Ogentroost : roman
A.H.J. Dautzenberg
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Contact, 2011 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 6041 |
31/12/2011
Een nier afstaan om het leven van een patiënt te redden: het lijkt zeer nobel, maar het blijft niet evident. Niet alleen lijkt het zeer ingrijpend om dergelijke chirurgie te ondergaan zonder medische noodzaak (waarom zou een gezond persoon een gezond orgaan laten wegnemen?), het maakt ook allerhande vragen en morele kwesties los. Kwesties die A.H.J. Dautzenberg aansnijdt in deze intrigerende en, zo weet de achterflap, bovendien autobiografische roman. Over de autobiografische basis laten we ons verder niet uit (zo ze er al is, heeft ze geen relevantie voor de roman zelf, die als ‘roman’ en dus als fictie wordt aangeboden). Wat wel intrigeert, is de manier waarop Dautzenberg ons meeneemt in de geest van een man die besluit om een nier af te staan. Het intrigerende ligt eerst en vooral in de vorm, want Dautzenberg maakt geen gebruik van een auctoriële verteller: alle hoofdstukken zijn in dialoogvorm geschreven. Dat werkt verrassend goed. Hoewel de dialogen niet kunnen worden omkaderd met beschrijvingen of toelichtingen van een verteller, weet Dautzenberg alleen al door de toon van de dialogen zijn personages sterk neer te zetten en genereert hij een overtuigend gevoel van plaatsen en ruimtes. Bovendien is deze aanpak zeer direct, biedt ze geen ruimte voor narratieve vertraging en helpt (dwingt) ze de auteur bijgevolg om de vaart erin te houden. De roman is dus tot op zekere hoogte een vormelijk experiment, en als dusdanig mag hij geslaagd heten. Evenzeer fascinerend is het feit dat al snel blijkt dat de motieven van de gewillige donor niet geheel onzelfzuchtig zijn. Naarmate deze motieven worden omgeploegd, boet de plot echter iets aan geloofwaardigheid in, en hier en daar wordt de argumentatie een beetje drammerig. Wat een existentiële en morele zoektocht zou moeten zijn, neigt soms te veel naar een cerebraal spel, waardoor de diepere vragen wat in de schaduw blijven. Boeiend blijft het allemaal wel. Maar naarmate de hoofdstukken vorderen, kan men zich niet van het gevoel ontdoen dat alles een beetje gekunsteld in elkaar zit. Niettemin een sterk stuk fictie (of autobiografie?) dat probeert om op een niet voor de hand liggende manier een ethische kwestie aan te snijden (pun intended).
[Christophe Van Eecke]
Drs. P. van der Haar
Zeer opmerkelijk autobiografisch verhaal van een 42-jarige man die anoniem zijn gezonde nier doneert. De auteur debuteerde recent met de goed ontvangen verhalenbundel ‘Vogels met zwarte poten kun je niet vreten’, maar deze roman is echt uniek. De anonieme hoofdpersoon maakt het hele donatieproces – medisch, ethisch, sociaal enz. – levendig en met de nodige humor invoelbaar via 33 dialogen met alle betrokkenen: professor, nachtzuster, psycholoog, vriend, geliefde, mri-man, broer enz. tot en met de nier en zichzelf aan toe. De heldere en eenvoudig geschreven dialogen verwoorden heel boeiend de worsteling, motieven, reflecties en reacties, maar ook het bevrijdende effect van de donatie. Er is een christelijke ondertoon, getuige de titel en bijvoorbeeld de driedeling in Pater, Filius, Sanctus. Ook vraagt de hoofdpersoon aan zijn vriendin 'Vind je trouwens niet dat ik de laatste tijd meer en meer op Jezus Christus begin te lijken?' Het lijkt vooral een gevolg van het feit dat de auteur álle aspecten van zijn bijzondere daad onder de loep legt. Voor veel doelgroepen indringende roman. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.