Het land is moe : verhandeling over onze ontevredenheid
Tony Judt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Contact, 2011 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 901.2 JUDT |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Contact, 2011 |
VOLW. : NON FICTIE : 901.2 JUDT |
31/12/2011
In De geheugenhut verzamelt Tony Judt autobiografische bespiegelingen, geschreven in het laatste, door de spierziekte ALS geteisterde jaar van zijn leven. De bundel opent met een beschrijving van de ziekte: hoe het wegkwijnen van het spierweefsel in een periode van drie tot vijf jaar leidt tot algehele verlamming en verstikking. Judt heeft de 25 in deze bundel opgenomen stukjes, die aanvankelijk in The New York Review of Books gepubliceerd werden, gedicteerd, nadat hij ze ’s nachts had geconcipieerd en gememoriseerd om op die manier de lange, eenzame, slapeloze uren door te komen. Deze dramatiek doordesemt het hele boek, en stijgt ten top op het moment dat Judt bekent dat zijn interesse in geschiedenis niet zozeer is ingegeven door een nieuwsgierigheid naar andere tijden als wel door het verlangen om zich vrij in de ruimte te bewegen. Zelf duidt Judt ‘de nadruk op de ruimte, het gevoel voor regio’s, afstanden, verschillen en contrasten binnen het beperkte kader van één klein subcontinent’ aan als het meest kenmerkende van Na de oorlog, zijn in 2005 gepubliceerd magnum opus over de Europese geschiedenis vanaf 1945.
De milde humor en de licht gespeelde weemoed uit deze stukken verdoezelt niet de scherpe kritiek die ze formuleren aan het adres van de huidige wereld. Judt verwijt de huidige wereld een wanverhouding tussen een rijkdom aan middelen en een armoede aan visie en doelstellingen. Hij ziet dat weerspiegeld in de cultuur die verengd is tot amusement, en in de politiek die met bombastische retoriek gedachteloosheid probeert te verhullen en gemeenschap verschraald heeft tot gezamenlijk consumeren. Maar Judt trekt ook de aandacht met persoonlijke herinneringen aan zijn jeugd in Londen, aan zijn voorliefde voor treinen, aan de Engelse, Joodse, en Europese keuken. Hij rekent af met mei ’68: hoe de zogenaamd revolutionaire studenten in de West-Europese steden niets riskeerden en ondertussen geen benul hadden van de cataclysmische gebeurtenissen die zich op dat ogenblik in Praag en Warschau voltrokken. Tegelijk vraagt hij zich af wat er met de Franse intellectuelen gebeurd is; hij laat duidelijk zijn voorkeur blijken voor de existentialisten uit de jaren vijftig en loopt minder hoog op met de generatie van Derrida en Žižek. Hij vertelt hoe hij verliefd werd op Tsjecho-Slovakije en op de Tsjechische taal en cultuur, en meteen zijn historisch vakgebied verbreedde. Hij staat stil bij zijn Joodse afkomst: hoe hij als opgroeiende puber tijd doorbracht in een Israëlische kibboets en daar oog in oog kwam te staan met ‘de ergste varianten van etnisch solipsisme’. En hij legt uit naar wie hij vernoemd is: naar Toni Avegael, in 1926 in Antwerpen geboren en in 1942 naar Auschwitz gedeporteerd.
De epische kracht en de panoramische visie van Na de oorlog, de intellectuele brille van De verborgen twintigste eeuw, de ethisch-politieke gedrevenheid van Het land is moe vind je in deze bundel niet. Toch beklijven deze stukjes, niet het minst omdat ze goed geschreven zijn. Judt houdt van woorden, van fraai gevormde zinnen, van fijnzinnige beeldspraak, van subtiel geformuleerde argumenten. Maar hij weet deze liefde voor taal en welsprekendheid bedreigd; vandaag wordt ons vooral geleerd dat we aan zelfexpressie moeten doen. Hij verwijst naar George Orwell, die waarschuwde voor de terreur van newspeak. Een ander, misschien groter gevaar ligt nu op de loer: nospeak. Mensen babbelen en kletsen onophoudelijk, ze sms’en en twitteren, maar hebben ze ooit nog iets te zeggen? We gaan er prat op te leven in het tijdperk van de communicatie, maar hebben we nog iets te zeggen dat ertoe doet? Hebben we nog een gefundeerde mening, kunnen we nog uiteenzetten waarom we zus of zo oordelen?
Judt gaat er terecht van uit dat een mening hebben meer is dan aan zelfexpressie doen. Een mening hebben is een brug slaan naar de ander(en), is met de ander(en) een wereld delen. Judt herinnert ons aan een inzicht uit het oude Griekenland: democratie en vrijheid van spreken gaan samen. Waar spreken herleid wordt tot gezwam en gelul, loopt de democratie gevaar. Woorden vormen een soort openbare ruimte, en goed onderhouden openbare ruimtes is wat we tegenwoordig zo te kort komen. Zelf dodelijk ziek, en verbannen naar de stilte van zijn eenzaam hoofd, fluistert Judt: ‘Wat kan de plaats van woorden innemen als zij in verval raken? Iets anders hebben we niet.’ [Dirk De Schutter]
Joost Jonker
In 2010 overleed de grote historicus Tony Judt ('Na de oorlog', 'Het land is moe') nog tamelijk jong aan een slopende ziekte die hem geleidelijk had verlamd. Terwijl zijn lichaam het geleidelijk begaf en hem het werken onmogelijk maakte, richtte hij zijn briljante geest op zijn eigen verleden. ’s Nachts, aan een bed gekluisterd zonder zich te kunnen verroeren, smeedde hij zijn herinneringen tot korte teksten die hij dan de volgende dag aan een assistent dicteerde voor publicatie in The New York Review of Books en The New Yorker. Deze stukken worden hier vertaald aangeboden. Ze zijn tegelijk heel persoonlijk en een weerspiegeling van de Europese geschiedenis die hem vormde: geboren als zoon van joodse immigranten in Londen, groeide hij op als overtuigd zionist en socialist, keerde zich echter na een intensieve werkzaamheid daar af van de staat Israël, studeerde in Parijs tijdens de roerige jaren zestig en ontwikkelde zich tot een hartstochtelijk, maar kritisch verdediger van de sociale welvaartsstaat. Zijn unieke vermogen betrokkenheid met analyse te combineren maken dit boek tot een hoogtepunt van zijn oeuvre.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.