Doen en laten : een keuze uit de gedichten
Judith Herzberg
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Harmonie, cop. 2013 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12412 |
Paul Demets
ua/an/15 j
De Nederlandse dichteres en toneelauteur Judith Herzberg (°1934) is een eigenzinnige dame. Haar bundels hebben geen overkoepelende thematiek. Haar intuïtieve houding en verwonderde blik zorgen ervoor dat haar poëzie fris blijft. Dat is weer het geval in haar nieuwe bundel Liever brieven. Aan Ischa Meijer vertelde ze ook al in 1997: "Het liefst zou ik alleen maar, mijn hele verdere leven lang, brieven schrijven aan een aardig persoon die mij daarvoor zou willen onderhouden." Haar gedichten in deze bundel zijn geen echte brieven, maar ze hebben wel een terloops, associatief en behoorlijk direct karakter. Ze bieden niet echt een inkijk in de zielenroerselen van de dichteres, maar ze tonen op welke manier ze van kindsbeen in de wereld staat en hoe opmerkzaam ze is.
Het leven in al zijn verschijningsvormen kan haar aandacht krijgen. En ze is erg gevoelig voor de klankkleur van de taal. Dat had ze als kind al. Zo noemde ze haar tante Jo hardnekkig 'Hoepie': "Ik wilde niet worden verbeterd/ ik liet me niet corrigeren/ mijn Hoepie mijn Hoepie/ was Hoepie." En wat te denken van een gedicht waarin een woord zo afstotelijk wordt dat je het zelf ziet liggen: "Er lag een raar woord op de weg/ men mocht daar dus niet langs./ Verkeer werd omgeleid of kon/ via de vluchtheuvel.// Zonder belust te kijken/ want men was niet belust/ wilde men weten wat/ dat dan was: slachtafval."
Natuurlijk gaan Herzbergs gedichten in deze bundel vaak over vergankelijkheid. Maar ze maakt er liedjes van. En ze laat laconiek zien hoe bepaalde emoties wegvallen: "Het voorverdriet/ de angst voor onvermijdelijk/ verlies, maakt preventief/ vast onverliefd." Van de boodschap op een fles om de huid jonger te maken wil ze niets weten: "En het edele gekerfde/ dat je erfde/ van de oude indiaan/ als je zelf de/ zelfde genen/ nog tekeer/ voelt gaan?" Herzbergs gedichten zijn als de mobiele objecten van Alexander Calder: ze blijven beweeglijk, bedrieglijk lichtvoetig, zoals de gevoelens in het gedicht dat ik koos.
Judith Herzberg, Liever brieven, De Harmonie, 56 p., 15,90 euro.
---
Badminton
We hadden samen kunnen slapen
we hebben samen willen slapen
we hebben daar nooit over gepraat.
We lieten die mogelijkheid tussen ons in
heen en weer gaan als een shuttle.
Onze rackets joegen die shuttle
heen en weer door de lucht
met ons er-niet-over-praten.
Judith Herzberg
PAUL DEMETS ■
Luuk Gruwez
rt/aa/21 m
Op welke manieren kun je verliezen? Judith Herzberg stelt zich die vraag in de dichtbundelLiever brieven. Hoe je bijvoorbeeld vrienden kunt verliezen: daar gaat heel expliciet één gedicht over. Aan de dood, aan ziekte, dementie en zelfs aan roem. Met het ouder worden zijn de kansen op verlies hoe dan ook legio. Maakt dit haar verbitterd? Een pak minder dan inKlaagliedjes, haar vorige bundel, die soms te zeurderig was. De recente Herzberg is opnieuw meer begaan met de spelmogelijkheden van de taal, is veel ironischer, bij momenten zelfs humoristisch in een overwegend nonsensicaal gedicht als 'Geer' (naar Gerard): 'Geer verstopt zich onder woln/ Geer wil niet gevonden worn// Geer verstopt zich in het molm/ Geer wil niet begerard worn (...).
Is dit veel meer dan een spelletje met doezelige rijmen en halfrijmen? Misschien niet, maar in de anarchiebelustheid van de dichteres werkt het redelijk aanstekelijk en is het een doeltreffend antidotum tegen de oplijsting van het toenemende verlies.
Het typeert iemand die haar lezer dichtenderwijs brieven stuurt. Met hem of haar onderhoudt zij zich over wat de impact van taal kan zijn. Want het woord is soms een echte dwingeland die, of een dichter dat nu wil of niet, dingen in het leven roept die voordien levenloos waren. Niet alleen dingen, trouwens. Ook een mens die kennelijk zijn naam kwijt is en hier dan maar 'Dinges' wordt genoemd: 'Als iemand zegt "je zult wel blij/ verrast zijn morgen" denkt zij:/ "O, Dinges komt dus ook" maar scheldt/ zichzelf meteen weer uit voor idioot/ want Dinges is al drie jaar dood.' Maar Dinges, bedenkt zij zich later, is altijd een excentriekeling geweest. Misschien bedient hij zich nu van een of andere smoes of flauwe grap waardoor hij uit het graf kan ontsnappen.
Antropomorf
Soms schuilt er ook verlossing in een woord. Het volstaat om het uit te spreken en het gebeurt. Noemen is scheppen, genoemd worden is bestaan. Zo ook in het gedicht 'Hoepie' waar een buurmeisje de ik 'Kludit' in plaats van 'Judith' noemt, waardoor zij eigenlijk ook 'Kludit' is. Woorden zijn antropomorf. En boeken dan! Zij eisen de lezer helemaal op, komen als het ware in opstand tegen hem wanneer zij onvoldoende of verkeerde aandacht van hem krijgen. Of zij vliegen in een gedicht als 'Dyslexie' verward en met een grote behoefte aan troost door de lucht. Elders houdt een boek zoveel woorden bijeen en gaat het er zo druk aan toe, dat het spontaan de indruk wekt - opnieuw dat antropomorfisme! - min noch meer een mens te zijn: 'Een boek wegdoen dat je twee keer/ gelezen hebt is als een goede vriend/ ten grave dragen. Samen veel mee-/ gemaakt. Vrezen: dat vele/ gaat vervagen.'
Taal is er inderdaad om het grote vervagen tegen te gaan in verzen die van leer willen trekken tegen het verlies. Maar die zijn ook zelf niet immuun voor het falend geheugen: 'Je lijdt, tijdens het lezen al/ onder het naderhand vergeten'. Er staan nogal wat gedichten over de schrijver en zijn lezer in deze bundel. Een enkele keer vindt er zelfs een identificatie tussen beiden plaats: 'Terwijl hij leest/ is hij nu even mij, ik die ik was/ toen ik dat schreef'. Al mag hier dan nog sprake zijn van perfecte harmonie, door de lezer te confronteren met goede poëzie kan de dichter hem ook met de neus op zijn onvermogen drukken, hem doen beseffen: 'had ik dat maar geschreven'.
Wereldvreemd
Inmiddels lijkt Herzberg te beseffen dat zij langzamerhand een leeftijd bereikt waarop zij enigszins 'uit de tijd' is of tijdeloos. Leest zij de krant, dan blijkt er geen nieuws meer te zijn voor wie oud is. Wie oud is, wordt wereldvreemd, zodat het eigenlijk niets uitmaakt of hij zich verdiept in de krant van vandaag, van gisteren, 'of desnoods/ die van veertig jaar geleden'. De ouderdom wordt onomwonden omschreven als een tijd waarin volop wordt geanticipeerd op het nakende einde.
Toch betekent dit niet dat er geen levenslust meer in deze poëzie zit. Er is zelfs nog een flinke dosis erotiek aanwezig in bijvoorbeeld de beschrijving van een dubbelzinnig stilleven van Adriaen Coorte, 'een wellusteling' vanwege de manier waarop hij bessen, asperges, 'perzik-konten' en andere 'flirtende vruchten' afbeeldt. Maar het (bijna) laatste woord is gereserveerd voor de dood in het gedicht 'Toegift', geschreven voor het project De Eenzame Uitvaart waarvoor in Amsterdam en ook in Antwerpen een dichter wordt geëngageerd die tijdens de uitvaart van wie zonder familie of vrienden gestorven is, het woord voert. Judith Herzberg bewijst op 19 januari 2012 de laatste eer aan zo'n overledene, in de gedoemde hoop dat een klein beetje aandacht hem misschien had kunnen redden. Haar gedicht is een van de meest pakkende in een bundel die ook een aantal zwakkere verzen bevat.
JUDITH HERZBERG
Liever brieven.
De Harmonie, 53 blz., 15,90 ?.
De auteur: met de Constantijn Huygensprijs en de P.C. Hooftprijs bekroonde dichteres in de herfst van haar carrière, maar nog lang niet uitgeschreven.
Het boek: een dichtbundel waarin zij tekeergaat tegen groot en klein verlies en de stand van zaken opmaakt.
ONS OORDEEL: een aantal voortreffelijke gedichten, afgewisseld met soms zwakkere verzen.
¨¨¨èè
Luuk Gruwez ■
31/05/2014
Judith Herzberg is een van de bekendste en geliefdste dichters in Nederland. Haar werk is onder meer gebloemleesd in een van de legendarische Rainbow-pockets, in een oplage waarvan dichters doorgaans enkel kunnen dromen, en recent verscheen een gelijkaardige bloemlezing bij het dagblad Trouw. Die enorme populariteit hangt samen met het eenvoudige taalgebruik en de bij uitstek herkenbare thema’s die Herzberg aansnijdt. Ook de meeste gedichten in Liever brieven zijn van een verbluffende eenvoud. De dichteres toont zich soms melancholisch, maar vaker nog verrast en aangegrepen. Tegelijk echter is die eerste indruk bijzonder misleidend. Bij nader toezien weet Herzberg de poëtische middelen die haar ter beschikking staan, op een doordachte en polyvalente manier aan te wenden.
Vooral het understatement is haar handelsmerk. Herzberg kan het ogenschijnlijk banale laten omslaan in een veelbetekenend beeld. Dat gebeurt ook in haar jongste bundel, die de lezer meer dan eens op het verkeerde been zet. Het slotgedicht geeft daarvan een perfect voorbeeld, onder meer door de wijze waarop de titel ‘Oorlog’ verbonden wordt met een ogenschijnlijk eenvoudig gegeven, dat echter op elke regel wordt omgebogen tot een ingehouden tragiek: ‘Terwijl in de storm / het kraken begon / hield binnen / de theepot zich / van den domme.’ Dit is inderdaad Herzberg op haar best, bijna cabaretesk maar tegelijk intens meevoelend met het geringe. Ook in de andere gedichten in de bundel is dat menselijke engagement voelbaar. Die houding geldt trouwens niet enkel mensen, maar ook voorwerpen (zoals boeken) en kwetsbare dieren (zoals een kievit). Onophoudelijk toont de dichteres zich een opmerkelijke waarnemer, maar ook iemand die betekenissen zoekt en vindt ‘achter’ wat ze ziet of hoort. Zo worden bijvoorbeeld stillevens van Adriaen Coorte getransformeerd tot scènes van erotische wellust, en in andere gedichten worden de zelfzucht en het beleefde fatsoen ontmaskerd als façades.
Liever brieven ligt vooral in het verlengde van Herzbergs eerdere werk. De bundel biedt nauwelijks vernieuwing, maar vormt wel een voortreffelijke staalkaart van de kwaliteiten van deze poëzie. In die zin gaat het (alweer) om een uitstekende kennismaking met een nog steeds onderschatte dichteres. [Dirk De Geest]
Els van Geene
Ook in deze bundel van Herzberg kennen we haar weer: het pretentieuze leven opdienen in behapbare porties, het geheel eigen spel met woorden en begrippen, het zich door niets of niemand iets laten gezeggen. Ouderdom en vergankelijkheid dienen zich sterker dan ooit aan: vrienden die 'zomaar de dood insluipen' dus 'onbetrouwbaar blijken', anderen die 'steeds minder snik' worden. Mensen en verschijnselen - type modieuze flikflak - worden geïroniseerd, soms met een scherp randje. Toch is er verschil met vroeger werk. Ieder gedicht van Judith Herzberg was toen een verrassing. In deze bundel ontbreekt die wel eens en dan hou je 'de truc' over. Opvallend is dat het gedicht bij een zogenoemde eenzame uitvaart, een gelegenheidsgedicht dus, tevens het mooiste uit de bundel is: diep mededogen en tegelijkertijd gepaste afstand. Ook al zijn niet alle gedichten in deze bundel tip-top, een Judith Herzberg blijft altijd de moeite waard.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.