Reis naar het einde
António Lobo Antunes
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Anthos, cop. 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 11406 |
31/12/2009
Eén jaar na de anjerrevolutie van april 1974 maakt de familie van Ana ? bang voor de communisten ? zich op om Portugal te ontvluchten om, zoals zovele grootgrondbezitters en geprivilegieerden van de dictatuur, naar Brazilië te emigreren en er een nieuw leven te beginnen. Bedoeling is in Monsaraz, waar het familiedomein gelegen is, de Guadianarivier over te steken die daar de grens met Spanje vormt. Maar alles dreigt in het honderd te lopen als Ana's grootvader Diogo, de patriarch van de familie en vader van drie kinderen waarvan er maar één normaal is, een trombose krijgt en in de coma raakt. Rond het sterfbed van deze huistiran ("van andermans leed word ik al even misselijk als van ongestelde vrouwen") speelt zich de slotscène van een burlesk drama af ? met een vermeende erfenis als inzet ?, waarbij alle geheimen van deze totaal gedegenereerde familie als verrotte lijken komen bovendrijven. Dit alles gebeurt tegen de achtergrond van een eeuwenoud volksfeest, waarbij stieren in de straten worden losgelaten op de mannelijke jeugd ("een verkwikkend spoor van lawaaierige rampspoed") en de drank overmatig vloeit.
Het verhaal wordt beurtelings verteld door de belangrijkste actoren, maar springt meermaals en meestal onverwacht over op andere personages, waardoor gedurig nieuwe gezichtspunten ontstaan. Ook de behandeling van tijd is willekeurig: heden, verleden en toekomst groeien onlosmakelijk verbonden door elkaar heen. Hoewel de geschiedenis zelf zich in amper vijf dagen afspeelt (de twee dagen voor en de drie tijdens de fiesta in het tweede weekend van september), worden we ? soms in dezelfde zinsnede ? geconfronteerd met gebeurtenissen die zich jaren voordien of later in de tijd hebben voorgedaan. Een mozaïek in een mozaïek van verhalen, waarbij de verhaallijn nogal eens op de achtergrond raakt om plaats te maken voor een reeks groteske portretten van personages die Goya of Ensor hadden kunnen inspireren. Monsterlijke wezens, zonder scrupules of schaamte, alleen eropuit om anderen te gebruiken en de eigen lusten te voldoen: Ana's man, de tandarts Nuno, die zijn familie in de steek zal laten; Ana's moeder, een pachtersdochter die gedwongen werd om de maniakale zoon Gonçalo te trouwen; Ana's oom, die alles en iedereen in het ronde neukt; Ana's broer Francisco ten slotte, een schizofrene jongen met artistieke neigingen, de enige die, jaren later (ondanks zijn drugverslaving en de uitzichtloze armoede waarin hij komt te verkeren) teken zal geven van enige menselijkheid en hang naar geluk.
Lobo Antunes is literaire geweldenaar van eerste orde, wat tot uiting komt in zijn obsederende stijl die drijft op een stormvloed van onophoudelijke, soms erg verrassende beeldspraak. Een schrijver met een onmiskenbare verbale kracht, die zich op zijn best kan meten met de grootste schrijvers ter wereld. Die kwaliteit demonstreert hij ook in dit boek, dat na een wat moeizaam begin steeds beter op gang komt en in de tweede helft op kruissnelheid raakt, met een aantal halucinante passages tot gevolg. Dat het in zijn geheel iets minder gelukt is en soms samenhang mist, heeft zeker te maken met zijn werkwijze, die hij in een van zijn kronieken ? die in het weekblad 'Visao' verschijnen ? wel eens heeft omschreven als impulsief: "Zonder plan en al tastend een weg zoeken in een roman die zichzelf beter begrijpt dan ik ooit zou kunnen". [Jan Baes]
Drs. G.A. Ribbink
Zoals alle boeken van de Portugese schrijver Lobo Antunes is het hoofdthema in dit boek de dramatische veranderingen die zich in Portugal (en haar koloniën) voltrokken als gevolg van de Anjerrevolutie in 1974. Dit keer wordt het verhaal verteld aan de hand van een familie van grootgrondbezitters die zich bedreigd voelt door de linkse revolutie. Tijdens een familiebijeenkomst rondom het sterfbed van de patriarch van de familie en tegen de achtergrond van het jaarlijkse dorpsfeest vertelt ieder familielid zijn verhaal. Lobo Antunes (1942) is een goede verteller, maar zijn boeken vereisen wel wat inspanning van de lezer. Dit boek stamt uit 1985, maar is nu pas in het Nederlands vertaald. Mooie vertaling van Harrie Lemmens (zie ook Fado Alexandrino). Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.