De tijd van wereldoorlogen en crisis 1900-1950
Arie Wilschut
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Waanders, cop. 2008 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : Nederland 941 |
31/12/2009
De tijd van pruiken en revoluties 1700-1800 is het zevende deel uit de tiendelige 'Kleine geschiedenis van Nederland' van uitgeverij Waanders. Het boek is van Arie Wilschut, docent geschiedenis aan de Hogeschool van Amsterdam, directeur van het Nederlandse Instituut voor Geschiedenisdidactiek en auteur van drie andere delen in de 'Kleine geschiedenis van Nederland'.
Wilschut behandelt Nederland in de 18e eeuw, die in de Nederlandse vaderlandse geschiedenis traditioneel synoniem stond met de aanduiding 'pruikentijd', wat dan weer geassocieerd werd met opzichtig vertoon, verval en achteruitgang. Wilschut zet in deze leesbare synthese uiteen waarom dit gangbare historiebeeld minstens eenzijdig is. Want de 18e eeuw was ook voor de Republiek der Verenigde Provinciën een tijd van aanzetten tot revolutionaire vernieuwing van de samenleving. Het verlichte gedachtegoed lag ook in Nederland aan de basis van revoluties die de grondslag legden voor de moderne rechtsstaat en democratie.
Net zoals de vorige delen uit de reeks is De tijd van pruiken en revoluties 1700-1800 overzichtelijk gestructureerd volgens de maatschappelijke domeinen. Het eerste hoofdstuk behandelt de economische en sociale ontwikkelingen. Wilschut brengt in kaart wat de economische stilstand of achteruitgang nu eigenlijk inhield. De rijke en bloeiende Republiek van de Gouden Eeuw zonk economisch tot een niveau dat meer bij haar omvang en positie paste. Het tweede deel is gewijd aan de cultureel-mentale ontwikkelingen, de Nederlandse verlichting, waarin behalve veel burgerlijkheid en braafheid ook radicale gedachten tot bloei kwamen, die volgens de Engelse historicus Jonathan Israël trouwens de Franse Verlichting inspireerde. Het derde hoofdstuk beschrijft de politieke ontwikkeling tot 1766, een tijd van behoud, schijnbare rust en vervreemding van de brede volkslagen van de Oranjestadhouders. Het heersende regime van corrupte regenten en niet al te succesvolle stadhouders werd uitgedaagd door groepen die naar vernieuwing van de staat streefden. Het laatste hoofdstuk bespreekt vervolgens de politieke ontwikkeling vanaf 1766 en de revolutionaire woelingen die uiteindelijk een einde maakten aan het bestaan van de Nederlandse Republiek.
Kaderstukken belichten lieux de mémoire en canonitems, zoals de figuur van Herman Boerhave, de promotie van Linnaeus in Harderwijk, Eise Eisinga en zijn planetarium in Franeker en het pachtersoproer van Amsterdam. Het educatieve opzet van de reeks blijkt ook nu weer uit de kaderstukken over de kenmerkende aspecten van het tijdvak in elk hoofdstuk. Achtereenvolgens komen aan bod: plantages en slavenhandel, de verlichting, het verlichte despotisme en de democratische revoluties. Zoals in vorige delen, schreef Wilschut pakkende instappen bij elk hoofdstuk. Hier toont zich onmiskenbaar de verhalende docent.
Wilschut heeft in de epiloog oog voor de erfenis van dit tijdvak. Terwijl het materiële erfgoed van de 18e eeuw probleemloos wordt gekoesterd, bleef het cultureel-politieke erfgoed lange tijd zeer omstreden. Hoewel toen in het politieke denken de grondslagen werden gelegd voor de rechtsstaat en de democratie, duurde het immers tot lang in de 20e eeuw vooraleer de betekenis van de Bataafse Revolutie werd onderkend voor het moderne Nederland.
Het stevig gebonden boek is prachtig geïllustreerd, zij het dat sommige reproducties van schilderijen wat klein uitvallen. Een chronologie, registers van personen en overige begrippen, en een geselecteerde lijst voor verdere lectuur sluiten deze goed leesbare synthese af. [Walter Smits]
Karel Bostoen
Deel zeven van de 'Kleine geschiedenis van Nederland' is geschreven in het kader van de canon van het Nederlandse geschiedenisonderwijs. Het verschaft broodnodig nieuwe inzichten aan de aanstormende jeugd: corrupte regenten, Oranjes zonder ruggengraat en de homoseksuele heksenjacht. De achttiende eeuw in Nederland heette ooit een suffige tijd: de economie in verval, de tot niets geslonken politieke macht en aanzien in Europa, kunsten en wetenschappen zonder noemenswaardige kwaliteiten enzovoort. Ofschoon die voorstelling van zaken niet helemaal uit de lucht was gegrepen, moet dit beeld grondig worden bijgesteld, gezien de onderzoeksresultaten van de laatste vijftig jaar. Vandaar dat ook veel oog is voor de Verlichtingsaspecten van deze periode. De Amsterdamse historicus Wilschut legt er bijvoorbeeld terecht de nadruk op dat juist toen de grondslagen van onze moderne democratie zijn gelegd. Zijn boek is aantrekkelijk geschreven, doorspekt met levendige anekdotes en prachtig geïllustreerd. Voor een leraar geschiedenis moet het een genade zijn om met dit boek te mogen werken. Daarnaast geschikt voor een breed publiek. Met achterin jaartallenlijstjes, register en literatuuropgave.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.