Liever dier dan mens : een overlevingsverhaal
Pieter van Os
Pieter van Os (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2013 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : ALGEMEEN EN MEDIA : 092.2 OS |
31/01/2014
Reeds met de titels die Pieter van Os zijn onthullend boek gaf, markeerde hij een van zijn kernachtige conclusies. Ja, pers en politiek begrijpen mekaar uitstekend, maar anders dan in de tijd van de verzuiling lopen ze niet meer hand in hand. Integendeel, ze hebben mekaar in een ‘permanente wurggreep’. Toch kunnen ze niet zonder mekaar. Die situatie leidt naar een scherpe wederzijdse observatie en achterdocht, gepaard met misleiding en valstrikken. Binnen welbepaalde ethische grenzen hoeft dat niet eens levensgevaarlijk te zijn voor onze parlementaire democratie. Maar dan moeten die grenzen wel duideljk overeengekomen, vastgelegd en geëerbiedigd worden.
Pieter van Os (1971) studeerde politieke wetenschappen in Minneapolis, Leiden en Barcelona. Hij is nu redacteur van NRC Handelsblad, voorheen werkte hij voor De Groene Amsterdammer en Vrij Nederland. Tijdens zijn periode als politiek journalist in de Nederlandse Tweede Kamer (onze Kamer van Volksvertegenwoordigers) en het daarbijhorende Binnenhof te Den Haag, deed hij een omvangrijke ervaring op over de ernstige problemen van ‘het bestel’, een ervaring waarvan hij ons deelachtig maakt. Hij illustreert zijn bevindingen ook met luchtiger — daarom niet minder leerrijke — anekdoten, die hij met humor weet te kruiden. Zeker, het gaat over Nederlandse toestanden, maar bij de lectuur groeit het inzicht dat Van Os kwesties aansnijdt en ontleedt die gemeenschappelijk zijn voor wat we in de wandeling de westerse democratie noemen.
Dit boek is zo treffend omdat het een scherp licht werpt op de evolutie van de opinie van media en maatschappij tegenover de politici en hun wetgevende en uitvoerende activiteiten. ‘Tegenover’ is inderdaad het gepaste woord, want de politici en hun partijen gaan tegenwoordig — niet in de laatste plaats door eigen schuld — door een diep dal van kritiek en zelfs afkeer en spot. Ik noem dit boek dan ook onthullend wegens het inzicht, de eerlijkheid (het ontbreekt de auteur niet aan zelfspot) en de moed die Van Os betoont door resoluut de verdediging van het parlementair systeem op te nemen. Je merkt dat hij de toestand nog niet hopeloos vindt, maar dat zijn bezorgdheid groeit nu ook progressief geachte intellectuelen meezingen in het koor van misprijzen. Wat Van Os in de kranten las over ‘het Binnenhof’ (te vergelijken met de Brusselse Wetstraat) is verbijsterend: ‘Het moest daar echt stinken van de smerigheid, onbenulligheid en domheid’. In zijn hoekje op de voorpagina van de Volkskrant schreef ‘Arnon Grunberg ooit: ‘Politiek in Nederland is een hobby voor kneusjes’. En: ‘Ach democratie in Nederland. Het kamerdebat kleinkunst. De volksvertegenwoordiger: weet niets en kan niets. De Tweede Kamer: banenproject voor werklozen’. Dat is bedroevend in harmonie met de uiterst rechtse terminologie en daarom verontrustend.
Van Os ziet zichzelf niet als een onvervaarde held en bekent zijn twijfels en angsten, maar hij is wel dapper wanneer het nodig is, namelijk bij de verdediging van de democratische instellingen. Hij raadt de politici zelfs een soort ‘salonpopulisme’ aan om de critikasters met hun eigen wapens te bestrijden. En wat de journalisten betreft, ziet hij het als volgt: Voorheen waren er journalisten die openlijk voor een politieke strekking schreven. Na de ontzuiling bleven vele journalisten nog hun opvattingen trouw, maar streefden ze naar objectiviteit. En nu, zo stelt Van Os vast, zijn de columnisten en commentatoren van die politieke ankers losgeslagen en struikelen ze over mekaars voeten in de hype van kritiek. Ze zien dat als een eervolle plicht, zelfs al wordt de antipolitiek daarmee bevorderd. Door Van Os over dat negativisme ondervraagd, repliceerde een collega daar helemaal geen bezwaar tegen te hebben, ‘als de waarheid maar aan het licht komt’. Maar welke waarheid? Wiens waarheid? Van Os stelt de nog belangrijker tegenvraag: ‘Weet je iets beters?’ In alle eerlijkheid, er is niets beters.
Pers en politiek, het is een onuitputtelijk onderwerp. Maar Van Os graaft breed en diep. Over waarheid en verzinsels, over lobbyisten en spindoctors, over de jacht op primeurs, over zoveel meer. In deze voor de democratie benarde tijden wens ik dit boek veel lezers toe.
[Robert Schoeters]
drs. O. Bachnoe
In dit boek van Pieter van Os (politicoloog en redacteur van NRC) gaat het om de relatie tussen de parlementaire pers en politici. Journalisten hebben graag een primeur en politici komen graag in het nieuws. Illustratief is de anekdote in het eerste hoofdstuk waarbij een Kamerlid zich gedwee laat wegroepen uit een parlementair overleg door een enkel telefoontje van een journalist. Van Os hekelt het feit dat politici en journalisten publiekelijk niet eerlijk zijn over hun amicale omgang. Hij belicht de essentiële rol van persvoorlichters, de spindoctors en de lobbyisten. Pieter van Os heeft bij het schrijven van dit boek gebruik gemaakt van zijn eigen ervaring wat het authentiek maakt. Daarnaast put hij als politicoloog uit verschillende onderzoeken waardoor het boek ook een wetenschappelijk tintje krijgt. De auteur schrijft met een ontwapenende eerlijkheid en dat is ook de charme van dit boek. Onderbelicht is de rol van de opkomende generatie die via Facebook op maat gesneden nieuws uitwisselt en zich niet laat leiden door datgene wat journalisten interessant vinden. Met personenregister.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.