In een blauwe zon
Steven Graauwmans
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Poëziecentrum, 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12383 |
00/00/0000
In 2006 verscheen bij uitgeverij Holland in de Windroosreeks Uitzicht lotto, de debuutdichtbundel van Steven Graauwmans. Zijn tweede bundel Reservisten van maandag stelde Graauwmans in 2009 voor in de 'Bel-Etage'-reeks van het Poëziecentrum, een reeks waarin redacteur Hedwig Speliers opmerkelijk jong talent aan het woord wil laten.
Graauwmans schetst in zijn verzen een nogal desolaat beeld van de actuele samenleving. Zijn personages zijn inderdaad 'reservisten', mensen die aan de zijkant staan maar elk moment opgeroepen kunnen worden. Daarbij overheerst een zeker fatalisme: "je kan niet ontwijken / de kogel die je zal doden", staat er al in het openingsvers. En verderop is het leven een "blijfdrang" die "niemand verzoent" (blz. 9). Heel wat gedichten teren inderdaad op die routine, die op een genadeloze manier wordt beschreven: alles is zoals steeds, zoals het 'moet'.
Die levenswijze wordt daarenboven vaak opgeroepen in agressieve beelden. De trein nemen is eerst een gevecht om in de coupés te raken, vervolgens een dooddoende verveling en uiteindelijk de onafwendbare vertraging. Het is een typerend beeld voor de sfeer die deze bundel domineert. Alle personages bewegen zich op een dergelijke manier in een leven dat hun vooral vreemd lijkt en dat door de dichter in krachtige beelden en details bijzonder unheimlich wordt voorgesteld. Zelfs de liefdesrelatie laat geen plaats voor helden en wordt beschreven als een 'hinken', 'fluisteren' en 'verdrinken'.
Graauwmans is zo zelf ook een reservist, een cynische toeschouwer die de wereld ontmaskert en daarbij ook zichzelf genadeloos reduceert. Formeel oogt deze lyriek nogal klassiek, ook al maakt de auteur gebruik van fragmenten of probeert hij in zijn vers meerdere stemmen te laten doorklinken. Al bij al is dit een boeiende bundel, ook al zijn lang niet alle verzen van hetzelfde niveau. [Dirk De Geest]
Redactie Vlabin-VBC
In zijn tweede bundel schetst de Vlaamse dichter Steven Graauwmans (1972) een desolaat beeld van de actuele samenleving. Zijn personages zijn 'reservisten', mensen die aan de zijkant staan maar elk moment opgeroepen kunnen worden. Daarbij is er sprake van fatalisme: 'je kan niet ontwijken / de kogel die je zal doden', staat er al in het openingsvers, en verderop gaat het over een 'blijfdrang'. Heel wat gedichten teren op die routine, die op een genadeloze manier wordt beschreven en vaak wordt opgeroepen in agressieve beelden. De trein nemen betekent een gevecht om in de coupés te raken, en vervolgens een dodelijke verveling. Ook Graauwmans zelf is overigens een reservist, een cynische toeschouwer die de wereld ontmaskert en zichzelf genadeloos reduceert. Formeel oogt de poezie nogal klassiek, ook al maakt de auteur gebruik van fragmenten of probeert hij meerdere stemmen te laten doorklinken. Een boeiende bundel, al zijn lang niet alle verzen van hetzelfde niveau. Verschenen in de 'Bel-Etage'-reeks van het Poëziecentrum, waarin redacteur Hedwig Speliers jong talent aan het woord wil laten.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.