is. De urgentie ontbreekt, de personages ontsnappen amper aan hun clichématige rol en het plot hobbelt richting een zwak slot. Ook op taalgebied valt er weinig te beleven – de zin hiernaast is een uitzondering op de regel. De Pool blijkt helaas een valse noot in een verder indrukwekkend oeuvre.
**
Cossee (oorspronkelijke titel: The Pole), 152 blz., € 22,99.
Bookarang
Een literaire roman over liefde en kunst. De Pool geeft een pianoconcert en Beatriz neemt hem na afloop, namens het organisatiecomité, mee naar een restaurant. De pianist valt als een blok voor de twintig jaar jongere vrouw. Ze gaat aanvankelijk niet op zijn avances in, maar als hij terugkeert in Spanje gaat ze overstag. In gedetailleerde, lichtvoetige stijl geschreven. Geschikt voor een literaire lezersgroep.J.M. Coetzee (Kaapstad, 1940) is een prominente (scenario)schrijver, dichter en vertaler. Hij schreef meer dan dertig boeken. Zijn werk werd in verschillende landen uitgegeven en won meerdere prestigieuze literaire prijzen, zoals de Booker Prize, de Nobelprijs voor de Literatuur en de Prix Femina étranger.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.