Pallieter
Felix Timmermans
Kevin Absillis (Redacteur), Jürgen Jaspers (Redacteur), Sarah Van Hoof (Redacteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Academia Press, 2012 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : TAALKUNDE : NEDERLANDS 844.6 ABSI |
15/06/2013
Er is zich in Vlaanderen een Vlaamse variant van de Nederlandse standaardtaal aan het ontwikkelen, op basis niet alleen van het vroegere ‘ABN’, maar ook van de klassieke Vlaamse gesproken schrijftaal, van het onderwijs, de media, de dialecten en de regiolecten, en van het bekende overwicht van de Brabantse regiolect-expansie. De Vlaamse standaardvariant is de resultante van de taalgeschiedenis van het Nederlands in Vlaanderen. Het was in Vlaanderen nu eenmaal onmogelijk het Nederlands zoals het in Nederland werd gerealiseerd, te blijven opvolgen of te blijven imiteren. Dan had de standaardtaal in Vlaanderen zich continu moeten conformeren aan de evoluerende standaardtaal in Nederland — terwijl zich in beide staten een verschillende politiek-sociologische realiteit aftekende.
De evoluties worden in De manke usurpator op wetenschappelijke manier beschreven en besproken, met alle noodzakelijke nuanceringen, hypothesen, falsificaties en ontmaskeringen.
De inleiding opent met een zeer kritische evocatie van de onderwijs-talennota van Pascal Smet, waarin het Standaardnederlands wordt aangeprezen als ‘dé (emancipatorische) voorwaarde voor wie in Vlaanderen wil leren, wonen, werken, leven’. Vierhonderd bladzijden verder eindigt het laatste essay met een aanklacht tegen de sociale uitsluiting waarvan de Vlaamse taalpolitiek mee de oorzaak is. Jürgen Jaspers stelt dat Algemeen Nederlands in Vlaamse scholen het taalgebruik is van een zeer geprivilegieerde groep, en dat het als dusdanig juist niet emancipeert, maar integendeel ‘uitsluitend’ werkt. Het Vlaamse Nederlands sorteert volgens deze academici dus het omgekeerde effect van wat onze politici beweren. Algemeen Nederlands bevordert de insluiting niet en leidt niet tot meer werkgelegenheid. Wat eventueel wel zou emanciperen, is dat het onderwijs zou werken met specifieke taalcompetenties en ‘communicatieve genres’. Jammer dat Jaspers nergens expliciet zegt wat hij daarmee bedoelt.
Als we hierbij de twee opstellen over taalonderwijs betrekken, dan kunnen we wel zeggen dat De manke usurpator een redelijk coherent paradigma bevat, waarmee het boek tegen de schenen schopt van de officiële Vlaamse taalpolitiek. Uitsluiting is hier het sleutelwoord. Alle standaardtalen onderdrukken, aldus de redacteuren — dus de nieuwe Vlaamse norm evenzeer. De usurpator is een usurpator, niet omdat hij in de plaats treedt van de ‘legitieme’ Noord-Nederlandse standaard, maar omdat hij de taalvariatie en zelfs de meertaligheid van de nieuwkomers in Vlaanderen ontmoedigt en belet. De meeste Vlamingen zijn er intuïtief van overtuigd dat Nederlands leren in Vlaanderen insluitend werkt; deze taalkundigen ontkennen dat en beweren het omgekeerde.
Jammer dat Jaspers met zulke flauwe conclusies op de proppen komt. Zo zou men de leerlingen ‘bewustzijn van genrevariaties moeten bijbrengen’, waarbij ‘genre’ gedefinieerd wordt als taalregister, en register slechts gezien wordt in functie van… ‘jobs’! Als taalopvatting kan dit nogal tellen. Jaspers’ eerste bekommernis is niet de taalstudie, maar de studie van uitsluiting, die onder meer door taal gerealiseerd wordt. Daartoe moet hij op dubbelzinnige wijze een latent racisme bij de autochtone bevolking veronderstellen.
(Dit is een abstract van een artikel van Jean-Pierre Rondas. De volledige tekst is verschenen in De Leeswolf 1, 2013.)
[Jean-Pierre Rondas]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.