Het Derde Rijk : een nieuwe geschiedenis
Michael Burleigh
Michael Burleigh (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2009 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 330.91 BURL |
31/12/2009
Dit boek biedt een bijzonder goed gedocumenteerde geschiedenis van het terrorisme in Europa, de VS, Afrika en het Midden-Oosten sinds de 19e eeuw. Grote delen van Azië en Midden- en Zuid-Amerika vallen net als het staatsterrorisme buiten het gezichtsveld. Michael Burleigh hanteert zoals altijd een meeslepende, verhalende stijl, maar vervalt al te vaak in scheldpartijen tegenover de linkse intellectuelen. Hier en daar daalt hij af tot een bedenkelijk peil, zodat je geneigd bent het woord 'culturele' uit de ondertitel te schrappen.
Ook al ben je het niet eens met Burleighs obsessies, toch is Bloed en woede ? als je de negatieve retoriek wegdenkt ? een naslagwerk waarin je zowat iedereen kunt terugvinden die van ver of nabij betrokken was bij het "moderne terrorisme". En als het over feiten en niet over opinies gaat, blijft Burleigh doorgaans wel objectief. Minder objectief is hij dan weer als het gaat over de drijfveren van de terroristen, die in zijn visie zowat allemaal vallen onder de categorie van de misdadigers. Zelfs wanneer hij de tijdelijke achtergronden beschrijft die op zijn minst een gedeeltelijke verklaring verschaffen voor een machteloze woede die een uitweg zoekt in geweld, typeert hij de daders steevast als dwazen die een oppervlakkige of helemaal geen kennis hebben van de ideologie die ze beweren na te streven.
Het boek begint met de 19e eeuwse Fenians, een alliantie van Ierse en Amerikaans-Ierse bommenleggers, en vervolgt met de kwistig met springstof smijtende Russische nihilisten en revolutionairen. Franse en Duitse Anarchisten terroriseerden zowel Europa als de VS. Met het hoofdstuk 'Dood in de zon' bevinden we ons voor de eerste keer in Palestina, en is de stap gezet naar het Midden-Oosten. Verder wordt ingegaan op het drama tijdens de Olympische Spelen van München 1972, waarbij vijf Palestijnse terroristen en alle negen gegijzelde Israëlische atleten omkwamen. Burleigh blijft in Europa met de beschrijving van twee zonder meer verschrikkelijke episodes: die van de Italiaanse Rode Brigades en van de West-Duitse Rote Armee Fraktion. Hij wijdt nog een hoofdstuk aan de terreur in kleinere landen, zoals de lange oorlog van dertig jaar in Noord-Ierland en het blijkbaar nooit eindigende geweld in Baskenland. Het is echter vooral het "islamitisch terrorisme" dat hem fascineert. Daar focust hij nl. op in een lang laatste hoofdstuk en in zijn nabeschouwingen, waarin hij nog eens alle registers opentrekt.
Burleigh geeft toe dat de "jihadistische opstand" ? de term waarmee hij de terreuracties van Al-Qaeda, de Taliban en tutti quanti onder één noemer brengt ? het werk is van een minderheid. Een van de voornaamste tekortkomingen van de hele islamitische wereld is volgens hem echter dat daar niet duidelijk het verschil wordt gemaakt "tussen de begrippen zonde en misdaad". Daarnaast stelt hij dat islamitische inwijkelingen op aanstoken van radicale imams "geen begrip opbrengen voor plaatselijke wetten". Wat dat betreft, maakt hij zich vooral boos op de "te lankmoedige" Britse overheden en op linkse politici, die de moslims in bescherming nemen tegen neofascisten. Links brengt trouwens alleen maar "huis-, tuin- en keukendenkers" voort. Ronduit woedend is hij ? en nu met reden ? op Rowan Williams, de aartsbisschop van Canterbury, die zich bereid verklaarde "het toestaan van 'milde' sharia-wetgeving op sommige terreinen" te overwegen. Ook de universiteiten van Oxford en Cambridge krijgen een veeg uit de pan omdat ze Arabisch geld aanvaarden voor leerstoelen over de islam.
Ondanks alles verwacht Burleigh een kentering aan de linkerzijde, wat de weg zou vrijmaken voor een "gezamenlijk front" van de westelijke democratie voor het opzetten van een langetermijnbeleid van bijstand en toenadering.
Over de koloniale en imperialistische machten die de wereld ? via onderdrukking, uitbuiting en de terreur van twee wereldoorlogen ? voor een groot deel maakten zoals ze is, wordt in dit lijvige boek met geen woord gerept. [Robert Schoeters]
L. van der Hulst
Micheal Burleigh schreef een omvangrijk overzichtswerk van het terrorisme vanaf de negentiende eeuw. Grofweg vallen terroristen in twee groepen uiteen: terroristen met ideologische motieven en nationalistische bewegingen die zich bedienen van terroristische strategieën. Hier is Burleigh wat subjectief in zijn keuze. Hij legt niet uit waarom hij het Algerijnse FLN als een terroristische beweging beschouwt en bijvoorbeeld de Vietcong niet. Veel aandacht is er voor de hedendaagse islamistische terroristen. Burleigh heeft geen begrip voor de terroristen en hun sympathisanten en ontdoet ze van elke romantische allure. De ideologie is meestal erg dun en vaak onderscheiden ze zich nauwelijks van ordinaire criminelen en psychopaten. De lezer wordt niet gespaard en met gruweldaden om de oren geslagen. In dit belangrijke werk geeft de auteur een inzicht in de psyche van de terrorist en in zijn nawoord komt Burleigh met conclusies die de bestrijding van terrorisme kunnen helpen. Eerder schreef hij een tweeluik over de politieke cultuur vanaf de negentiende eeuw en een ideologische geschiedenis van het Derde Rijk. Met eindnoten, een literatuuropgave en een register.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.