Moriae encomium, dat is De lof der zotheid
Desiderius Erasmus
Desiderius Erasmus (Auteur), Jeanine De Landtsheer (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Athenaeum-Polak en Van Gennep, 2011 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : FILOSOFIE : 155.2 ERAS |
30/04/2012
Op de achterflap van de vertaling van de adagia of spreekwoorden van Erasmus van Rotterdam, wordt het vuistdikke vijfde volume van de reeks Verzameld werk het ‘ideale bladerboek voor ieders salontafel of nachtkastje’ genoemd. Hoewel deze mooie uitgave zeker als bladerboek gebruikt kan worden en ze met haar oranje stofomslag en leeslint inderdaad niet zal misstaan op elke salontafel, heeft ze toch meer te bieden dan wat een lezer er door wat lusteloos te bladeren zou kunnen uithalen. Dankzij de omvangrijke selectie die door de redactie gemaakt werd uit Erasmus’ verzameling van citaten van auteurs uit de oudheid, krijg je vanzelfsprekend een prachtige bloemlezing uit het werk van de grote (en soms kleinere) klassieke auteurs. De collectie die Erasmus tussen het jaar 1500 en zijn dood in 1535 heeft aangelegd en voorzien van commentaar, telt in zijn meest complete vorm 4151 spreekwoorden. Maar Erasmus (en zijn vertaalster Jeanine De Landtsheer) biedt de lezer meer dan een zorgvuldig geëxcerpeerde selectie uit het puikje van de klassieken.
De vele persoonlijke ideeën, mijmeringen en uitweidingen over uiteenlopende concepten als vriendschap, leiderschap, zeden, persoonlijkheden, rijkdom en noem maar op bieden een fascinerend inzicht in de geest van deze belangrijke humanistische denker. Het was Erasmus’ bedoeling bij het verzamelen van zijn Adagia om de continuïteit tussen de klassieke en christelijke traditie te benadrukken, maar de essays vormen natuurlijk in de eerste plaats een erudiete en veelzeggende commentaar op Erasmus’ eigen tijd. Zo is het bijvoorbeeld moeilijk om het lange essay bij adagium I 3,1 ‘Koning of gek ben je van geboorte’, dat Erasmus toeschrijft aan Annaeus Seneca, niet te lezen als een kritiek op de vroegmoderne staatsinrichting.
Tijdens de lectuur word je voortdurend geconfronteerd met een vreemde mix van herkenning en ontstellende vervreemding. Ze zijn beide het gevolg van hetzelfde fenomeen, namelijk de bijzonder hoge mate waarin de uitdrukkingen die Erasmus in de zestiende eeuw voor het eerst bijeenbracht ondertussen onderdeel geworden zijn van ons alledaags arsenaal aan spreekwoorden. Metaforen, aforismen en zegswijzen zoals 'Goede wijn behoeft geen krans' (II 6,20) zijn zodanig ingeburgerd in ons taalgebruik dat je er soms van staat te kijken wanneer je met de herkomst van zo’n uitdrukking geconfronteerd wordt. Een gevoel van vervreemding is daar dan weer het logische gevolg van. Bovendien word je door de afstand tussen de tijd waarin het boek werd geschreven en de onze, en in weerwil van het feit dat het boek is geschreven in de geest van de continuïteit, als hedendaagse lezer toch ook dikwijls met verschil geconfronteerd. De oorsprong van een citaat of zegswijze hoeft immers niet overeen te stemmen met het hedendaags gebruik ervan.
Jeanine De Landtsheer heeft de tekst van Erasmus, die hij oorspronkelijk in het Latijn en Grieks had samengebracht en geschreven, vertaald in mooi hedendaags Nederlands, dat zo vanzelfsprekend samenvloeit met de inhoud van het werk dat je kortstondig de illusie krijgt dat het zo zou geklonken hebben als Erasmus in zijn eigen moedertaal geschreven had. Bij een dergelijk omvangrijk werk was een iets uitgebreider nawoord misschien wel wenselijk geweest, al kunnen de Adagia gerust voor zichzelf spreken. De toelichting die je krijgt is al bij al beperkt en spitst zich nogal sterk toe op de ontstaans- en publicatiegeschiedenis van het boek. De selectie die de redactie gemaakt heeft uit Erasmus’ meer dan vierduizend spreekwoorden, wordt daarentegen wel goed verantwoord en doet het respect voor het titanenwerk van Erasmus zelf alleen maar toenemen. Een mooi salontafelboek, maar ik hou het niet bij bladeren. [Lise Gosseye]
Dr. H.Chr. van Bemmel
Het vijfde deel van de werken van Erasmus (1466-1536) in modern Nederlands vertaald. In dit deel zijn de spreekwoorden ('Adagia') aan de beurt. Hoewel het deel 757 bladzijden bevat, zijn niet alle spreekwoorden van Erasmus opgenomen. De vertaalster en bewerkster Jeanine de Landtsheer die, net als dit deel ook al vorige delen op uitstekende wijze vertaalde, heeft er terecht voor gekozen een keuze te maken uit de veelheid aan materiaal. Zij licht toe op welke gronden zij die keuze heeft gemaakt. In het nawoord laat zij zien hoe Erasmus tot het verzamelen van spreekwoorden is gekomen: door jarenlang allerlei geschriften van schrijvers uit de klassieke oudheid en van latere tijd door te nemen. Naast verhelderende voetnoten is een register van namen opgenomen. Bijzonder nuttig is een Lijst van vertaalde spreekwoorden, waarin veel spreekwoorden staan die we nu nog steeds gebruiken.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.