Zonder mij
Philippe Claudel
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2008 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : CLAU |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2008 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 1493 |
31/12/2008
Het verslag van Brodeck is een parabel op de Shoah waarin het woord 'jood' niet één keer voorkomt" ? als die bewering van de uitgever waar is, druist deze uitleg tegen het impliciete van de parabel in. Als het een parabel is dan niet op de Shoah, hoewel er een kamp in voorkomt. Inderdaad, het is een soort parabel, maar dan een die dwingt één op één te lezen. Nadat eerst knokploegen de steden terroriseren, worden de eerste tekenen van de naderende oorlog zichtbaar. Dan wordt het dorp bezet door troepen van de Fratergekeime. De plaatselijke bevolking raakt er wel erg snel aan gewend; men is zelfs grif bereid de geëiste zuivering door te voeren. Brodeck, een echte vreemdeling, wordt daarvan de dupe en komt in een kamp terecht waar hij letterlijk ? met halsband en voederbak ? als hond behandeld wordt. Hij houdt het vol door te denken aan zijn vrouw, die bij terugkeer totaal veranderd blijkt en moeder van een kind (resultaat van een verkrachting).
Uitgerekend Brodeck krijgt, omdat hij een schrijfmachine bezit (die hij alleen voor onderzoek naar de rivier en de flora gebruikt), opdracht van de mannen van de Herberg een verslag te schrijven van de Ereigneës (de taal is die van Noordrijnland). Drie maanden terug is een vreemdeling naar het dorp gekomen, met paard en ezel, vreemd uitgedost, zwijgzaam, rondlopend met een notitieboekje ? bij voorbaat verdacht.
De knik in het verhaal is dat de bezettingstijd nagenoeg vlekkeloos verloopt maar dat één vreemde man, meteen de Anderer genaamd, iedereen hindert, en niet zuinig ook, met de dood tot gevolg. Brodeck moet alleen de feiten noteren, hoewel hij zelf aan de moord niet heeft deelgenomen. Naast het verslag schrijft hij heimelijk zijn eigen verhaal. Alles wordt derhalve verteld door een vrij onbeholpen scribent, die nogal kwistig van (soms manke) vergelijkingen gebruikmaakt. Dat kun je nog realistisch noemen. Maar het was een parabel. Die wrikt nog het meest doordat het verhaal overduidelijk de tijd van voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog vertaalt maar dat doet naar een middeleeuwse gesloten gemeenschap. Heeft de oorlog de beschaving zodanig verwoest dat in een van de grote wereld afgesloten grensdorp weer primitieve machtsverhoudingen heersen? Waar komt opeens, na jaren bezetting, de angst voor één vreemde man vandaan? Of is de strekking daarvan dat de rollen slechts zijn omgekeerd en de dorpelingen hun vernedering door de vijand wreken op deze ene vijand?
Ik vrees dat Claudel daarin verder gaat. Brodeck heeft het over zijn hondebestaan in het kamp als straf ? want tijdens het transport erheen heeft hij samen met een maat een vrouw met klein kind van hun laatste water beroofd. De metgezel (wel met joodse naam) weigert daarna nog iets te doen en laat zich afmaken. Brodeck is de man die toen en ook nu, hoe groot zijn innerlijke weerstand ook is, doet wat er van hem verlangd wordt. In zoverre is zijn eigen verhaal in de kantlijn van het verslag inderdaad een biecht.
De eerste roman van Claudel (1962), Grijze zielen, speelde zich ook af in de slagschaduw van een oorlog (de Eerste Wereldoorlog), in de provincie. De kracht ervan was de geheimzinnigheid; alles bleef dubbelzinnig. Het lijkt wel alsof hij dit keer bij voorbaat elk misverstand heeft willen voorkomen. Die uitdrukkelijkheid verduidelijkt niet, maar zet vooral de contouren zwaar aan. Zodra de Anderer arriveert, weet elke lezer dat het met de vreemdeling slecht zal aflopen. Dat cliché had de schrijver de nodige vrijheid gegeven toch iets anders te doen, maar Claudel heeft weinig meer gedaan dan bekende schema's invullen. [Jacq Vogelaar]
Drs. F. Meeuwesen
De hoofdfiguur gaat voor een boodschap naar de herberg. Alle volwassen mannen zijn aanwezig. Ze hebben collectief een buitenstaander vermoord. Om dit in goede banen te leiden vraagt men de hoofdfiguur een feitelijk verhaal te schrijven. Als een detective ondervraagt hij iedereen die contact had met het slachtoffer. Langzamerhand ontvouwen de sociale verhoudingen zich in het dorp, de geschiedenis en de achtergronden van de moord. De hoofdfiguur maakt naast een sociologische reis door tijd en dorp ook een reis naar het eigen ik. Hem wordt een spiegel voorgehouden. Hij noteert dit voor zich zelf. Zijn officiële verhaal is het afvalputje van het dorp. Wat hij noteert, moet worden vergeten. De hoofdfiguur kan maar een conclusie trekken! Een ijzingwekkend verhaal. De geboeide lezer zal het in een adem uitlezen, zich afvragend hoe hij zelf gereageerd zou hebben. Prix Goncourt des lycéens 2007. De schrijver (1962) publiceerde eerder o.a. 'Grijze zielen'. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.