Zeg nooit nooit : 15 jaar Cel Vermiste Personen
Alain Remue
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Borgerhoff & Lamberigts, cop. 2010 |
VERDIEPING 2 : BATAVIA : WAARGEBEURD : ZEMM |
30/06/2012
Moesa Zemmouri is een jonge moslim, geboren in België. Als twintiger bestudeert hij de Koran en reist daarvoor door Turkije, Syrië, Pakistan en Afghanistan. Op 11 september 2001 worden de Twin Towers in New York door een terroristische aanval vernietigd. President Bush begint zijn war against terror. Overal in de wereld worden terroristen gezocht en opgepakt. In Pakistan worden mensen betaald om terroristen uit te leveren aan de USA. Moesa wordt in november 2001 in Pakistan opgepakt. Het is het begin van een jarenlange opsluiting. Moesa wordt overgebracht naar Guantanamo, de Amerikaanse terroristengevangenis op Cuba. Daar worden mannelijke moslims, oud en jong, van overal in de wereld vastgehouden. Moesa ontmoet gevangen tieners en negentigers. Moslims uit Europa en Amerika, maar ook uit China. Psychiaters hebben de leiding en militairen voeren de plak.
De gevangenen worden beschouwd als criminelen en niet als krijgsgevangen. Het doel van de Amerikanen is terroristen te ontmaskeren. Daarvoor worden de gevangenen lichamelijk en geestelijk mishandeld. Moesa wordt regelmatig geslagen en verhoord. De gevangenen zitten in ijzeren kooien zonder vloer of dak. De taboes van de moslims worden misbruikt. Moesa wordt gefouilleerd door vrouwen, kan zijn oksel- en schaamhaar niet scheren, terwijl zijn baard wel wordt afgeschoren. Hij kan zich niet ritueel reinigen voor de dagelijkse gebeden die hij vijf keer per dag bidt. Hij wordt naakt getoond aan zijn medegevangen en aan de bewakers. Hij moet plassen (number one) in een emmer, in het bijzijn van anderen. Voor de number two mogen ze onder bewaking naar een toilet. Om de twee weken kunnen de gevangenen zich wassen en krijgen ze verse kleren. De hitte, de hevige regens, maar vooral de insecten in Cuba zijn een hel. Wonden worden niet verzorgd en hun slaap wordt telkens onderbroken. Constant is Amerikaans propagandamuziek te horen. Inspuitingen en pillen moeten hen kalm en rustig houden. De Koran wordt beledigd door het boek te verscheuren of er op te trappen.
Het geloof houdt de gevangenen recht. Moesa is een Korankenner en gaat voor in het gebed. Hij kan verzen reciteren en zijn lotgenoten troosten. De groep kan de Amerikanen tot toegevingen verplichten door spreek- of hongerstakingen of door te gooien met mengsels van zand en urine of number two. De Amerikanen maken gebruik van Marokkanen en zelfs Belgen om Moesa te doen bekennen. Hij zal echter nooit bekennen. Als na een test met de leugendetector blijkt dat hij niet liegt, wordt hij voor een militair tribunaal gebracht en kan hij naar huis. De lezer van Onschuldig in Guantanamo weet nu hoe het er in Guantanamo aan toeging en heeft ook veel geleerd over de moslimgodsdienst. Moesa Zemmouri heeft met hulp van zijn advocaat zijn gevangenschap van zich af geschreven. Zijn leven is getekend door de beschuldiging van terrorisme en zal nooit meer hetzelfde zijn. Het wantrouwen blijft...
Op 26 april 2005 komt hij terug naar België. Na een langdurige ondervraging kan hij zijn familie terugzien. Zijn boek is opgedeeld in vier delen die telkens een belangrijke verandering markeren: transport naar Guantanamo, verandering van camp, terugkomst in België. En af en toe vertelt de zus van de auteur wat de familie thuis doormaakt, hoe ze door het Rode Kruis op de hoogte werden gebracht en hoe ze vreesden voor zijn leven. [Greta De Geest]
Redactie Vlabin-VBC
De auteur is een jonge moslim, geboren in België. Als twintiger bestudeert hij de Koran en reist daarvoor door Turkije, Syrië, Pakistan en Afghanistan. Na de aanslagen van 11 september 2001 begint een wereldwijde klopjacht op terroristen. In november 2001 wordt ook de auteur in Pakistan opgepakt en getransporteerd naar Guantanamo, de Amerikaanse 'terroristengevangenis' op Cuba, waar hij jarenlang vastzit. Hij wordt geconfronteerd met geestelijke en lichamelijke mishandeling, met vernederingen en misbruik van situaties die voor moslims taboe zijn. In dit boek beschrijft hij, met de hulp van zijn advocaat, wat hem overkomen is. Hij legt uit dat het geloof hem en vele anderen heeft recht gehouden. Zijn eigen ervaringen worden af en toe onderbroken door het verhaal van zijn zus die vertelt wat de familie van Moesa thuis doormaakt. Ze weten namelijk waar hij zich bevindt, omdat het Rode Kruis hun dat verteld heeft. In 2005 is de auteur teruggekeerd naar huis, maar zijn leven zal nooit meer hetzelfde zijn. Delen van de tekst staan in dialoogvorm.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.