Ik kom terug : roman
Adriaan Van Dis
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Augustus, cop. 2010 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : DIS |
00/00/0000
Terug naar Zuid-Afrika
Tussen Afrika en Adriaan van Dis bestaat een onverbreekbare band. Zijn fascinatie voor het continent lijkt op een verhaal waar nooit een punt achter wordt gezet. In juli 2010 werd de zevendelige VPRO-televisieserie Van Dis in Afrika uit 2008 heruitgezonden. Twee maanden lang was Van Dis door Zuid-Afrika, Namibië en Mozambique gereisd, op zoek naar parallellen en contrasten met onze westerse samenleving. Voor de auteur was het (ook) een poging een antwoord te formuleren op de vraag of en hoe het continent was geëvolueerd na zijn eerdere bezoeken, waarover hij verslag had gedaan in zijn boeken Het beloofde land (een reis door de Karoo) en In Afrika (zijn tocht door het door burgeroorlogen verziekte Mozambique).
Met Tikkop, gesitueerd in een naamloos blijvend vissersdorpje aan de Kaap, toont hij zijn verregaande zorg en bekommernis bij de ontwikkeling die Zuid-Afrika momenteel doormaakt. De hoofdpersonages uit de roman, Mulder en Donald, voelen zich beiden geroepen vanuit een persoonlijke visie die niet steeds gelijkloopt met die van de andere, zich het lot aan te trekken van een aan tik verslaafde jongen uit het dorp. 'Tik', zo lezen we in de roman, is 'chrystal meth, een soort superspeed. Ze roken of snuiven het. [...] Het was een gangsterdrug. Tik vrat je hersens weg. Je geheugen. Je gevoel. Je geweten...'
Over schuldgevoel
en verantwoordelijkheid
Met de figuur van Mulder introduceert Adriaan van Dis een personage dat ook al in De wandelaar optrad en tot op zekere hoogte beschouwd kan worden als zijn alter ego. Net als in Tikkop stond in deze roman de vraag centraal hoe en tot hoever een mens zich kan engageren als het erom gaat zich daadwerkelijk in te zetten voor anderen. 'Iets doen': daar kwam en komt het op neer. Voor de wandelaar die Mulder in Parijs geworden is, blijft uiteindelijk relatief weinig hoop: 'Ik geloof in de hoop, omdat er niks anders op zit. [....] Ik geloof in de mens die er per ongeluk is en er het beste van probeert te maken.'
Van Dis: 'Hij is een man die in een ivoren toren zit. Hij zou wel bij de mensen willen horen, maar kan ze niet aanraken omdat hij telkens weer op de muur botst die tussen hem en de anderen staat. En ook is hij een man die, hoewel hij het zich voorneemt niet moreel verontwaardigd te zijn, het niet kan laten gewoon aan de kant te blijven staan.'
Een driftkop ook, die Mulder, die aan het slot van Tikkop zijn verontwaardiging voelt opkomen als hij een Nederlander ontmoet die beweert bang te zijn dat de zwarten het nu écht voor het zeggen krijgen in dat 'megaleuke land' dat Zuid-Afrika is. 'Mulder nam afscheid met een knikje. Zijn hand was een vuist, een vuist bereid een gutsmes te omklemmen, er een bijbel mee uit te hollen en er een kneedbom in te stampen. [...] Zie je wel, hij kon het niet laten zich met de wereld te bemoeien.' Heeft de wereld zich dan met het WK voetbal niet met het land bemoeid?
Van Dis: 'Ik blijf het tragisch vinden dat er zoveel miljoenen zijn ingezet voor de ontvangst van de worldcup. Natuurlijk was het heel belangrijk om te bewijzen dat Afrika het kan, het was een geweldige boost voor de bevolking, maar het is tegelijkertijd een land dat nog steeds afhankelijk is van ontwikkelingshulp en opgezadeld is met een miljoenenschuld, met scholen zonder ramen, scholen zonder boeken, scholen met onderwijzers die zelf nauwelijks geschoold zijn, met een derde van de verkozenen dat niet kan lezen en schrijven.'
Schuldgevoel en verantwoordelijkheid: daarover gaat het in Tikkop. Mulder keert vanuit Parijs naar Zuid-Afrika terug om in het reine te komen met zijn persoonlijke verleden (een liefdesgeschiedenis die hem weer naar het land voert) en met de manier waarop hij zich had geëngageerd in het verzet. Ooit, in de jaren zeventig van de voorbij eeuw, raakte hij betrokken bij de Parijse antiapartheidsbeweging 'Fraternité' (in werkelijkheid heette die 'Solidarité') en mocht hij onder de valse naam Nicolas Martin een aantal weinig spectaculaire opdrachten vervullen in Zuid-Afrika. Net als zijn vriend Donald, die zich weer blijvend in Zuid-Afrika heeft gevestigd en nu in naam van de dorpsbewoners het verzet leidt tegen het falende nieuwe beleid, voelt hij zich genoodzaakt zijn positie als blanke tegenover de kleurlingengemeenschap te bepalen.
Van Dis: 'De toekomst van Zuid-Afrika, en die van het continent, ligt bij de burgers van dit land. Daarom heb ik in Tikkop ook de aandacht willen vestigen op de kleurlingen die al tijdens de apartheidsjaren de kant van de verandering hadden gekozen door zich weg te trekken van de Boeren-Afrikaner en van zijn taal, en nu, in een land dat steeds meer bij Afrika gaat horen, het gevoel hebben niet mee te tellen. Of dit gevoel terecht is, durf ik te betwijfelen. Er zijn genoeg bruine vertegenwoordigers in het gouvernement, maar toch is dit gevoel vrij breed aanwezig. Nu, dit alles betekent niet dat ontwikkelingshulp zomaar afgewezen dient te worden. Het hoort nu eenmaal bij de aard van de mens om te willen helpen. Apen kennen empathie, dolfijnen redden mensen die in zee geraakt zijn, waarom zouden mensen dan niet willen helpen?'
In de roman concretiseert Van Dis deze ideeën onder meer in de figuur van de oesterverkoopster Charmein.
Van Dis: 'Zij staat als bruinvrouw voor de mensen die in armoe gebleven zijn, die de geweldige veranderingen tot zich hebben zien komen via de televisie waarop ze zwarte landgenoten die tot het partijkader behoren, zien rondrijden in een chique Mercedes. Maar wat is er met hen gebeurd? Vaak weinig, heel weinig. Toch zijn er veranderingen geweest. Er is misschien een waterkraan gekomen zodat ze niet meer vier uur per dag hoeven te lopen. Maar door de globalisering en dat scherm van rijkdom van anderen dat voor hun ogen wordt opgetrokken, zijn de mensen ontevreden. Daarom zegt Charmein in de roman: 'We zijn niet zwart genoeg'.'
Kunnen we dan van een tweesporenontwikkeling spreken in het land?
Van Dis: 'Er is vooral het spoor tussen rijk en arm, een kloof die steeds groter wordt, zeker ook omdat van de zwarte mensen die het nu gemaakt hebben geen solidariteit verwacht moet worden. Vroeger was het zo dat arm gewoon een kleur had. Nu zijn er ook steeds meer arme blanken. Voor een blanke was vroeger vanzelfsprekend een baan weggelegd, alleen op grond van de kleur van zijn vel behoorde hij bij de witte, veilige wereld.'
Stienie, Mulders buurvrouw in de Kaap, reageert bitter als Mulder, onder de indruk van de schoonheid van het land, opmerkt dat het toch geweldig moet zijn in zo'n land op te groeien: 'Niet voor iedereen. Niet voor haar drie zonen. Voor hen was er geen toekomst in dit land, wel in Australiê.' Legt de braindrain een hypotheek op de verdere ontwikkeling van het land?
Van Dis: 'Het is inderdaad een bedreiging. Meteen zullen er mensen zijn die zeggen
dat er ook een aantal uitgewekenen terugkomt. Het is een komen en een gaan, maar het is beslist zo dat er niet alleen een witte braindrain is, er is ook een braindrain van goed opgeleide zwarten, bijvoorbeeld van verpleegsters die in Europa gaan werken omdat daar de beste salarissen worden uitbetaald.'
Met de inzet van Mulder en nadien ook Donald voor 'tikkop' Hendrik, raakt Van Dis in zijn roman de vraag naar concrete hulp aan.
Van Dis: 'Mulder is de afstandelijke man die ooit betrokken is geraakt bij het verzet in Zuid-Afrika, Donald is de blanke Zuid-Afrikaan die nu in het land woont, maar zichzelf tijdens de revolutionaire jaren buiten het land had geplaatst. Bij zijn terugkeer is hij, net als zovele anderen die na 1994 zijn teruggekomen, teleurgesteld geraakt omdat hij zich iets anders had voorgesteld. Er is trouwens ook
altijd een lichte spanning voelbaar tussen revolutionairen buiten het land en de mensen die
het zelf hebben opgeknapt. De betweter buiten
de grenzen kortom en de realist in het land.'
En Breytenbach...
Spontaan denk ik hier terug aan Breyten Breytenbach en zijn verzet tegen de apartheid, dat hij, na zijn huwelijk met Yolande, zijn Vietnamese vrouw (meteen een overtreding van de 'ontugwet'), noodgedwongen vanuit het buitenland moest voeren. In Leeftocht (2007) ging Van Dis al uitvoerig in op zijn 'ontdekking' van de dichter Breytenbach ('Ik raakte steeds meer opgewonden over Breytenbachs prachtige taalgebruik. Die schaamteloze lyriek') en op het moment dat hij in Parijs lid werd van Breytenbachs verzetsgroep Atlas (later Okhela) en de Europese vleugel ervan, 'Fraternité'.
In 'De dood en het ruisen van de zee' (opgenomen in Leeftocht) doet Van Dis verslag van een gesprek dat hij in 1982 had met Breytenbach. Die was toen net, onder meer door bemiddeling van de Franse regering, na zeven jaar opsluiting ontslagen uit de gevangenis. Over het Afrikaans zei Breytenbach toen: 'Wat overblijft is een taal voor grafschriften.' Van Dis heeft, zo blijkt uit de verantwoording aan het slot van Tikkop, Breytenbachs jongste werk Berichten uit de middenwereld gelezen. De sfeer die daar wordt opgeroepen in het essay 'Mandela's glimlach' inspireerde hem vooral bij de beschrijving van de toenemende criminaliteit in het land: 'Als je een Zuid-Afrikaanse krant openslaat, dan slaan de verschrikkingen je om de oren. Iedereen praat erover en vlekt die angst uit over je leven.' De angst ook van Donald: 'We zijn nog niet klaar met het verleden, de schuld is nog niet ingelost. Wraak sluimert, je ziet de triomf bij de zwarte rijken: nu wij! En de blanken kruipen weer in hun lager ? ongewild.'
In Tikkop heeft Donald het ook over zijn taal: 'Hier is mijn taal ontstaan: een bastertaal, gevoed door slaaf en boer. Geen taal kon de schoonheid en de pijn zo raak benoemen. Daarom het ek teruggekom, na die bron, na die Kaap, waar ek my ore laat wandel.' En over de vissers van het onderdorp luidt het: 'Zij spreken een prachtig Afrikaans, ze halen de mooiste woorden uit hun netten op, ook al lezen en schrijven ze zelden of nooit. Maar hun woorden passen niet meer op de nieuwe tijd. Hun taal is besmet. Onze taal is besmet. Nog even en hij gaat verloren.' Is dat zo?
Van Dis: 'Het Afrikaans is weg op de radio, het is weg op de televisie, en dat heeft een aantal mensen verwittigd. Nu zie je Afrikaners die, uit angst dat hun taal verloren gaat, contact zoeken met het Nederlands. Maar ik meen dat de toekomst van het Afrikaans in Afrika ligt, dat de taal weer beladen kan worden met Afrikaanse waarden.'
Over de politiek
In hoeverre de politiek bij dat alles een rol kan spelen, daar twijfelt de schrijver (nog):
Van Dis: 'Jacob Zuma doet het niet slecht. Hij is een man die de taal van het volk spreekt. Ik heb hem ontmoet, ik heb hem uitgebreid gesproken, en het was een heel charmante boef... Ik weet niet hoe zuiver hij was, het corruptieproces is in de doofpot gestopt. Misschien moeten wij met een andere maat meten in de derde wereld. Ik wil gewoon dat de bevolking zelf met zijn leiders afrekent. Wij moeten ons daar niet mee bemoeien.'
In Tikkop verwoordt Van Dis dan toch via Mulder, die op zoek is naar schoonheid, ook in de politiek, de idee dat een land waar de kloof tussen arm en rijk door een aangepast en eerlijk beleid wordt verkleind, ook mooier is. De schoonheid van het landschap die zo afstraalt op de mensen. [Jooris Van Hulle]
Gerard Oevering
De hoofdpersoon, Mulder, die eerder in de in Parijs spelende roman De wandelaar (2007) optrad, keert terug naar Zuid-Afrika. Als oppossant onder de naam Martin keerde hij zich in zijn studietijd tegen het apartheidsbewind. Omringd door nieuwsgierigheid, misdaad, corruptie en dieven woont hij in de Kaapprovincie en krijgt hij sympathie voor een drugsgebruiker. Hij probeert hem te laten afkicken. Dit mislukt. Hij neemt zich voor meer dan vroeger een 'menschenlezer' te worden, die kiest voor 'afstand, uit liefde'. Maar zijn drang om zich met de wereld te bemoeien wint het uiteindelijk. Van Dis schreef een overtuigende, moralistisch getinte geschiedenis over zijn 'geheugenreis' naar Zuid-Afrika. De kern is dat hoop de enige rijkdom van de arme is. Een verhaal met levendige, elkaar vlot opvolgende gebeurtenissen en ontmoetingen, snelle dialogen, een uitstekende sfeertekening en treffende observaties. Mulder is een alias voor Van Dis. In de hoofdpersoon klinkt zelfspot door. Dit maakt deze roman van onheil, teleurstelling en mislukt idealisme zo lezenswaard. Paperback; normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.