Aardse machten : religie en politiek in Europa van de Franse Revolutie tot de Eerste Wereldoorlog
Michael Burleigh
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2008 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : Duitsland 945.3 |
31/12/2008
Met dit boek heeft de Britse historicus Michael Burleigh zijn lezerspubliek nogmaals met een kanjer bedacht. Wat hij daarin uitgebreid schrijft over Adolf Hitlers misdadige nationaal-socialistische regime is voor het grootste deel bekend en vult al hele bibliotheken. Burleigh heeft zijn studie echter zo aangepakt en gerubriceerd dat de lezer meer dan ooit versteld staat over de omvang van het massale moorden. De nazi's waren al voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog begonnen met het "verwijderen uit de samenleving" van elementen die beschouwd werden als schadelijk voor het Arische ras en de ontwikkeling van het Duitse Rijk. In het begin ging het nog om Duitse mannen, vrouwen en kinderen met een voor de nazi's onwelgevallig letsel. Die eliminatie gebeurde vakkundig, zij het met enige discretie, terwijl miljoenen Duitsers hun Führer bejubelden. Onmiddellijk bij de Duitse inval in Polen (september 1939) begon het grootschalige moorden pas goed. Op het einde van de oorlog in de lente van 1945, toen het grondgebied van het Derde Rijk verschrompelde, de buitenlandse vijanden buiten bereik waren en miljoenen Joden op industriële schaal waren vermoord, bleven de Duitsers zelf opnieuw als vijanden over. Naar het oordeel van Hitler en van zijn propagandapapegaai Goebbels was het hele Duitse volk hen immers niet waardig geweest en verdiende het dan ook in hun ondergang te worden meegesleurd. Hitlers laatste bevelen beoogden de totale vernietiging, de verschroeide aarde. Wat zei Hitler op het einde? Dat hij te lankmoedig was geweest tegenover zijn Duitse politieke vijanden. Vrijwel tot de dag van de capitulatie gingen SS en SD door met het vermoorden van buitenlandse gevangenen, maar ook van Duitse deserteurs en 'defaitisten', die standrechtelijk aan lantaarnpalen werden opgeknoopt. Hitler en zijn vrouw van één dag Eva Braun hadden dan al zelfmoord gepleegd en ook Goebbels en zijn vrouw waren de dood ingegaan, na eerst hun hele kroost te hebben vergiftigd. Zij verkeerden in de waan dat ze zouden herinnerd worden als historische helden. Burleighs boek is in feite één grote aanloop naar de beschrijving van dit abjecte einde van Adolf Hitler, die zichzelf aanbood als de door de Voorzienigheid gezonden Germaanse verlosser en die in de catacomben van zijn Berlijnse bunker werd teruggeworpen op zijn ware, weerzinwekkende en "taarten verslindende" zelf.
Koelbloedige onverschilligheid legde Hitler ook aan de dag tegenover de collaborateurs in de bezette gebieden. Hij misbruikte hen waar en wanneer het hem het best uitkwam, vooral om de uitgedunde rangen van Wehrmacht en SS aan te vullen ? op de duur waren zelfs vrijwilligers van "minderwaardige rassen" welkom. Burleigh beschrijft hoe Hitler en de hoogste nazileiders de collaborateurs wantrouwden en hun nationalisme afwezen. Germanen, zoals Scandinaven, Nederlanders en Vlamingen, zouden gewoon bij het Rijk worden ingelijfd, de rest zou volgens de nazistische rassenleer bv. worden ondergebracht in een fel gereduceerd Frankrijk of andere territoria, waaruit naar willekeur slaven konden worden geput.
Nochtans was het grote sterven niet met Hitler begonnen, maar wel in 1914, door toedoen van vorstenhuizen en politici die zich lieten voorstaan op hun christelijk geloof en hun Europese beschaving. En ook na 1945 was het niet afgelopen, zeker niet in Oost-Europa en in de Sovjet-Unie, waar bij stalinistische zuiveringen en volksverhuizingen nogmaals ontelbare slachtoffers vielen. Dit alles indachtig, doet wie heden ten dage in Europa terechte verontwaardiging uitspreekt over de misdaden van fanatici en terroristen, er dus goed aan enige bescheidenheid te betrachten.
Terwijl Burleigh, zich steunend op een overvloed van feiten en gedreven door een diep historisch inzicht, aantoont hoe het Europese continent in de 20e eeuw ten prooi viel aan een in de omvang ongeëvenaarde wreedheid, heeft hij ook oog voor "eilandjes van menselijkheid in een zee van bloedvergieten en onverschilligheid" en ook voor hen die in Duitsland zelf verzet boden. Daarbij vermeldt hij o.m. sociaal-democraten zoals Otto Wels. Op de noodlottige datum van 23 maart 1933 vergaderde de Rijksdag in de Berlijnse Kroll-opera. Hitler had een twee-derdemeerderheid nodig voor de goedkeuring van zijn zgn. 'machtigingswet', waarbij grondwettelijke rechten als vrijheid van vergadering en meningsuiting werden afgeschaft. De nazi's en hun katholieke en conservatieve bondgenoten bezaten die meerderheid niet. Dat werd draconisch opgelost: de 81 communistische rijksdagleden, waarvan de meesten al waren gearresteerd, werden niet meegeteld. En zo kreeg Hitler met 444 stemmen tegen 94 zijn dictatoriale macht, die hij nooit meer zou afgeven. De enige tegenstemmers waren de sociaal-democraten. Onder hoongelach en dreigend gebrul van overal in de zaal opgestelde SA'ers en SS'ers bevestigde de sociaal-democratische fractievoorzitter Otto Wels zijn geloof in de democratie. Die houding van Wels noemt Burleigh "dapper", terwijl hij in zijn hier al besproken boeken Aardse machten en Heilige doelen (zie De Leeswolf 2007; p. 645) alleen maar misprijzen voor de sociaal-democraten opbrengt. Het is een raadselachtige ommekeer. [Robert Schoeters]
L. van der Hulst
Nederlandse vertaling van het omvangrijke standaardwerk over het Derde Rijk van de historicus Michael Burleigh. De Engelse editie verscheen in 2000. Burleigh beschouwt het nationaal-socialisme als een politieke religie. De rol van Adolf Hitler als messianistisch leider, de heilsverwachting, de rituelen en retoriek hebben volgens hem een sterk religieus element. Na een korte beschrijving van de Weimar republiek begint hij zijn analyse vanaf het aan de macht komen van de Nazipartij in 1933. Veel aandacht is er voor de houding van de Duitse bevolking en de gevolgde politiek in de diverse bezette landen en de holocaust. Herhaaldelijk vergelijkt hij het Derde Rijk met haar Stalinistische tegenhanger, de Sovjet-Unie, maar ook met middeleeuwse chiliastische volksbewegingen. Burleigh visie is controversieel, maar zijn argumentatie is genuanceerd en overtuigend. De schrijfstijl is prettig en helder. Burleigh schreef later, (maar eerder vertaald) de studies 'Aardse Machten' en 'Heilige Doelen' waarin het religieuze element in ideologische bewegingen verder wordt uitgewerkt.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.