De innerlijke geschriften
Zhuang Zi
Zhuang Zi (Auteur), Kristofer Schipper (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Augustus, cop. 2007 |
VERDIEPING 2 : BATAVIA : LICHAAM EN GEEST : 158.1 ZHUA |
31/12/2007
Op de vraag "Welk boek zou u meenemen als u veroordeeld was tot een jaar alleen overleven op een verlaten eiland?", antwoordde de (intussen overleden) beroemde vertaler van Chinese filosofie Wing-tsit Chan zonder enige aarzeling: 'Zhuangzi!' Maar eigenlijk is het geen boek in de strikte zin. Wie van 'De volledige geschriften' van Zhuang Zi en 'Het grote klassieke boek van het taoïsme' verwacht dat het de geschriften bevat van één auteur en een coherente voorstelling van diens filosofie, die komt bedrogen uit.
Veelstemmige taoïstische bijbel
De verzameling Zhuangzi, nu voor het eerst volledig vertaald en toegelicht door Kristofer Schipper, is de vrucht van vele handen en is geschreven tussen de 4e en 3e eeuw v. C. Het bevat korte en langere fragmenten: anekdotes, parabels, allegorieën, mystieke inzichten en filosofische overwegingen; allemaal in proza, dialoog- en versvorm. Van de 33 hoofdstukken die tot vandaag onder de titel Zhuangzi overgeleverd werden, zijn de eerste 7 bewaard als de 'innerlijke geschriften' en grotendeels aan één auteur toegeschreven, nl. Zhuang Zi of Meester Zhuang. De latere hoofdstukken 8 tot 22 zijn bewaard als de 'uiterlijke geschriften' en de eveneens latere hoofdstukken 23 tot 33 als de 'gemengde geschriften'. Deze twee laatste categorieën ? het merendeel van dit verzamelwerk ? bevatten fragmenten van een primitivistische strekking, een syncretische lijn, een soort Chinees 'epicurisme' en fragmenten die nauw aansluiten bij de persoon en ideeën van Meester Zhuang. De primitivisten verfoeien de wetten, debatten en morele waarden van hun tijd en pleiten voor een waardering van de verloren eenvoud, de kleinschalige levensvormen waarin dit allemaal nog niet nodig was. De syncretisten, die dit werk wellicht verzameld hebben, hebben oog voor het positieve in allerlei denkstromingen en proberen legalistische wetten, confucianistische en mohistische deugden en de taoïstische natuurlijke levensstijl te verzoenen. De auteurs die Schipper, enigszins verwarrend, als 'epicuristen' bestempelt, waarschuwen voor de ongezonde en zelfs desastreuze gevolgen van de politiek, en geven steeds prioriteit aan de eigen gezondheid. Dit komt niet alleen het individu ten goede, volgens hen, maar uiteindelijk ook de gemeenschap. De fragmenten die aan Zhuang Zi zelf toegeschreven worden en de hoofdstukken die hier nauw bij aansluiten, zijn niet zo gemakkelijk te typeren. Dit is niet alleen omdat ze van de hand van meerdere auteurs zijn, maar ook omdat theoretische consistentie niet tot hun idealen behoort. In tegendeel: ze drijven vaak de spot met een ijverige filosoof die alles netjes op een rijtje wil zetten. De verhalen, dialogen, verzen en mijmeringen roepen op tot een ingesteldheid of levenstijl, ze duwen je op een bepaalde Weg, of verjagen je van het al te vertrouwde levenspad. Ze beogen iets dat niet altijd helder en consistent is, maar dat je toch niet onberoerd laat. Het is een verzamelwerk dat met vele stemmen spreekt, maar toch één geest uitademt. Al deze overgeleverde teksten geraken zelfs na een zoveelste lezing niet volledig verteerd. Je kan er gerust je dagen mee vullen op een onbewoond eiland.
Dat dit nu ook een optie is geworden voor het Nederlandstalig publiek, is dus te danken aan Kristofer Schipper, die eerder al de 'innerlijke geschriften' vertaalde (Zhuang Zi. De innerlijke geschriften (Meulenhoff, 1997)) en een baanbrekend werk schreef over de rituele aspecten van de taoïstische religie (Tao. De levende religie van China (Meulenhoff, 1988)). Schipper is een van de grootste specialisten van het taoïsme en tevens een gewijde priester in de traditie van de Hemelse Meester. Wellicht was er niemand beter geplaatst dan hij om dit belangrijke Chinese boek in het Nederlands te vertalen en in te leiden. De inleiding, die slechts een tiende van het boek volume beslaat, bespreekt achtereenvolgens de persoon van Zhuang Zi en zijn tijd, de toenmalige samenleving, de Weg, de tekst en zijn geschiedenis, de vertaling, en de latere overdracht van dit werk. Twee belangrijke punten hierin zijn enerzijds Schippers poging om de historische setting van dit werk te reconstrueren en anderzijds zijn korte inleiding tot de filosofie van Zhuang Zi.
Ook al is er weinig geweten over de persoon wiens naam deze verzameling draagt, toch benadrukt Schipper meermaals dat Zhuang Zi geen ambtenaar was en geen politieke ambities koesterde. De afwezigheid van een politiek project maakt dit werk uniek: "De meeste filosofische scholen hadden een politieke rol, en hun boeken waren bedoeld als raadgevingen voor een vorst. [...] Maar dit alles gaat niet op voor de Zhuangzi. Nergens in de geschriften vindt men aanwijzingen van politieke doeleinden of van een vorstelijk mecenaat, anders dan om er de gek mee te scheren." Door deze opvallende attitude blijft de politiek dus toch een van de hoofdthema's in de Zhuangzi, net als bij zijn tijdgenoten, al is het inderdaad in de vorm van verzet, kritiek en spot. Uit enkele verhalen blijkt overigens dat Zhuang Zi een klerk moet geweest zijn. Hij was duidelijk vertrouwd met de ideeën van zijn tijd, maar ook met handel en ambachten, en met de idealen van individuele verlossing en onsterfelijkheid, religieuze praktijken die vooral in steden voorkwamen. Dankzij recente archeologische vondsten probeert Schipper Zhuang Zi's leefwereld vorm te geven. Ook al blijft dit allemaal erg hypothetisch, toch geeft deze benadering geur en kleur aan verhalen die anders puur speculatief en contextloos dreigen gelezen te worden.
Een tweede belangrijk punt van de inleiding schetst enkele cruciale begrippen in het denken van Zhuang Zi, zoals de 'Weg', het wisselspel van yin en yang, de beperking van taal, van denken en debat, en de energie ('qi') die doorheen de werkelijkheid stuwt, haar beweging ordent en verschillende vormen aanneemt, maar steeds voortkomt uit en terugkeert naar de ongedifferentieerde oerchaos ('hundun'). Ik vind de auteur hier niet op zijn best. Bovendien etaleert Schipper zijn persoonlijke voorkeur en afkeer te sterk, zoals ten aanzien van de "stijve leer" van "de brave schoolmeester" Confucius, op een moraliserende toon die wellicht een omgekeerde invloed heeft op de kritische lezer.
Maar het leeuwendeel van dit werk beslaat natuurlijk de vertaling van de Zhuangzi en die is ronduit schitterend: heel mooi, vaak grappig en levensecht, uiterst helder en vlot leesbaar, o.m. dankzij een beperkt maar nuttig notenapparaat. Bij een tekst die zowel qua taal, stijl als inhoud zo moeilijk en omstreden is als de Zhuangzi moet de vertaler niet alleen erg bedreven zijn in het klassiek Chinees, maar ook voortdurend beslissingen nemen die hij niet even uitvoerig kan verantwoorden voor het ruime publiek. Over dit boek bestaat er immers in het Chinees alleen al een lange traditie van commentaren. Bij sommige beslissingen blijf je daarom met vragen zitten, o.m. over de verdeling van de tekst in secties, het motief om fragmenten niet te vertalen, en ook over de vertaling zelf. Om verwarring te vermijden was de 'Weg' best getranscribeerd als alle andere Chinese termen in dit boek ('Dao' i.p.v. 'Tao'). Maar dit alles neemt niet weg dat deze vertaling een waar huzarenstuk is; vierhonderd pagina's literair plezier en intellectueel genot, een heel degelijke introductie van dit belangrijk taoïstisch werk in het Nederlands.
Zhuang Zi uit meermaals zijn bewondering voor mensen die flexibel genoeg zijn om van gedacht te veranderen. Volgens hem deed zelfs Confucius dat niet minder dan zestig keer in zestig jaar. Alleen is Schippers vertaling van de 'innerlijke geschriften' zo goed als onveranderd gebleven (inclusief wat kleine fouten) sinds de vorige uitgave uit 1997. Maar één verandering valt wel op: de Hemel is van zijn hoofdletter ontdaan. In een boek als de Zhuangzi waarin de hemel zo een cruciale en intrigerende plaats inneemt, zet ook deze beslissing aan tot denken, liefst natuurlijk op een verlaten eiland, onder een schitterende sterrenhemel. [Carine Defoort]
Redactie
Deel 1 van dit boek bestaat uit wat waarschijnlijk de oudste teksten zijn van Meester Zhuang en die dateren van ongeveer 300 jaar voor onze jaartelling. De twee andere delen van het boek zijn waarschijnlijk van latere datum en door zijn navolgers geschreven. Het eerste deel bestaat uit 'De innerlijke geschriften', het tweede uit 'De uiterlijke geschriften' en het derde uit 'De gemengde geschriften'. Een verzorgd uitgegeven boek: ruime druk, goed leesbaar en van vele vele noten voorzien. Die zijn prettig geplaatst, direct onder aan de pagina in een kleine letter. De inhoud is fascinerend: het taoïsme wordt heel duidelijk toegelicht met behulp van vele verhalende voorbeelden. En als men de relatie legt naar onze huidige tijd, valt een enorm aantal overeenkomsten op: blijkbaar heeft de mens al duizenden jaren dezelfde vragen en problemen. De tao biedt zowel antwoorden als oplossingen en lijkt een zeer praktische levenswijze voor te staan. De vertaler en toelichter heeft een indrukwekkende klus geklaard waar hopelijk heel veel mensen inspiratie tot een mooier en wijzer leven uit zullen putten. Achterin een zoeklijst van onderwerpen op alfabetische volgorde.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.