Patricia
Peter Terrin
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
De Bezige Bij, 2015 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : TERR |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
De Arbeiderspers, 2013 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : TERR |
15/01/2013
In Post mortem voert Peter Terrin een schrijver op die beducht is voor biografen. De veertigjarige Emiel Steegman heeft vijf matig succesvolle boeken gepubliceerd. In de openingsscène bedenkt hij een smoes om niet naar een literair diner te hoeven, familieomstandigheden. Stel dat hij ooit beroemd wordt, bedenkt Steegman, stel dat een biograaf zijn e-mailverkeer uitvlooit en op dat mysterieuze zinnetje botst — dan denkt die vast een belangrijk geheim ontdekt te hebben. Als hij later met zijn dochtertje door de tuin loopt, weet hij dat zijn biograaf zich nooit zo’n alledaags moment zou kunnen verbeelden. Biografen geloven in de waarde van sporen. Geschiedenisloze momenten als deze vallen tussen de mazen en zijn voorgoed verloren.
Om dat soort kwesties scherper in het vizier te krijgen, bedenkt Steegman een andere schrijver, T. T heeft een internationale bestseller geschreven kan het zich veroorloven geen interviews meer te geven, weinig te publiceren, op te gaan in een geschiedenisloos bestaan. Voor Steegman is T tegelijk een gedroomde versie van zichzelf en een proefpersoon om over zijn eigen leven na te denken. Steegman past zijn belevenissen aan tot het in de fictie van T past. Tegelijk verkent hij met T zijn angst voor de biografie.
In het eerste deel van Post mortem amuseert Peter Terrin zich enorm met het spiegelspel tussen Steegman en T — en hemzelf. De roman lijkt even een thrillerachtige richting in te zullen slaan, maar komt knarsend tot stilstand wanneer Steegmans dochtertje na een verjaardagsfeestje niet wakker te krijgen is. Terrin beschrijft erg goed de sluipende onrust, twijfel, paniek, schuldgevoelens. Het blijkt dat Renée een herseninfarct heeft gehad. Ze wordt in een kunstmatige coma gehouden.
In deel twee is Steegman zelf aan het woord: hij zit bij Renées bed op een oude Olivetti te tikken. Zijn notities zijn sober, precies, gedetailleerd en zeer aangrijpend. Ze blazen de spiegeleffecten van het eerste deel gewoon weg. Steegmans gepieker over de biografie en het publieke beeld van de schrijver draaide vooral om het verlangen naar controle: het beeld dat anderen van zijn leven hebben — en zijn leven zelf — wil hij maximaal zelf beheersen. Renées infarct levert hem uit aan het onbeheersbare toeval. Het is een ironische bevestiging van de smoes die hij eerder had bedacht.
In het derde deel — verteld door Steegmans biograaf — zijn we tien jaar verder en is Steegman net gestorven. Hij is beroemd geworden, zijn roman T werd zelfs een wereldsucces. Je snapt dat Terrin van Steegman een beroemdheid moest maken om te rechtvaardigen dat hij al bij leven een biograaf kreeg, maar dit is echt wel over the top. Dit derde deel heeft iets afgeraffelds — alsof Steegman Terrin niet meer interesseert.
Terrins dochter is iets gelijkaardigs overkomen als Renée. Dat autobiografische aura kun je niet negeren. Terrin heeft gekozen voor een autobiografie die haar eigen fictieve karakter aanvaardt en onderzoekt. De fictie stileert en houdt emotionele chantage op afstand.
(Dit is een abstract van een artikel van Eddy Bettens. De volledige tekst is verschenen in De Leeswolf 6 2012.)
[Eddy Bettens]
L.A.A. Kruse
Emiel Steegman, gevierd Vlaams schrijver van zes boeken, is getrouwd met Tereza en heeft een 4-jarig dochtertje Renée. Hij is in opspraak geraakt omdat een moord in een van zijn romans later echt heeft plaatsgevonden. Hij wil zich onttrekken aan een opgelegd diner en verzint een smoesje: ‘Wegens nogal moeilijke tijden in de familie’. In het tweede deel (gezet in een afwijkend lettertype en afwijkend van toon en stijl) wordt zijn leugentje waarheid: Renée wordt niet wakker uit een middagslaapje en wordt met een herseninfarct in het ziekenhuis opgenomen. Hevig aangeslagen werkt Steegman verder aan een roman over T, een biograaf die een boek schrijft dat is gebaseerd op Steegmans leven. Hij hoopt dat zij geneest door zijn fanatiek gehamer op de schrijfmachine. Het feit dat hij voor ‘T’ een literaire prijs in de wacht sleept, dringt niet tot hem door. Intrigerende, ontroerende, klassiek opgebouwde, autobiografische roman van Terrin (wiens dochtertje dit echt heeft meegemaakt), die de lezer meevoert in een spiegelpaleis en een adembenemend spel speelt met verbeelding en werkelijkheid. Bekroond met de AKO-literatuurprijs 2012. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.