Double-face
Jef Geeraerts
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff/Manteau, 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : GEER |
Magazijn |
Meulenhoff/Manteau, 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 2865 |
Dirk Leyman
ob/kt/28 o
Van Simon Vestdijk tot Arthur Japin: talloze Nederlandstalige schrijvers hebben hun verknochtheid aan klassieke muziek beleden. In de bundeling Muziek en emotie heeft nu ook Jef Geeraerts de status questionis gemaakt van zijn auditieve passies, waarvoor hij zijn columns uit het allang verdwenen tijdschrift Kunst & Cultuur bundelde. Geeraerts heeft herhaaldelijk beweerd dat muziek voor hem de hoogste kunstvorm is. "Muziek is de enige kunst die tijd en ruimte gasvormig kan maken, de kosmos angstaanjagend onvatbaar, de condition humaine allesoverweldigend." Geeraerts schuwt enige dweepzucht en tromgeroffel niet. Zijn eerste moment musical, een ware aardverschuiving in zijn gehoor, beleefde hij in 1942, toen hij op zijn twaalfde met zijn moeder naar Wen die Götter lieben ging kijken, een Oostenrijkse film over Mozart. "Mijn huid trok samen, ik kreeg het koud en begon te snikken." Geeraerts slaat de lezer in de ban met zijn zintuiglijke aperçu's over Bach, Mahler, Schubert, Wagner, en anderen, vol herinneringen aan bijgewoonde concerten met zijn overleden echtgenote Eleonore. Het boekje culmineert in een zoete liefdesnacht anno 1956 met een Congolese minnares op de tonen van Mozarts strijkkwintet KV 516. Muziek & emotie is meer dan een coda bij Geeraerts' oeuvre.
Eva Berghmans
ob/kt/16 o
Jef Geeraerts' naam staat niet op de bel. Alleen de hare staat er: Eleonore Vigenon. Geeraerts' vrouw en muze, met een naam als van een personage, overleed vorig jaar in augustus aan slokdarmkanker. Muziek & emotie, waarin Geeraerts de columns bundelt die hij voor het intussen ter ziele gegane blad Kunst & Cultuur schreef, is aan haar opgedragen. Uit het hele boek blijkt hoe erg zijn liefde voor muziek verweven was met zijn liefde voor haar. Drie, vier keer per week zaten ze samen in een concertzaal. 'Sinds Eleonore dood is, ga ik niet meer. Ik heb het een keer geprobeerd, een concert met de drie laureaten van de Koningin Elizabethwedstrijd voor viool. Na de eerste, die een prachtige uitvoering gaf van een vioolconcerto van Sjostakovitsj, ben ik weggegaan. Zonder haar kan ik er niet van genieten. Als ik De Munt of De Singel nog maar binnenkom, denk ik al: wat doe ik hier? Wij praatten veel over muziek. Zij had ook een heel goed gehoor. Als een pianist een foutje speelde, keken wij meteen naar elkaar. Dan wist ik: zij heeft het ook gehoord. Haar dood was een totale schok die alles door elkaar gegooid heeft. En dat gaat niet over, integendeel. Ik zit hier alleen. Wij deden alles samen. Ik ga wel eens eten met vrienden, maar dat is maar een heel flauw surrogaat. Gelukkig heb ik twee poezen. (kijkt zoekend rond) Waar zitten ze nu toch?'
Troost heeft hij dus niet gevonden bij de muziek. Hij wijst richting muziekinstallatie en cd-verzameling. 'Dat is de enige muziek die ik nog beluister, maar ook niet te veel. Een cd is minder intens dan een live-uitvoering, maar ook dan nog kan de emotie mij volledig overvallen, en er is niemand om ze mee te delen. Muziek is irrationeel, even irrationeel als doodsangst. Weet je wat me nu dikwijls overkomt als ik naar muziek luister? Dat ik mezelf lijk te hypnotiseren en de stroom van indrukken kan oproepen die mijn leven vormt. De weemoed die ik al mijn hele leven voel, begint ook heimwee te worden, naar toen ik jonger en sterker was. Ik ga dan bijvoorbeeld terug naar het jaar 1942. Ik zie hoe Hoboken er toen uitzag, hoe de Duitse officieren door de Pelikaanstraat wandelden. Of ik zie de jezuïeten, de blik in hun politieogen, de rector die me op mijn zestiende vroeg: "Meneer Geeraerts, is er een probleem met uw ziel?"'
Is er een probleem met uw ziel, meneer Geeraerts? U heeft zich altijd militant atheïstisch opgesteld. Aan de andere kant gebruikt u vaak religieuze metaforen. Als u over klassieke muziek schrijft, heeft u het over inwijdingen, die u als haast mystieke ervaringen omschrijft. Heeft u god dan toch gemist in het voorbije jaar?
(stellig) 'Nee, nee, dat heeft daar niets mee te maken. Ik heb geen behoefte aan god. Op mijn zestiende ben ik mijn geloof verloren, en ik heb het nooit gemist. Maar die jezuïeten roken dat, he. Ze hebben me verdorie een keer laten volgen door een jonge surveillant in burger, toen ik op weg was naar mijn minnares, een veel oudere Jodin. Rechtstreeks durfden ze daar niks van te zeggen, natuurlijk.'
Maar een hang naar spiritualiteit, naar een groter geheel, is u niet vreemd?
'Dat is zo, daarom is muziek voor mij de hoogste kunst. Ze is onstoffelijk en irrationeel. Aan de emotie die klassieke muziek oproept, kun je je niet onttrekken. Ze is er direct, en je kunt niet duiden waar ze vandaan komt. Dat heeft iets van een mysterie. Dat roept het gevoel op dat je deel uitmaakt van een andere spirituele wereld waarin de biologische tijd wegvalt.'
'Muziek & emotie' leest bij momenten als een pleidooi voor meer ruimte voor de emotie en het irrationele. Die gevoeligheid valt moeilijk te rijmen met uw machoreputatie. Bent u aan de zijde van Eleonore een ander man geworden?
'Bwah, volgens haar zat er verbetering in, maar ze vond me toch nog altijd een macho. Vergis je niet, ik heb nog heel wat machotrekken. Ik kan niet tegen zwakheid, of tegen aarzeling.'
'Mensen die geen emotie kennen, zijn oninteressant. Heel veel mensen kunnen zich alleen maar druk maken om een herfstblad op hun oprit of dure kleren waarmee ze kunnen opscheppen. Als ik met zulke mensen praat, wat ik zo weinig mogelijk doe, mis ik een dimensie.'
'Emotie geeft een diepere betekenis aan het leven. Muziek is ideaal om die emotie op te wekken, maar ook de emotie die een landschap kan oproepen, schat ik hoog in. Of de emotie die je voelt als je in de wildernis oog in oog met een wild dier staat - ook dan vang je een glimp op van die onstoffelijke wereld waartoe ook de muziek toegang biedt. Contact met dieren, die zintuiglijk veel scherper begaafd zijn dan wij, is belangrijk. Ik bewonder mijn katten. (opnieuw zoekend) Waar zitten die beesten nu toch?'
Als u muziek zo hoog inschat, waarom koos u dan voor de literatuur?
'Ach, de literatuur. In de rangorde van de kunsten komt die voor mij pas op de vierde plek - na muziek, film en architectuur. Ik had niet echt de keuze. Schrijver word je niet, je wordt als schrijver geboren.'
'Voor muziek had ik geen talent. Ik heb wel eens een blauwe maandag piano gestudeerd, omdat het moest van mijn ouders, maar ik deed veel liever andere dingen. Ik zat veel liever in de garage van mijn vader aan motoren te prutsen.'
'Trouwens, als ik nu kan kiezen tussen een zogezegd diepzinnig gesprek onder intellectuelen of eentje over auto's, dan weet ik het ook wel. Geen gezanik over nieuwe modellen, maar het echte werk: als ik een manoeuvre uitvoer, weet ik wat er onder de motorkap gebeurt. Ik wil begrijpen hoe dingen werken, daarom praat ik ook liever met muzikanten dan met musicologen.'
Stel dat u wel het talent had gehad, was u dan niet liever componist dan schrijver geweest?
(schudt het hoofd)
Of dirigent?
(enthousiaster) 'Ja, dirigent wel, dat was iets voor mij geweest. Een orkest van een man of tachtig naar mijn hand zetten, dat zou me wel liggen. In Congo heb ik ook een tamelijke machtspositie bekleed, en dat beviel me wel. Napoleon is mijn grote voorbeeld. Als hij een bevel gaf, moest het onmiddellijk worden uitgevoerd, maar bevelen die hij zelf kreeg, lapte hij aan zijn laars.'
Ongeacht hun beroep of levenswandel streven alle intelligente mensen naar hetzelfde doel, schrijft u in 'Muziek & emotie': luciditeit. Heeft u dat doel bereikt, nu u de tachtig nadert?
'Als je je ogen opentrekt en je best doet om de wereld te begrijpen, dan krijg je onvermijdelijk een groter inzicht met het ouder worden. Een echt teken van intelligentie of wijsheid is dat niet.'
'Ik lees tegenwoordig veel non-fictie, ik kijk ook veel naar documentaires. Ik denk veel na over de kosmos, en over de opwarming van de aarde. Dat is een proces dat ons ver overstijgt - wat politici ook mogen beweren. Rond 2050 zou ik graag een keertje terugkomen om te zien wat er van ons geworden is. Beter zal het er niet op worden. De mens wordt nooit verstandig, hij jammert alleen.'
'In mijn nieuwe boek - mijn voorlaatste, zeg ik altijd - wil ik krantenberichten combineren met korte verhalen in allerlei stijlen, een beetje zoals Louis Paul Boon in zijn Menuet deed. Niet om mijn mening op te dringen, mijn publiek is verstandig genoeg om zelf conclusies te trekken. Voor zolang een schrijver daar nog op kan rekenen.'
Hoe bedoelt u? Bent u bang dat de lezer uitsterft?
'Wel, de jonge mensen (monstert mij even, en zet de puntjes op de i), ik bedoel: de heel jonge mensen, verliezen het contact met de taal, omdat ze niet meer met de pen leren schrijven, maar alles met de computer doen. Als je schrijft, is er een neurologische verbinding tussen je vingertoppen en je hersenen. Als die verloren gaat, gaat ook het gevoel voor de magie van de taal verloren. Wie dat gevoel niet heeft, kan mijn boeken niet lezen. Ik schrijf alles eerst nog met de pen - kijk, daar liggen mijn notities voor het nieuwe boek. De zwarte vogel zal het heten. De dood beschouw ik als een vogel die nu heel hoog - hoop ik - in de lucht cirkels trekt en die op mijn schouder zal komen zitten als mijn moment aangebroken is.'
In uw boeken was de doodsangst vaak een leidraad, en ook in 'Muziek & emotie' klinken de weemoed en de doodsangst mee als motieven. Heeft de dood van Eleonore uw doodsangst aangescherpt?
'Ja, die is niet verminderd. Het is niet de dood waar ik bang voor ben, het is de angst om te sterven. De dood is iets abstracts, maar sterven... dat betekent concreet afscheid nemen. Van het ademen, van het leven en van de muziek. Van dat idee heb ik een afkeer. Ik kan me niet voorstellen dat ik er niet meer zal zijn. Wat zal hiermee gebeuren (maakt een armgebaar naar de woonkamer, waar mooie voorwerpen en kunst een sfeer van harmonie oproepen), met al die voorwerpen die mijn straling hebben opgevangen? Dat vraag ik me ook af als ik naar muziek luister en door de emotie overvallen word: wanneer zal ik niet meer van muziek kunnen genieten omdat mijn bewustzijn weg is? Alles in mij komt tegen dat idee in opstand.'
Eleonore zei ooit in een interview dat ze het jammer vond dat jullie geen kinderen hadden, omdat al die vergaarde schoonheid verloren zou gaan. Deelt u dat gevoel nu?
'Mijn verzet tegen het doodgaan heeft niks met kinderen te maken. Al die emoties horen bij het individu, die kun je niet doorgeven.'
Het leek ook vast te staan dat jullie samen zouden sterven, dat de ene niet zonder de ander zou kunnen voortleven.
'Ja, dat dat hebben we wel eens gedacht. Weet je wat het is? Zolang je je geliefde niet hebt zien sterven, kun je je daar niets bij voorstellen. Je kan daar niet over theoretiseren. Niet lang voor ze stierf, hadden we daar nog een gesprek over, over samen sterven. Ze lag op dat kussen daar en zei: "Zouden wij niet beter samen doodgaan?" Dat was een heel pijnlijk moment. Ik weet nog welke muziek er speelde - de eerste nocturne van Chopin, in de versie van Luc Devos, die ze op pianoforte speelt. Chopin krijgt op dat instrument een heel bijzonder timbre. Ken je die versie? (staat op om de cd op te zetten) Die muziek speelde terwijl Eleonore en ik het over sterven hadden. Toen ik niet reageerde op haar voorstel, zei ze: "Och, het is niks, leeft gij nog maar een klein beetje verder."'
'Dat doe ik dus, ik blijf overeind. Maar makkelijk is het niet. Ze heeft euthanasie laten toepassen, daar, in ons bed. Elke ochtend word ik wakker in een sterfbed, dat laat je niet meer los.'
'De overgang van leven naar dood duurt maar twee minuten, je ziet het gewoon gebeuren. Meteen wordt het voorhoofd koud, de spieren verslappen, en dan is het geen mens meer, maar een onstoffelijk wezen. Zintuigen, bewustzijn, hersenen, alles is weg. Heel hard.'
'(staat op om de Nocturnes weer af te zetten) Luc Devos speelt echt prachtig Chopin.'
DE AUTEUR: Jef Geeraerts (1930) vestigde zijn naam en reputatie in de jaren 1960 met zijn boeken over zijn jaren in Congo. Black Venus, een lofzang op de seksuele krachten van de negerin, is het beruchtst.
HET BOEK: via 'omwegen' van anekdotes wil Jef Geeraerts de overweldigende emotionele kracht van muziek vatten.
ONS OORDEEL: muziek begint waar woorden ophouden, benadrukt Geeraerts, maar hij omsingelt het mysterie in elk geval overtuigend.
Koen Van Boxem
ob/kt/07 o
Jef Geeraerts schrijft over zijn passie voor klassieke muziek in 'Muziek & Emotie'
Op de salontafel in Jef Geeraerts' huis liggen kladjes met handgeschreven aantekeningen. 'Voor mijn nieuwe boek, 'De zwarte vogel'. Het gaat over de dood, over souvenirs van de dood', zegt hij. 'Ik ben veel met de dood bezig. Altijd al. Ik heb in mijn leven een paar keer gedacht: nu is het voorbij. De ontmoeting met de beer, ja. Dat is bekend. Maar ook in Congo, waar ik een tijd heb gewoond en gewerkt. In de bergen.' Hij pauzeert even. 'Verder dan notities geraak ik niet. Ik kan niet aan het echte schrijven beginnen. Omdat mijn vrouw er niet meer is. Eleonore is vorig jaar overleden, zoals u weet. Nu zit ik hier alleen, in een leeg huis. Dat leidt tot apathie.'
De schaduw van zijn overleden vrouw hangt ook over Geeraerts' nieuwe boek, 'Muziek & Emotie'. Het is een bundeling van stukjes over zijn beleving van klassieke muziek die de auteur twee jaar lang maandelijks schreef voor 'Kunst & Cultuur', het maandblad van Bozar. Het boekje wordt morgen in de Bijloke in Gent voorgesteld.
Geeraerts, 80 in februari, is gepassioneerd door klassieke muziek, door optredens, door muzikanten. De liefde bloeide open in de winter van 1942 in een bioscoop in de buurt van de De Keyserlei in Antwerpen. De 12-jarige Geeraerts keek er met zijn moeder naar 'Wenn die Götter Lieben', een Oostenrijkse film over Mozart. Het veranderde zijn leven.
'De camera bewoog zich achtereenvolgens van de jonge Beethoven, die licht voorovergebogen een waanzinnig mooi stuk speelde, naar de toen reeds ten dode opgeschreven Mozart, die aandachtig luisterde en zijn ontroering nauwelijks kon bedwingen. En ik? Mijn huid trok samen, ik kreeg het koud en ik begon te snikken. Mijn inwijding in de emotie van het 'moment musical' vertrok zich snel en onweerstaanbaar. Ik was veroordeeld om me voortaan te laten grijpen op de meest onverwachte momenten, iets waar geen tegenhouden aan is.'
Vriendschap
De klassieke muziek bracht Geeraerts overal in binnen- en buitenland, van Salzburg over Bayreuth tot in Congo. Het aantal concerten dat hij heeft bijgewoond, is niet te tellen. Het aantal gesprekken en vaak daaruitvloeiende vriendschappen met muzikanten evenmin. Noem een musicus en de kans is groot dat Geeraerts zegt: 'Oh, die ken ik heel goed.' Jos Van Immerseel, Gustav Leonhardt, Philippe Herreweghe, Eugene Drucker. Maar bovenal blijft de herinnering aan de emotie die muziek oproept, de instantbevrediging, wanneer oog, oor en de ruimte perfect samenvallen en de werkelijkheid om je heen verdwijnt.
Omdat muziek zo moeilijk vast te houden is - voor je het weet is ze weer weg - is het delen van de ervaring een wezenlijk onderdeel van muziek. En daar is bij Jef Geeraerts na het overlijden van zijn vrouw een abrupt einde aan gekomen. 'Ik ga niet meer naar concerten. Geen enkel. Muziek boeit me niet meer zo. Omdat ik er niet meer met Eleonore over kan praten. Prachtige muziek die me bijzonder lief is, zoals de 'Fantasie in F' van Franz Schubert of 'Tristan und Isolde' van Wagner, kan ik niet meer beluisteren. Omdat ik altijd moet denken aan vroeger, toen ik samen met Eleonore luisterde. Raar, hé.'
'Mijn vrouw en ik begrepen elkaar zonder woorden. Eleonore was zeer gevoelig aan de uitvoering. Ik herinner me nog een recital van Radu Lupu in deSingel in Antwerpen, waar we heel vaak kwamen. Hij speelde een klein foutje in een sonate van Schubert. Niemand hoorde dat. Eleonore wel. En dan keken we naar elkaar, omdat we allebei die sonate zo goed kenden.' De schrijver vertelt het met een stille stem, vaak in korte zinnen, alsof ook praten over muziek hem zwaar valt.
Onstoffelijk
Geeraerts noemt zich in het boek nadrukkelijk geen muziekkenner, wel een muziekliefhebber. 'Ik ken wel graag de achtergrond van muziekstukken, maar ik ben geen wandelende encyclopedie van anekdotes.' Schrijven over muziek is haast onmogelijk, noteert hij een beetje paradoxaal. 'Muziek is onstoffelijk. Je moet er via omwegen over schrijven, via een bepaalde gebeurtenis, of een ontmoeting, een gesprek.' Dat doet Geeraerts in 'Muziek & Emotie' met verve. Zijn wat moeilijke verhouding met Wagner en de Festspiele ('Tristan und Isolde' vindt hij prachtig, maar Wagner is natuurlijk wel een antisemiet) beschrijft hij voortreffelijk.
Een ontmoeting met Mark Eyskens leidt tot een afrekening met 'de computergestuurde muziekmachine' van de Berliner Philharmoniker. 'Na de pauze blies Abbado Schubert op tot een triomfantelijke Beethoven. Waar was het omfloerste timbre van de Weense instrumenten ? Waar was de weemoed die Schubert zo kenmerkt ? Toen het applaus plus bravogeroep losbarstte met een gescandeerde hysterie die me deed denken aan de Nürnberger Parteitage, zat ik beduusd, mat, pro forma te applaudisseren. En daarna, tijdens de receptie : Mark Eyskens die over Herr von Karajan begon.' Het zal niemand verbazen dat Geeraerts von Karajan netjes fileert. 'Hij beheerde in hoofdzaak eigenlijk een effectenbeurs van solisten- en opnamecontracten met bankfilialen in Zürich en Vaduz.'
Het zijn zeldzame zure oprispingen, want doorgaans schrijft Geeraerts vooral over zijn liefde voor muziek en muzikanten. 'Muziek & Emotie' is geen muzikale gids, Geeraerts wil niemand overtuigen, noch bekeren. Maar net daardoor doet hij dat wel. Als hij in het laatste hoofdstuk schrijft hoe hij in 1956 de liefde bedrijft met een zwarte vrouw met het strijkkwintet KV 516 op de achtergrond, krijg je al snel zin om naar de muziekwinkel te hollen.
Rock-'n-roll
Geeraerts muzikale smaak is bijna uitsluitend klassiek gekleurd. Hoe dat komt, weet hij ook niet precies. 'Als kind kende ik enkel de radio, waar ik veel naar luisterde. Klassiek, ja. Mijn moeder noemde dat 'zware' muziek. Ik ging ook wel eens naar concerten in de Elisabethzaal, naast de dierentuin. Ik heb daar nog Wilhelm Kempf en Benjamino Gigli gezien. Dat waren monumenten.'
Je zou verwachten dat Geeraerts, die op veel gebieden een erg avontuurlijk leven leidde - lees er zijn beroemde 'Gangreen'-cyclus nog eens op na, ook rock-'n-roll zou omarmen. Maar nee. 'Zegt me niks. Elvis Presley? Nee. Jazz? Pianist Art Tatum en het Modern Jazz Quartet kan ik smaken, maar dat is het dan.' 'Ik hou van muziek uit de 19de eeuw met uitlopers naar later, Richard Strauss en Dimitri Sjostakovitsj, en vroeger, Bach.' Zijn lievelingscomponist? 'Schubert', antwoordt hij meteen, om daarna zijn keuze meteen te nuanceren. 'Het is te zeggen: stukken van Schubert. Maar er zijn zoveel componisten van wie ik bepaalde werken prachtig vind. Maar ze moeten me wel beroeren. Met het serialisme, waaruit alle emotie is gebannen, heb ik niets.'
Ondanks zijn passie voor de muziek heeft Geeraerts nooit muzikale ambities gehad. 'Mijn ouders hebben me wel gedwongen piano te leren spelen, maar dat heb ik nooit graag gedaan. Het interesseerde me niet. Het schijnt nochtans dat ik niet slecht kon spelen. De partituur van een kwartet kan ik ook wel lezen, maar dan houdt het op. Ja, zoals ik in mijn boekje schrijf, heb ik wel eens fantasieën dat ik een groot concertpianist ben. Maar die tijd is ook voorbij. Het is nu nog alleen maar stil in mijn huis.'
Als Geeraerts in het laatste hoofdstuk schrijft hoe hij in 1956 de liefde bedrijft met een zwarte vrouw met het strijkkwintet KV 516 op de achtergrond, krijg je al snel zin om naar de muziek- winkel te hollen.
00/00/0000
Muziek betekent veel voor Jef Geeraerts. Al in Gangreen 1: Black Venus bleek klassiek een reddingsboei. Als hij uit Congo vlucht, zijn een grammofoon en een aantal platen het enige wat hij uit de chaos redt. En ook in zijn misdaadromans zijn er voortdurend verwijzingen naar de heilzame werking van de muziek, met als hoogtepunt het fraaie boek Sanpaku, een muzikale thriller. Geeraerts schreef ook een tijdlang columns over klassieke muziek voor Kunst & Cultuur en die zijn nu gebundeld in Muziek & emotie.
Het boek is opgedragen aan Geeraerts' overleden echtgenote Eleonore. Niet enkel de opdracht, maar ook de uitvoering van het boek maakt dat duidelijk: Muziek & emotie ziet er precies zo uit als De spoken van Jef Geeraerts, het boek dat Eleonore over zijn werk schreef. Was dat haar cadeau aan hem, dan is dit zijn eerbetoon aan haar. Het boek memoreert immers een aantal momenten van opperste gelukzaligheid die ze dankzij de muziek samen beleefden. Geeraerts steekt niet onder stoelen of banken dat hij muziek de hoogste kunst vindt, omdat ze in staat is volledig bezit van je te nemen. Het is dat gevoel dat hij in woorden tracht te vatten. Een onmogelijke opdracht, zo beseft hij ook zelf: 'Schrijven over muziek is moeilijk. Omdat je met uiterst beperkte middelen en uiterst omzichtig, via omwegen, de meest onstoffelijke vorm van emotie moet besluipen.' Geeraerts komt dan ook vaak niet verder dan het uitdrukken van zijn grote bewondering voor bepaalde stukken en musici of de beschrijving van wat hij voelt bij zijn lievelingsmuziek. Een enkele keer probeert hij het gevoel opgeslorpt te worden ook stilistisch te evoceren door zijn Gangreen-stijl te hanteren: oeverloze ritmische zinnen zonder punten en komma's. Geeraerts blijkt vooral van romantische muziek te houden: Beethoven, Chopin, Mahler, Schubert (liefst uitgevoerd door Brendel), Wagner, zij komen, naast Bach en Bartok, het vaakst ter sprake. Dat zijn natuurlijk stuk voor stuk componisten die gevoelsmuziek geschreven hebben, stukken die je bij de keel grijpen. Precies dat is wat Geeraerts van muziek verwacht: geen gedachten, geen theorie (hij fulmineert tegen de wetenschappelijke benadering van musicologen), maar emotie. Muziek die de magische kracht heeft je tot tranen toe te bewegen, die je uit je lood slaat, die je in een andere wereld verplaatst, daarnaar is hij op zoek.
Doordat Muziek & emotie een verzameling losse stukjes is, is het niet vrij van redundantie. Een aantal verhalen vertelde Geeraerts al op andere plaatsen en ook binnen het boek zelf zitten er nogal wat overlappingen. Storend zijn ook de passages waarin zijn respect voor muzikanten omslaat in pronkzucht: Geeraerts als persoonlijke vriend van wereldvermaarde muzikanten als Jan Michiels, Jos Van Immerseel of Eugene Drucker. Dat verhindert echter niet dat de liefdevolle beschrijving van zijn passie aanstekelijk werkt. [Carl De Strycker]
Bernard Huyvaert
De Vlaamse schrijver Jef Geeraerts (1930) staat vooral bekend om zijn "Gangreen"-cyclus, waarin hij zijn ervaringen in Belgisch Congo beschrijft. Heden ten dage schrijft hij vooral thrillers. Maar Geeraerts is ook een melomaan die graag concerten bezoekt. Hij beschouwt zichzelf niet als een musicoloog. Musicologie is een steriele wetenschap. Ook tegenover muziekrecensenten staat hij eerder afkerig. Hij laat zich enkel door zijn gehoor leiden. Het boek bestaat uit een aantal columns met de beschrijving van 'Moments musicaux', muzikale topmomenten die een rol hebben gespeeld in het leven van Geeraerts en zijn vrouw Eleonore. Want de liefde voor de (klassieke) muziek is bij Geeraerts onlosmakelijk verbonden met de liefde voor zijn muze. Muziek is de hoogste onder de kunsten. Muziek is irrationeel, heeft met emotie te maken. Er zijn tussendoor heel wat verwijzingen naar Geeraerts 'heidense, heilige periode' in Congo. De keuze van werken, componisten en uitvoerders is uiteraard subjectief. Enkele componisten die aan bod komen: Bach, Mahler, Bruckner, Schubert, Sjostakovitsj, Bartok. Heel persoonlijke luisterervaringen, dus zonder vakjargon, maar ook erg subjectief, zoals je ze uitwisselt in de pauze van een concert.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.