Patricia
Peter Terrin
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Arbeiderspers, cop. 2003 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 2732 |
Dirk Leyman
i /un/11 j
Peter Terrin (°Gent, 1968) is een zelfverklaard aanhanger van het 'dirty realism' van Raymond Carver. Als geen ander wist deze grootmeester van het Amerikaanse korte verhaal hoe je tussen de plooien van het dagelijkse (gezins)leven de verontrusting en de onvolmaaktheid van onze omgang met elkaar kon detecteren. Is het geen raadsel hoe iedereen zijn pantser van normaliteit zo lang weet te handhaven? Dat blijkt ook de hamvraag in Terrins boeken, waarin hij, net als Carver, liever een woord te weinig dan te veel gebruikt en bij voorkeur ordinary people laat opdraven. Met instemming citeert Terrin, voorafgaand aan zijn eerste verhalenbundel De code, ook de Schotse schrijver James Kelman: "People are under pressure. Ye never know what's going on, what's under the surface." Onder die oppervlakte - en daar toont Terrin zich sterk in - ligt de ontsporing als een geduldige hyena op de loer.
Einzelgänger Terrin, in 1996 laureaat van de verhalenwedstrijd van De Brakke Hond, is niet op te jutten tot overproductie of versnippering in randprojecten. De schrijver stippelt zijn eigen route uit en die is oer-Vlaams en toch ook bijna universeel, zoals zijn debuut De code (1998) bewees. De code was een soort plakboek van banale tranches de vie, waarin personages met doordeweekse namen als Paul, Peter, Sven, Pieter en Ann zich in de verdokenheid van nieuwbouwwijken, wasserettes, fabrieken en bordelen ophielden en grossierden in zinsneden als: "Er was iets met me aan de hand, maar ik wist niet wat." De kritiek toonde zich voorzichtig enthousiast, maar was heel wat minder te spreken over de opvolger, de roman Kras (2001). In dat nadrukkelijk sobere verhaal van drie oudere heren, die in de hal van een appartementsgebouw besmuikte commentaren leveren op geschiedenisloze dagen, slaagde Terrin er nochtans in de realiteit opzichtig uit haar hengsels te tillen. Wanneer een nieuwe schoonmaakster haar opwachting maakt, leveren de bejaarde rakkers zich met enig vertoon over aan hun heropgewekte driften.
In zijn nieuwe roman Blanco wordt de werkelijkheid opnieuw (heel) langzaam ontwricht. Maar omdat Terrin deze keer te hooi en te gras zijn toevlucht neemt tot nogal surrealistische ingrepen en niet zo vaardig met zijn plot omspringt, is de ontknoping redelijk absurd. Suspense-elementen (al dan niet als persiflage gejat uit het B-filmgenre) blijken amper te werken, vooral door de verlammende traagheid waarmee alles zich ontrolt.
Niettemin moet je Terrin nageven dat hij een eigen toon en universum heeft ontwikkeld. Het hoofdpersonage Viktor is een herkenbaar concentraat van de Johannen, Emielen of Jorissen uit zijn debuutverhalen. Viktor is een plichtsbewuste ambtenaar bij het ministerie van Volksgezondheid. Voortdurend in zijn gitzwarte pak gestoken probeert hij de dood van zijn beeldschone echtgenote Helena te verwerken. Zo goed en kwaad als het kan neemt hij de zorg voor zijn twaalfjarige zoontje Igor op zich. In gedetailleerde passages lezen we hoe Viktor Igor naar school brengt, zijn ontbijt voorbereidt of zijn baan als wetenschappelijk onderzoeker tracht te hervatten. Het wordt allemaal nogal mat te berde gebracht, al last Terrin weleens een mild ironische bespiegeling in over bureaucratische geplogenheden of doet hij Viktor steigeren bij files of andere grootstadskommer. Maar dat er iets scheelt met Viktors perceptie van zijn omgeving, wordt wel duidelijk. Viktor bevroedt overal gevaar en begint rotsvast te geloven dat de buitenwereld het op hem gemunt heeft: "Dat was de opdracht: alert zijn, altijd en overal." Vandaar dat hij Igor aan de schoolpoort gaat afhalen, voor het gebouw patrouilleert en zelfs met behulp van een privé-detective een verdachte leraar schaduwt. De angst neemt groteske vormen aan, door Terrin geduldig omgesmeed tot een weefwerk van obsessionele details. Het onbehagen plant zich uiteraard over op Igor. Viktor sommeert de jongen om op school een mes te dragen. Een onverkwikkelijk incident waarbij het voorwerp in het been van een leerling terechtkomt, leidt ertoe dat hij van school wordt gestuurd. Intussen heeft Viktor het van het ministerie voor elkaar gekregen dat hij thuis zijn stalen kan analyseren en zodoende nog amper zijn appartement uit moet. Nu Igor niet meer naar school kan, neemt hij de jongen als het ware in gijzeling om zelf diens opvoeding en veiligheid te garanderen. Beter zo, want "de afweer moet slim worden opgetrokken". Ook het fundamentalistisch terrorisme, de luchtvervuiling, de ozonwarmte en onzichtbare virussen staan de gekwelden immers rechtstreeks naar het leven.
Dat de paranoia een brug te ver zal gaan, voel je op je sokken aan. Beoogt Terrin een kurkdroge satire over de excessen van het veiligheidsdenken? De verteller geeft geen krimp en brengt de surrealistisch getinte feiten met een uitgestreken gezicht (zo stel je je althans voor). Wanneer blijkt dat Victors vrouw bij een carjacking om het leven is gekomen, kun je een en ander beter plaatsen. "Mijn aandacht mag niet verslappen, dacht Viktor. (...) Niemand weet wat er staat te gebeuren, en zeker niet wanneer. Er komt geen verwittiging" - het leidmotief van Blanco wordt uitentreuren herhaald. Nog meer digitale sloten en barricades, een extra camera (om Igor van minuut tot minuut in de gaten te houden) en, waarom niet, tralies voor het raam... Dit loopt niet goed af. Toch is de ontknoping een voorspelbare sof. Igor, de overbetuttelde en gegriepeerde jongen die geen vin meer kan verroeren, is de dupe. Hij wordt 'geofferd' terwijl Helena uit de doden herrijst. "Ik heb goed voor hem gezorgd", stamelt Viktor haar toe. De angstzweetreservoirs raken uitgedroogd, de veiligheidsfirma's zijn een pak rijker en de schrijver? Hij zat ten slotte zonder inspiratie: "Alles wordt eindelijk weer normaal. Een intense rust daalde in Viktor neer."
Bij voorganger Kras was het al harken om het verhaal met een paar noodsprongen rond te krijgen. In Blanco is dat niet anders. Opvallend is dat Terrin hier ook nogal wat stilistische steken laat vallen. Zijn taalgebruik vertoont soms een merkwaardige, gecoiffeerde stroefheid, met betreurenswaardige en onverzorgde zinnen tot gevolg, als om zich heen grijpend tandbederf waartegen geen sneltube fluor helpt. Een foto van Helena wordt cryptisch omschreven als "de stille, op het netvlies gebrande pixel waarin een kleurig televisiescherm zich - pats - heeft teruggetrokken". Zelfs na vijf keer herlezen wil deze kromme zin zich niet voegen: "En daar doet hij goed aan, dacht Viktor strijdvaardig, terwijl de gloed van een haardvuur de kamer oplichtte, want zelfs de kleinste misstap zal hem zuur opbreken." Vreemdsoortige vaststellingen doet Viktor over de nachtrust van auto's: "Het was Viktor opgevallen dat Vervaeckes auto als enige in de buurt buiten sliep." Met krachteloze of ronduit nonsensicale vergelijkingen uit Blanco kun je een bloemlezing vullen: "Zijn blik zoog zich vast als een laars in de modder" (In die modder wil ik staan); "Viktor kreeg één voet en één hand los van de ladder, en hing toen minutenlang op deze wijze tegen de gevel, als in een tekenfilm te pletter geslagen" (Aan die gevel wil ik hangen); "Altijd waren de donkere, bakstenen muren aan het zweten, als had het gebouw jaar in jaar uit te kampen met griep" (Dat gebouw wil ik zien); "Een bizar en nooit gezien optimisme woei door het land als een aanstekelijke wind" (Die wind wil ik voelen).
Voor recensenten is de categorie 'interessante mislukkingen' een noodpiste. Welaan dan. Blanco weet duidelijk geen kant te kiezen en hinkt op te veel benen tegelijk. Voor een satire is het boek te slap en te serieus, voor een ironisch verhaal zit het te dicht op de realiteit, voor een schets van een paranoïde wordende geest blijft het te schetsmatig, te afstandelijk en te beschrijvend, zonder ergens in het vlees te snijden en qua plot, tja, laten we daar maar over zwijgen. Terrin heeft zijn tekst ook nodeloos aan de rekstok gehangen. Moet Peter Terrin back to basics en de oude, ooit vaardig bedreven liefde voor het korte verhaal opnieuw belijden? Dan toch in ieder geval Raymond Carver herlezen, want opzichtige trucs en rammelende metaforiek had hij in ieder geval niet van doen.
Beoogt Terrin een kurkdroge satire over de excessen van het veiligheidsdenken?
us/ug/21 a
'Blanco' verwijst naar het grootste verlangen van het hoofdpersonage: geen herinneringen meer hebben. Viktor heeft alle redenen om een lege geest te willen. Helena, zijn echtgenote en de moeder van zijn tienjarige zoon Igor, kwam bij een gewelddadige carjacking om het leven.
Het verhaal begint bij de begrafenis, de dag na Allerzielen. Als de kist de kuil indaalt, begint Viktors buitengewoon heftige wantrouwen jegens de buitenwereld. ,,Wie kon hem verzekeren dat Helena daar lag? Hij had haar drie dagen geleden in het mortuarium gezien, met een gereconstrueerd gezicht, de handen vroom gevouwen, maar niet vandaag, niet in deze kist. Lijken werden nu eenmaal om uiteenlopende doeleinden ontvreemd en verhandeld, je kon het zo ziek niet bedenken.''
Vanaf dan gaat zijn grootste zorg uit naar zijn zoontje. Na de fatale afloop van de onbegrijpelijke gewelddaad tegen zijn vrouw, wil hij zijn zoon beschermen tegen verder onheil. Viktor wil een volledige controle over het leven van Igor en hem vrijwaren van de akelige dingen die het toeval met zich mee kan brengen. Leven wordt een uiterst riskante zaak. Dat geldt voor iedereen. De meesten onder ons onderdrukken hun fantasieën over de risico's van het bestaan -- een noodzaak om je geestelijke gezondheid niet te verliezen. Viktor wordt echter langzaam en op een verwoestende manier paranoïde. Hij begint met zijn zoontje zelf naar school te brengen. Kort daarop bewaakt hij de school opdat niemand met kwade bedoelingen het terrein zou kunnen betreden. Als hij een leraar van Igor begint te wantrouwen, huurt hij een privédetective die hij vervolgens ook niet meer vertrouwt en dus ontslaat. Hij schaduwt de leraar dan maar zelf. Een vicieuze cirkel van morbide fantasieën teistert Viktors hoofd. Als verjaardagscadeau krijgt de jongen een springmes dat hij op vaders bevel altijd bij zich moet dragen.
Na een inbraak in het flatgebouw waarin vader en zoon wonen, worden alle sloten vervangen en komen er tralies voor alle vensters, want: ,,Glas, wat is er breekbaarder dan glas? En daar beschermen wij geliefden mee?''
Viktor is celbioloog en werkt voor het ministerie van Volksgezondheid. Hij doet onderzoek naar de gevolgen van natuurverontreiniging en ontdekt kwalijke mutaties en celmembraan-infiltraties. De overeenkomst tussen de angstige Viktor en de aangetaste membranen ligt voor de hand. Bij zijn onderzoek moet Viktor registreren, de échte oorzaken van de gevonden afwijkingen blijven voor hem geheim. Ook dat voedt zijn angsten en paranoia, die zich ook uiten in een extreme vorm van smetvrees. De jongen wordt gedwongen vegetarisch te eten, sporen van vreemden die langskomen worden grondig uitgewist.
Ook de extreme wisselvalligheid van het weer draagt bij aan de woelingen in Viktors geest. De auteur suggereert deze parallellen onnadrukkelijk maar bijzonder doeltreffend. Samen met Viktors gezond verstand lijkt de hele wereld ten onder te gaan. Na een ongelukkig voorval met het springmes en het bizarre gedrag van Viktor als die betrapt wordt bij het achtervolgen van de leraar, wordt Igor van school gestuurd.
Door hevige sneeuwval wordt Viktors werkplaats gedeeltelijk verwoest en mag hij thuis zijn onderzoek voortzetten. Viktor leeft vanaf dan met zijn zoon onder een zelf gecreëerde stolp. De angst voor de buitenwereld begint groteske vormen aan te nemen. Toch ga je daar als lezer een eind in mee, dankzij de overtuigingskracht van de auteur. Door zijn toenemende smetvrees durft Viktor op de duur alleen nog met een zakdoek voor zijn neus de deur uit, om zich wat veilig gewaande groenten aan te schaffen.
Terrin schetst deze ontsporingen op een subtiele en geloofwaardige wijze. Bovendien wordt de spanning heel intens opgebouwd in korte hoofdstukjes. Door niet in de ik-vorm te schrijven en toch het perspectief van Viktor te gebruiken, krijgt de lezer ruimte voor begrip én voor afstand. Net zoals het hoofdpersonage laat de auteur weinig aan het toeval over. Het kleinste detail wordt herhaald en blijkt van belang voor de strakke compositie van het hele boek. De terugkerende nachtmerries van Viktor waarin hij de dood van Helena opnieuw beleeft, vertellen elke keer krachtiger het verhaal van dreiging, verlamming en onvermogen om hulp te zoeken. Terrin besteedt geen aandacht aan de psychologie van het rouwproces, maar toont gewoon het rauwe en onthutsende beeld van een door lijden ontspoorde geest. Vreemd genoeg wekt dat meer empathie op dan het uiteenrafelen van een geschonden ziel zou gedaan hebben. De auteur hanteert een haast franjeloze stijl en precies daardoor creëert hij een onheilspellende en beklemmende sfeer. De claustrofobische ruimte van Viktor en Igor, en de perfecte logica van de waanzin leiden naar een onafwendbare catastrofe die je op elke pagina voelt naderen. Spannend en meesterlijk.
i /un/19 j
Opbeurend kan je de nieuwste roman van Peter Terrin moeilijk noemen. Viktor verliest zijn vrouw bij een carjacking. Hij moet zijn zoontje van tien alleen opvoeden in een wereld die bol staat van gevaar. Viktor beschermt hem tegen de school, de straat, zelfs tegen de verontreinigde lucht. Hij maakt van zijn appartement een liefdevolle, veilige en verstikkende cocon waaruit ontsnappen niet meer mogelijk is.
Volkomen logisch
Terrin: ,,Viktor gaat tot het uiterste om zijn zoon te beschermen, en ik vind dat volkomen logisch. Hoe kan je de krant lezen en denken dat al die vreselijke dingen alleen iemand anders overkomen? De wereld loopt vol zotten.'' Kan je nog gelukkig zijn als je zo naar het leven kijkt?
Terrin: Ik heb mijn momenten van tevredenheid. Vooral als ik niet in de buurt van mensen ben. Aan mijn bureau heb ik een prachtig zicht: geen mensen, alleen gebouwen en massa's lucht.
Maar als ik schrijf, trek ik de gordijnen dicht, dan mag niets me nog afleiden. Ik ben een trage schrijver. Ik moet eerst een uur of zeven denken. Het achtste uur komt dan hopelijk wat tekst op papier. Ik heb geleerd om me dat niet aan te trekken, anders word ik knettergek.
Maar als ik iets geformuleerd heb en ik weet dat het de volgende dag zal blijven staan, dans ik in de keuken van blijdschap.
Maar zo dramatisch is het allemaal niet, hoor. Ik ben nog steeds niet van het dak gesprongen. Zou je zelf een kind op een wereld als deze willen zetten?
Misschien vindt mijn kind wel het geneesmiddel tegen aids uit. Dat kan ik de wereld toch niet onthouden? Ik denk vaak na over het vaderschap. Is er een grotere manier om de liefde te verklaren dan een kind te verwekken? In die zin wil ik het overwegen, als ultieme liefdesverklaring.
Maar ik maak me bij voorbaat zorgen over vanalles. Je moet ervan uit gaan dat de mensen goede bedoelingen hebben, maar dat is niet het geval. Probeer je met je boeken de mensen wakker te schudden?
Neen. Ik wil gewoon een goed verhaal schrijven, de mensen op een klassieke vertelwijze meenemen naar gebieden waar ze anders nooit zouden komen. Ik wil het soort boek schrijven dat je niet kan wegleggen.
HLD ■
31/12/2003
Politieke partijen maken van het toenemende gevoel van onveiligheid een programmapunt. Mensen die ermee geconfronteerd worden of werden, weten vaak niet hoe ze er in de praktijk en in hun verdere leven moeten mee omgaan. Het lag in de lijn van de verwachtingen dat ook in onze romanliteratuur het thema zou opduiken. Peter Terrin, met Blanco aan zijn derde publicatie toe, wil met zijn verhaal over een ambtenaar, die van opleiding celbioloog is en voor het ministerie van volksgezondheid statistieken moet opstellen over luchtvervuiling, gevaarlijke celdelingen en andere levensbedreigende evoluties, de excessen verkennen waartoe een angstgevoel kan leiden. Als carjackers op een beestachtige manier zijn vrouw Helena ombrengen (als een weerkerend motief wordt bet beeld van de omgebrachte geliefde enkele keren herhaald), neemt de man zich voor zichzelf en vooral zijn zoon Igor tegen alle mogelijke aanvallen te beschermen. Stilaan neemt de drang ook paranoïde vormen aan: hij achtervolgt een onderwijzer die hij verdenkt van pedofiele neigingen, hij verschanst zich in zijn appartement, ten slotte loopt de hele zaak uit de hand wanneer Igor sterft. In een droomscène verrijst Helena dan uit de dood en koestert hij zich samen met haar aan het dode lichaam van hun zoon. Dat zo'n roman schatplichtig is aan gegevens uit de actualiteit, ligt voor de hand. Meer dan Paul Mennes, die o.m. in Poes poes poes verwees naar de zonsverduistering in 1999, is Terrin erin geslaagd afstand te nemen van deze op de actualiteit geënte feiten. De beheerste beeldspraak en de summier aangewende metaforiek, o.m. van het sneeuwlandschap dat Helena ooit kocht en dat nu in hun slaapkamer hangt, maken dat de roman meer is geworden dan een feitelijk verslag over geweld en geweldpleging. Alleen naar het einde toe ontspoort de roman enigszins. De deus ex machina van de uit de dood herrezen Helena komt echt niet geloofwaardig over. [Jooris Van Hulle]
Redactie
De hoofdfiguur van deze roman doet als celbioloog wetenschappelijk onderzoek bij het ministerie van Volksgezondheid. Bij een misdadige en schokkende auto-overval verliest hij zijn vrouw op gruwelijke wijze; haar dood wordt een nachtmerrie die als een telkens terugkerend refrein door zijn leven gaat en hem doet beseffen zich niet in een rechtvaardige maatschappij en een smetvrije en gezonde samenleving te bevinden. Dit besef gaat met name zijn opvoeding van zijn zoontje van tien bepalen. In een mengeling van een aandoenlijke toewijding en de meest bizarre beschermingsmiddelen wil hij de jongen behoeden voor het kwade: de wacht houden bij zijn school, tralies voor de ramen van zijn appartement, metalen deuren. Hij laat werkelijk geen middel ongebruikt. Maar met dit alles is het thema van het boek nauwelijks aan te geven: de vader wordt een moeilijk te definiëren figuur, die de lezer achterlaat met de vraag naar het psychologisch en levensecht profiel van deze vader en geleerde. Paperback, vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.