Dik?
Marieke Otten
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Niet beschikbaar |
Van Tricht, 2005 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : MAKKELIJK LEZEN : BLAUW : OTTE |
31/12/2006
Schrijven voor tieners die moeite hebben met lezen, is misschien wel het moeilijkste wat er is. Leestechnisch komen ze vaak niet hoger dan AVI 6 of 7, het niveau van kinderen van een jaar of zeven, acht. Een bijkomend probleem is dat de meeste lezers die zich in deze doelgroep bevinden bepaald geen lettervreters zijn.
Lezen is door de band genomen bij deze kinderen een 'gare' bezigheid, iets waar je je niet mee inlaat. Een boek is niet meer dan een mislukte video. En deze groep niet-lezers is waarschijnlijk groter dan menigeen denkt. Als auteur moet je dus een echt boeiend verhaal kunnen schrijven waarin pubers zich kunnen herkennen en dat in korte zinnen en met makkelijke woorden. Dat een uitgever als Van Tricht het aandurft om zich met de 'Troef'-reeks te richten op deze doelgroep is prijzenswaard. Terecht dat er voor de serie financiële ondersteuning is door de Stichting Lezen en de Stichting Mien van 't Sant Fonds. De auteurs van de acht hier besproken boeken doen absoluut hun best. Problemen van allochtonen, homofilie, verliefdheid en de 'eerste keer', paranormale begaafdheid, onbekende moeder, pesten, doofheid, paarden: alle mogelijkheden om de moeilijk lezende en ongeïnteresseerde puber over te halen een boek te pakken en uit te lezen, worden uit de kast gehaald. De kans is groot dat het hiermee in ieder geval sneller lukt dan met boeken die te moeilijk zijn, te dik en ook nog eens geen illustraties bevatten voor de broodnodige afwisseling. Nog meer realiteit erin en minder schroom om eigentijdsere taal te hanteren, zouden het succes misschien groter kunnen maken.
Het verhaal van Heleen Bosma, met de wat lastige titel Magie van de waarheid, heeft twee, eigenlijk drie, verhaallijnen. Vera en Aswin moeten voor economie een praktische opdracht uitvoeren én Vera moet voor geschiedenis iemand uit haar familie interviewen. Zij wil daartoe haar oma Roos ontmoeten, maar in de familie zit er iets goed scheef in de relatie met oma. Vera blijkt dezelfde gave te bezitten als oma: zij ziet kleuren rond iemands hoofd als die liegt. Dat heeft de problemen veroorzaakt. Voor de opdracht economie heeft Vera een superplan. Tijdens het fietsen met Aswin onthult ze het: "Ze gaat vlak naast Aswin fietsen. Zachtjes vertelt ze haar plan." Zachtjes, zodat de lezer het dan nog niet te weten komt? Vreemde move van Bosma, die voor het overige een redelijk avontuurlijk en spannend verhaal vertelt. Maar de tekeningen van Petra Novotná zijn pijnlijk slecht. Kinderlijk, vlak en technisch zo onvolmaakt dat je niet begrijpt dat de uitgever deze illustraties naast die van een Dirk Van der Maat of Juliette De Wit durft te zetten.
Een veel groter geheim is dat in Help! Een geheim van Netty van Kaathoven. De 13-jarige Eef ontdekt bij toeval een geheimzinnig bericht op de mail van haar moeder. Al gauw veronderstelt ze dat haar moeder haar moeder niet is. Zijn haar oma en opa ook dan niet de echte? En haar broertje Remme dan? Inderdaad blijkt de mysterieuze Roos haar echte moeder. Even verkeert Eef in ongeveer hetzelfde schuitje als haar Somalische vriendin Afra en haar broer Jomo: zij hebben helemaal geen ouders meer. Die zijn allebei omgekomen in de oorlog in Somalië. De oplossing van het grote geheim voor Eef gaat natuurlijk niet zonder slag of stoot. Zij is danig in de war. Ondanks de simpelheid van het taalgebruik en de eenvoud van stijl, weet Van Kaathoven het toch netjes en redelijk geloofwaardig op te lossen.
Marieke Otten tekent voor twee boeken in de reeks: Gewoon Wouter en Kebab en pindakaas. Ook Otten gaat geen toestanden en problemen uit de weg. Wouter blijkt al snel in het verhaal erachter te komen dat hij homofiel is. Hij schiet gelukkig erg goed met Janna op, want zij vormt een steun tijdens alle geestelijke roerselen. Dat hij gepest wordt door andere jongens, is herkenbaar, want veel jongens in de doelgroep van de reeks staan erg ongenuanceerd tegenover homofiele leeftijdgenoten en dat is dan waarschijnlijk zacht uitgedrukt. Seksuele gevoelens spelen net als in andere boeken in de reeks steeds een rol, maar het beestje bij de naam noemen is er jammer genoeg niet bij. Overal blijft het bij 'onderbuikgevoelens' en 'kriebels': "Wouter krijgt een fijn gevoel in zijn onderbuik." Van een stijve pik is in geen enkel boek sprake, terwijl misschien juist dit soort rechtoe-rechtaan taal deze lezers kan pakken. Liefdesproblemen van geheel andere, maar zeker ook reële aard spelen in Kebab en pindakaas, waar de Turkse Hulya van thuis niet de vrijheid krijgt die zij zo verlangt en die vriendin Lise wel heeft. Haar contact met en haar verliefdheid op de Nederlandse David zijn dan ook tot mislukken gedoemd. Geen absurd verhaal over wantoestanden bij allochtonen, maar een heel aardige en behoorlijk geloofwaardige plot. Ook hier bij Lise geen heftige seksuele gevoelens, maar "fijne schokjes".
Verliefdheid en 'de eerste keer' spelen in Twee liefdes van Marian Hoefnagel de belangrijkste rol. Het gaat vooral om Jos en Anna, die ondanks de verschillen erg veel om elkaar geven. Jos kan niet zo goed leren, Anna juist wel. Daarom begrijpen sommigen hun relatie niet goed. Als 'het' er uiteindelijk echt van komt, beschrijft Hoefnagel het redelijk reëel, maar de saillante details waar de beoogde lezers op zitten te wachten, komen ook hier niet: "Het voelt allemaal goed, totdat het opeens pijn doet". Dat is de meest plastische beschrijving van de daad die je aantreft.
Blijkbaar moet er in deze boekjes verplicht verliefdheid en kussen in zitten, want zelfs bij Stasia Cramers Te groot voor een pony komt op de allerlaatste bladzijde de zoen uit de lucht vallen: "Nico trekt Cindy ineens aan haar arm naar beneden. Ik wil een zoen, zegt hij. Cindy kust hem op zijn lippen. Nico kust haar terug. Dan kussen ze nog een keer ... en nog een keer." Voor de zuivere paardenliefde is Cramer de aangewezen schrijfster, maar al het moois tussen meisje en jongen kan ze beter aan een ander overlaten. Voor de paardenmeisjes onder de lezers een heerlijk wegdroomverhaal.
Gewoon vrienden van Anne-Rose Hermer doet bedacht en geforceerd aan. Zowel Leonie als haar nieuwe, jonge leraar Van der Meer hebben kortgeleden hun vader verloren. Leonie begrijpt Van der Meer bijna nog beter dan hij haar: "Hij was blij dat ik met hem gepraat had na de eerste dag bij ons op school. Vooral omdat hij niemand zonder vader kent die jong is." Los van het feit dat de laatste zin nogal duister is, is de hele situatie die Hermer beschrijft niet geloofwaardig. Mank taalgebruik en onlogische fragmenten op meer plaatsen zorgen ervoor dat dit deel als zwakste uit de reeks van acht komt.
Hoe drie schrijfsters het voor elkaar krijgen om samen Breakdance in Moskou te schrijven, is het grootste raadsel van dit boekje. Voor slechthorende en dove lezers is dit verhaal wellicht herkenbaar, want de kinderen die een uitwisseling met een school in Moskou hebben, zijn allemaal doof, net als hun Russische leeftijdgenoten. Iets van de problematiek die bij doven kan spelen, komt in het verhaal aan de orde: bij Jason thuis is gebarentaal voor zijn tevens dove vader taboe. Praten en liplezen moet Jason van hem. Dat leidt tot problemen die bij horende kinderen uiteraard volkomen onbekend zijn. Een frauduleuze schooldirecteur in Moskou zorgt voor een extra spanningslijntje in het verhaal. Een beetje verliefdheid is een snufje zout in de verhaalpap. [Casper Markesteijn]
D.J. Hoenink
Lise en Hulya zitten in de derde klas van de middelbare school. Ze hebben allebei een oogje op een jongen uit de parallelklas. Het contact tussen Lise en Jonas verloopt wat moeizaam. Hulya legt het aan met David, maar daar zijn haar ouders niet zo blij mee. Hulya is moslim en ze mag geen relatie hebben met een niet-moslim. Lise helpt haar, maar als Hulya's ouders erachter komen, kan ook zij niet veel meer doen. Dit boek is een deel uit de Troef-reeks, bedoeld voor lezers met een achterstand in de Nederlandse taal. Soms is extra uitleg nodig om de verschillen in cultuur en denktrant duidelijk te maken, maar dat haalt de vaart uit het verhaal. De hoofdpersonen zijn wel erg wijs en begrijpend. De emoties blijven enigszins vlak. Het geheel zwalkt wat heen en weer tussen een verhaal over liefde-met-hindernissen en een zelfhulpboek (achterin staan websites en een telefoonnummer voor meisjes met soortgelijke problemen). De korte zinnen beginnen steeds op een nieuwe regel en zorgen voor een ietwat onrustige bladspiegel. Beetje mysterieus omslag, mooie, aquarelachtige illustraties in donkere grijstinten. Makkelijk lezen (AVI 6) voor kinderen vanaf ca. 12 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.