Schokkende redevoeringen
J.P. Guépin
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Athenaeum-Polak en Van Gennep, 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 7977 |
31/12/2006
Met de titel verwijst de begin dit jaar overleden J.P. Guépin naar een ketters geschrift uit de late middeleeuwen, De tribus impostoribus. In een soort proloog doet Guépin, bij monde van zijn ik-verteller, het relaas van de manier waarop hij het manuscript -- met daarin de memoires van Petrus de Vinea, de secretaris van keizer Frederik II van Hohenstaufen -- in handen heeft gekregen. Een vriend van hem zou het ontvreemd hebben en om niemand in diskrediet te brengen beslist de ik-figuur de romanvorm te gebruiken. Aan zijn bewerking van de memoires zelf, laat hij verder twee hoofdstukken voorafgaan, waarin God zelf met de studente Annet een reis door de tijd maakt, tot en met het jaar 1220, het jaar waarin Frederik en zijn vrouw tot keizer en keizerin van het Heilige Roomse Rijk werden gekroond door paus Honorius. De God-hoofdstukken alleen al zijn een staaltje van verbluffend historisch inzicht: God is de god van de epicureërs, en met verve beschrijft hij de strijd die in de middeleeuwen werd gevoerd tussen kerk en staat (lees: tussen de elkaar soms snel opvolgende pausen en de keizer). Over Petrus de Vinea vernemen we meer in het tweede deel: zijn studietijd in Bologna, zijn eerste stappen op het pad van de liefde en hiermee verbonden zijn bruuske confrontatie met de methodes waarmee ketters worden aangepakt, zijn gestadige opgang in het milieu van en rond de keizer, zijn vermeende verraad tegenover zijn keizer en ten slotte zijn zelfmoord. In het verhaal van de secretaris van de keizer maak je vanop de eerste rij de intriges mee die aan het hof werden gesmeed, de veroveringen van de keizer, de manier waarop de relaties met Rome werden opgebouwd en al of niet weer afgebouwd. Schitterend zijn de gesprekken over het geloof die Petrus voert met zijn keizer, waarin zij het hebben over "de liegende geschiedschrijver Mozes, de alternatieve arts Jezus en de roverhoofdman Mohammed". Het zijn die gesprekken die moeten bewijzen dat Frederik II zijn geloof was afgevallen. De drie bedriegers evoceert binnen een breeds gedocumenteerd geheel de sfeer van de 13e-eeuwse wereld. [Jooris Van Hulle]
Dr. D.G. van der Steen
In dit boek verenigt de onlangs overleden J.P Guépin zijn vaardigheden als classicus en schrijver. Het is een historische roman over Frederik II, keizer van het Heilige Roomse Rijk (1194-1250), gegoten in de vorm van de fictieve memoires van de historische Petrus de Vinea, jarenlang de machtigste man aan Frederiks hof tot hij in 1249 in ongenade raakte en in zijn cel een eind aan zijn leven maakte. Centraal staan natuurlijk de steeds heviger conflicten tussen de keizer en de paus, met daaromheen onder meer kruistochten, de valkenjacht, de katharen en de graal, en op de achtergrond dat anonieme boek "De tribus impostoribus" ("De drie bedriegers") dat wel aan Frederik II is toegeschreven. Voor kenners van de periode is dit boek een feest van erudiete herkenning. Andere lezers zullen mogelijk moeite hebben om temidden van de stroom van namen en feiten de roman terug te vinden. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.