De zwarte handel
Herman Portocarero
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Halewyck, 2008 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : PORT |
Filip Huysegems
i /ul/25 j
'Misschien biedt de recente geschiedenis van Haïti een scenario voor de hele planeet'
Herman Portocarero (1952) is lid van ons corps diplomatique. Zijn beroep deed hem al postvatten in Ethiopië, Jamaica, New York en Cuba en tegenwoordig werkt hij opnieuw in Kingston, Jamaica. Tegelijk is Portocarero schrijver. Sinds Het anagram van de wereld uit 1984 bracht hij vrijwel elk jaar een boek uit, waarvoor hij doorgaans de inspiratie opdeed op zijn verblijven in verre oorden.
Portocarero's jongste roman heet Haïtiaanse nachten. Haïti wordt in de volksmond wel eens verward met Tahiti, maar dát eiland ligt ongeveer een halve aardbol verder. Nee, Haïti is het armste land van het westelijk halfrond, ligt in de Caraïbische Zee, en de zwarte bevolking spreekt er Creools, een curieuze variant van het Frans. Zijn geschiedenis is er een van staatsgrepen en dictatortjes en een zichzelf vetmestende politieke kaste. Tegenwoordig probeert de VN er de vrede te bewaren. Het best bekend is Haïti ongetwijfeld als de honk van de voodoo.
Op dat eiland dus komt een buitenlander aangewaaid die een kunststuk wil kopen, maar voor hij er erg in heeft, ploetert hij in zeven sloten tegelijk. Terwijl ergens ene Général Coca broeit op een staatsgreep wordt de vreemdeling gemanipuleerd door bokors en mambo's, mannen en vrouwen die diep geïnitieerd zijn in de voodoo. Als alles achter de rug is, prevelt het Haïtiaanse liefje van de blanke: 'Het is een ongelooflijk verhaal, maar het bewijst hoe écht hun macht is.'
Het motto van de roman luidt: 'Papa Legba, l'uvri bayé pou mwê.' Ik spreek een klein mondje Creools, groot genoeg om te weten dat het betekent: 'Papa Legba, open de deur voor mij.' De deur naar waar?
'In de Haïtiaanse voodoo is Papa Legba de geest die instaat voor de verbinding tussen de spirituele wereld en de onze. Hij is ook de behoeder van wegen en kruispunten. Toen ik op Cuba woonde, heb ik mij nogal beziggehouden met de santería. Dat is een religie met Afrikaanse oorsprong, net zoals de voodoo. Volgens de santería is mijn archetype Elegua, een geest die ongeveer overeenkomt met Papa Legba. Dat strookt met wie ik ben. Ik ben een reiziger, ik leef onder de betovering van kruispunten, van routes, van het toeval, van ontmoetingen onderweg. Dertig jaar ben ik al op pad. Reizen en kruispunten vormen de essentie van mijn bestaan. Papa Legba is mijn beschermheer.'
Is dit verhaal echt gebeurd? Het is geschreven in Port-au-Prince. Een 'étranger' speelt de hoofdrol.
'Ik woon in Kingston, Jamaica, maar ik moet vaak voor mijn werk naar Port-au-Prince omdat Haïti een van de interessantere en moeilijker landen is van mijn jurisdictie. Grote delen van de roman zijn inderdaad daar geschreven. Ik heb mij gedocumenteerd, ik heb er mensen ontmoet en heb Port-au-Prince ondergaan.'
'Wat zich in het verhaal afspeelt, zijn levensechte situaties, de hoofdrolspelers zijn collages van diverse personen. Iemand die Haïti kent, zal de sfeer, de plekken, de geuren en de toestanden herkennen.'
Het idee dat het publiek over Haïti en voodoo heeft, wordt grotendeels bepaald door zombiefilms en de James-Bondrolprent 'Live and let die'.
'Tja, die films bieden een karikaturale Hollywoodversie van voodoo. Trouwens, betere films zoals The comedians, naar de roman van Graham Greene, met Richard Burton en Liz Taylor, brengen het er nauwelijks beter vanaf. Hollywoodinterpretaties zijn doorgaans voodoo-onvriendelijk, en dompelen de voodoo in een sfeer van duistere magie. Haïti heeft niet de macht om tegen die beeldvorming op te boksen.'
'Haitiaanse nachten' is het sluitstuk van een trilogie.
'Er is een overspannende boog die drie boeken verbindt. Het begint met New Yorkse nachten, [2006, en dat jaar bekroond met de Hercule Poirotprijs voor beste misdaadroman, fh]. Daarin wordt een terroristische aanslag op het VN-gebouw in New York verijdeld. Het complot achter die aanslag blijkt vertakt te zijn naar de Caraïben, wat verklaard wordt in Jamaicaanse nachten [2007]. De finale van die intrige zit in Haïtiaanse nachten.'
Voor wie heeft u dit boek geschreven? Je moet wat bagage hebben om mee te kunnen.
'Wie het boek in al zijn complexiteit wil smaken, kan best een en ander weten over de geschiedenis van Haïti. Maar andere aspecten van het verhaal zijn heel toegankelijk, toch? Het is een spannend verhaal, er zit een familiegeschiedenis in over de vete tussen de Crèvecoeurs en de Bonenfant-Sauvages, er is het liefdesavontuur van Etranjé en Amande, die elkaar uiteindelijk vinden.'
Een intrigerende zin uit uw boek: 'Wat als Haïti in plaats van achter, voor is op de geschiedenis?'
'Het is een provocerend zinnetje, ik weet het, maar ik geloof dat het waar is. Haïti is een heel onveilig land, waar mensen geleerd hebben om in hun eigen hoofd te leven. Misschien biedt de recente geschiedenis van Haïti een scenario voor de hele planeet. Die zal evenmin een veiliger plaats worden. We kunnen dingen leren van die onveiliger plaatsen: bijvoorbeeld het vermogen om kracht te vinden in jezelf, ook in slechtste omstandigheden. De verteller concludeert op het einde: "Waar anders dan in eigen hoofd valt er nog te schuilen?" Want in de buitenwereld wordt het moeilijker. In België hebben we daar geen benul van. Hier leven we in een cocon.'
Hoezo, meer in je hoofd leven? Kunt u die claim wat aanscherpen?
'Afrocaraïbische religies, zoals de santería en de voodoo, zijn ontstaan omdat mensen in afschuwelijke situaties - zoals de slavernij - iets moesten vinden om op terug te vallen. Ze hebben een houvast gevonden in religies die een spiritueel rijk aanbieden dat bevolkt is door geesten - geen goden - die archetypes belichamen. Men zoekt een geest waarmee men zich kan vereenzelvigen, en die geest zegt wat jouw weg in het leven is. Ik ben een reiziger - dat is dus mijn lot. Wat goed en kwaad is voor mij, wordt bepaald door wat goed en kwaad is voor mijn archetype. Als jouw archetype Ogún is, de krijger, dan ben jij iemand die met geweld zal moeten omgaan, want dat is dan jouw lot. Bij de vrouwen heb je bijvoorbeeld Erzulie, de verleidster. Is zij jouw patrones, dan leef jij opdat je zou kunnen verleiden; maar je type kan ook een moederfiguur zijn. Dit is allemaal heel belangrijk geweest in de overlevingsstrategieën van de mensen in de Caraïben, omdat ze daardoor een houvast kregen. Wat er ook voor afgrijselijks in de buitenwereld gebeurde, je had iets dat je vertelde wat jouw weg in het leven was.'
Ziet u daarin een contrast met het Westen?
'Waarin geloven we nog in het Westen? In het volgende gadget. In een grotere auto. Ik wil niet de armoede verheerlijken, maar armoede maakt je vindingrijker. Dat is iets wat ik geleerd heb. Het materialisme dat we in het Westen kennen, is iets waar Haïtianen, op een kleine minderheid na, nauwelijks van kunnen dromen. Deze mensen zijn verplicht d'aller vers les esprits. Omdat het voor hen de enige weg vooruit is.'
HERMAN PORTOCARERO
Haïtiaanse nachten.
Van Halewyck, 192 blz., 17,50 euro.
Dirk Martens
i /un/19 j
Haïtiaanse nachten is het derde en laatste deel van wat uiteindelijk een trilogie is geworden, die eerder de hitte van de nachten van New York en Jamaica verkende. Voor de roman New Yorkse nachten kreeg Herman Portocarero de Hercule Poirot Prijs 2006 voor 'de beste Vlaamse misdaadroman', als 'een vrijwel uniek meesterwerk in de Vlaamse thrillerliteratuur'. Een beetje sneu voor het genootschap van Vlaamse misdaadauteurs, waartoe de prozabedrijvende diplomaat nooit gerekend wordt, maar dit geheel terzijde.
Portocarero's boeken hebben iets vreemds. Letterlijk. Wie Haïtiaanse nachten leest, vergeet op slag dat de roman geschreven is door een Vlaamse jurist opgegroeid in Antwerpen en Sint-Katelijne-Waver. De romans van Portocarero druipen van authentiek exotisme en draaien rond de oude slavencultuur van de Cariben en de magie en voodoo die de oude plantage-eilanden in hun greep houden, met ingewikkelde complotten en machtsspelletjes, omgeven door dampen van ganja (zoals marihuana bij de rasta's heet). Niet gezien door de toeristenbril van een voorbijganger, maar doorleefd en vol expertise.
Als u die drie boeken een gemeenschappelijke titel zou geven, wat zou het worden?
Herman Portocarero: 'Gewoon: De nachten . Het zijn drie verschillende types van maatschappij: de heel rijke in New York, die van een ontwikkelingsland als Jamaica, dat het toch vrij goed doet, en dan de Haïtiaanse, een land dat helemaal achteraan bengelt. Als ze alledrie iets gemeen hebben, dan is het dat de realiteit telkens anders is dan de schijn. De boeken willen dieper ingaan op hoe die maatschappijen functioneren. Ik wil laten zien waar die manier van functioneren vandaan komt. Hoe het leven wriemelt onder die oppervlakte. Aan de hand van die drie situaties maak ik een beschrijving van de echte wereld, in de context van macht en manipulatie.'
Die ambassadeur, de overleden broer van madame Crèvecoeur, ik heb zo het gevoel dat dat personage een oude bekende was van u.
'Dat zou wel kunnen. De personages zijn allemaal afgeleid van echte personen. Die in dit geval een beeld moeten geven van de verloederde zwarte bourgeoisie in Haïti, die aan de kant stond van François Papa Doc Duvalier...'
...wiens regime destijds een slechte naam in Europa had, alleen al door de moordpartijen van zijn presidentiële privé-politie, de Tonton Macoutes.
'Ja, maar ik schrijf dus vanuit de Haïtiaanse maatschappij. En dan was Papa Doc de eerste sinds Napoleon door wie de zwarten aan de macht waren. Haïti is altijd een hard land geweest. Ons beeld van Haïti, Papa Doc, voodoo, het zijn allemaal Hollywoodstereotiepen die het gehaald hebben van de realiteit. Voodoo is nochtans een cultuur van archetypes en een leidraad voor het leven, in plaats van zwarte magie. Zo ben ik volgens voodoo een reiziger en word ik beheerst door Papa Legba, de geest die over de kruispunten regeert. Vandaar ook het motto in Haïtiaanse nachten , dat in de Haïtiaanse voodoo mijn lot zou bepalen: Papa Legba, l'uvri bayè pou mwê. Papa Legba, open de deuren voor mij, maak de dingen mogelijk.'
U hebt jaren voor de Verenigde Naties gewerkt, maar u bent er niet mals voor: 'zware jeeps met Belangrijke Blanke Ambtenaren', met 'de gevaarlijk-lege ogen van overtuigde fanatici'.
'Daarmee geef ik in het boek de opinie van de mensen in Haïti zelf weer. Voor hen zijn de neveneffecten van de aanwezigheid van die zevenduizend VN-Blauwhelmen in hun land groter dan de peacekeeping zelf. Tot nu toe heb ik ruim dertien jaar in en met de VN gewerkt. Wat ik in die jaren geleerd heb, is dat de VN als politiek-militaire organisatie zeer moeizaam werken. Dat is niet de schuld van het VN-Secretariaat, maar van de lidstaten.'
'Je kunt moeilijk níet kritisch zijn, als je ziet hoe peacekeeping heel problematisch blijft. De VN zijn niet opgewassen tegen de conflicten van vandaag, in imploderende maatschappijen, met religieuze burgeroorlogen.'
'Maar waar ze zeer goed werk verrichten, is op humanitair gebied. In feite zijn de VN op hun best als ze de lat verleggen, bijvoorbeeld op het vlak van de vrouwenrechten of de rechten van het kind.'
Wanneer u schrijft over een VN-baas die rel schopt omdat er geen warm water is in zijn hotel in Port-au-Prince, dan is dat uit het leven gegrepen?
'Dat is uit het leven gegrepen. De man was misschien extra nerveus die ochtend... Weet u, de VN zijn uiteindelijk een politiek-administratieve organisatie, maar gaan op het terrein werken aan de collectief-psychologische situatie in een vreemd land. Als dan soldaten uit India op bijvoorbeeld Haïti belanden, bevinden die zich op Mars. '
Veel van de grilligheid in de romans van Amélie Nothomb is te verklaren doordat zij als ambassadeursdochter van het ene extreme naar het andere moest verhuizen en zich niet kon settelen.
'Ik mag daar niet over klagen. Ik heb mijn eigen parcours kunnen uitbouwen. Ik ben in Afrika begonnen en heb lange tijd in de Caribische wereld gewerkt. Ook New York is een van mijn thuishavens. De communicatie is zo ontzettend gemakkelijk geworden. Toen ik in Ethiopië gestationeerd was op het einde van de jaren '70, was het alsof ik op Mars leefde.'
'Voor mijn zoon Joaquin is het positief geweest. Hij is nu 25 en verdeelt zijn tijd over New York en Jamaica. In New York heeft hij de School of Visual Arts gevolgd. Ik denk dat hij hetzelfde voordeel heeft als Amélie Nothomb. Het is gemakkelijker voor creatieve mensen om een uitweg te vinden.'
31/12/2008
Dit derde deel van de trilogie, met als vorige delen New Yorkse nachten en Jamaicaanse nachten (resp. Van Halewyck, 2006 en 2007), is wellicht het beste zoniet toch het meest intrigerende van de reeks. De drie boeken staan zonder meer op zichzelf, maar wie er één van leest, zal wel proberen ook de andere op de kop te tikken.
Het verhaal is eigenlijk eenvoudig: een blanke Yank (Monsieur Etranjé) gaat naar Haïti, dat na de val van Aristide wel bijzonder onveilig geworden is, ondanks de aanwezigheid van de UN. Hij wil daar een antieke wandelstok op de kop tikken in de hoop er in New York een flinke stuiver aan te verdienen. Hij komt echter terecht in de politieke manoeuvres die in het land aan de gang zijn. Daar is generaal CoCa (= ex-majoor Lorédan = Toussaint II) die via massieve inzet van drugs probeert de macht te veroveren. Hij doet daarbij ook beroep op de magie die zo rijkelijk floreert in het land. Madame Erzulie, bij wie Etranjé de wandelstok kocht, verdwijnt spoorloos. De dame bij wie hij logeert, is al even geheimzinnig. Haar nichtje Amande is een bijzonder aantrekkelijke jongedame die haar charmes terdege gebruikt om Etranjé te betrekken in de op handen zijnde revolte.
In een tweehonderd, soms heel korte, hoofdstukjes, roept Portocarero zeer meeslepend de sfeer van het hedendaagse Haïti op. Van meet af aan bouwt hij een spanning op die je vasthoudt tot het einde van het boek. De laatste zinnen ervan vatten het goed samen. Etranjé vraagt aan Amande:
"Kan ik je vertrouwen?".
Stilte.
Dan. "Ja. Nee. Maar je zult je nooit vervelen".
Dat geldt ook voor Portocarero's werk. Niet te vertrouwen want hij neemt regelmatig een loopje met de lezer door hem op het verkeerde been te zetten. Maar vervelen? Geen moment. Verder valt hogelijk te waarderen dat hij voor het creëren van die spanning geen lijken, schietpartijen of andere bloedige taferelen nodig heeft om effect te bereiken. Verder lukt hij er zelfs in om het voor ons toch absurde gedoe met toverdranken, voodoo e.d. te presenteren als normaal in die Haïtiaanse context.
Wie wat vertrouwd is met de miserie in Haïti kan het boek ook lezen omwille van zijn waarde als maatschappelijk document. En die lezer zal ook gemakkelijker omgaan met een niet altijd even gemakkelijke tekst. Er komen nogal wat Creoolse woorden in voor die geen vertaling meekrijgen: hounsi's, loa's, hounfor... Uit de context valt wel min of meer te begrijpen waarover het gaat, maar een woordje uitleg had het lezen toch wel vereenvoudigd. [Carlos Tamsin]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.