Mijn levens : een reis in de tijd
Mark Eyskens
Mark Eyskens (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lannoo, 2005 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 209 EYSK |
31/12/2005
In zijn nieuwste publicatie De oude prof en de zee waagt Mark Eyskens zich aan een moeilijke vormoefening, een veelgelaagde combinatie van een roman en een essay. De auteur beschouwt dit boek als zijn 'geestelijk testament'. Leidmotief is een uitspraak van Einstein: "wetenschap zonder religie is lam, godsdienst zonder wetenschap is blind". Kort samengevat gaat het boek als volgt. Een emeritus-professor in de fysica -- Nobelprijswinnaar en zondagsschilder -- komt in contact met een bloedmooie studente die een doctoraat schrijft over de relatie tussen "kosmologie en theologie". Reeds tijdens het eerste gesprek maakt de studente een verpletterende indruk op de professor. Gedurende enkele intense weken -- de echtgenote van de professor maakt een reis door China -- voeren ze diepgravende gesprekken, die de draagwijdte van het doctoraatsonderwerp ver overstijgen: de spanning tussen geloof en wetenschap, de relatie tussen fysica en metafysica, de functie van godsdienst, de invloed van het monotheïsme en de verlichting op de maatschappelijke vooruitgang, de stagnatie van de islam, de informatie- en communicatierevolutie enz. Door de intense gesprekken -- waarbij de studente nauwelijks moet onderdoen voor de prof -- komen ze in een geestelijke stroomversnelling terecht, waarbij ze steeds dieper graven en stoten op de religieuze en metafysische laag. Tussen beiden ontstaat een diepe, platonische liefdesrelatie. Het einde van het verhaal is dramatisch. Nadat de studente besloten heeft haar intussen voltooide doctoraat niet in te dienen en aan ontwikkelingssamenwerking te gaan doen ("actief meliorisme"), sterft ze bij een verkeersongeval, de professor eenzaam en ontredderd achterlatend.
Eyskens maakt gebruik van drie tekstvormen (in drie verschillende lettertypen), waarbij de grenzen tussen roman en essay worden afgetast. Er zijn de lange gesprekken tussen beide protagonisten, verbale steekspelletjes waarbij ze op dialectische wijze vooruitgang boeken in hun denken. Daarnaast zijn er de lange stukken uit het doctoraat, die de studente aan de prof voorlegt. Ten slotte is er het e-mailverkeer tussen beiden, waarbij het flirterig-sentimentele nogal eens bovendrijft. Jammer genoeg heeft deze complexe vormoefening nauwelijks een meerwaarde, op de mooie en gevoelig beschreven liefdesrelatie na. De knapste passages zijn net de fragmenten uit het doctoraat. Hier treffen we Eyskens in topvorm aan: kort, krachtig, synthetisch, to-the-point, interdisciplinair. De lange discussies tussen prof en studente daarentegen vervallen te vaak in oeverloos, richtingloos gezwam. Bovendien wemelt het verhaal van de onwaarschijnlijkheden en flauwigheden. Prof en studente kennen elkaar niet, maar ze spreken op identiek dezelfde wijze en gebruiken dezelfde Eyskensiaanse woorden (bv. "kolossaal"). Daarbovenop 'spreken' de figuren een soort vreemd-academische taal, zoals "Ofwel bouwt hij een wetenschappelijk betoog op waarvan het besluit overtuigt door pertinentie en hypothetisch-deductieve en mathematisch-logische juistheid en dan is de probabiliteit maximaal dat zijn werk niet oorspronkelijk is maar veeleer gelijkt op oude wijn in nieuwe zakken". Die nauwelijks uit te spreken zin komt dan nog uit de mond van de jonge doctoranda.
De oude prof en de zee is een mislukte vingeroefening. Het adagium 'schoenmaker blijf bij je leest' geldt hier volop. Het schrijven van een roman is een vak op zich met eigen wetmatigheden, die Eyskens niet beheerst. Hopelijk is dit slechts een voorlopig 'geestelijk testament' en volgt er binnen enkele jaren een codicil in de vorm van een strak essay vol prikkelende ideeën. [Gunter Bousset]
Redactie Vlabin-VBC
In dit boek waagt de Belgische oud-premier Mark Eyskens zich aan een combinatie van een roman en een essay. Het resultaat wordt voorgesteld als het 'geestelijk testament' van de auteur. Een emeritus-professor in de fysica en Nobelprijswinnaar komt in contact met een bloedmooie studente die een doctoraalscriptie schrijft over de relatie tussen kosmologie en theologie. Gedurende enkele weken voeren ze diepgravende gesprekken over de spanning tussen geloof en wetenschap, de functie van godsdienst etc. Er ontstaat een platonische liefdesrelatie, die echter abrupt eindigt wanneer de studente sterft door een verkeersongeval en de professor ontredderd achterblijft. Eyskens wisselt lange dialogen af met stukken uit de doctoraalscriptie en e-mails (in verschillende lettertypen), maar die vormoefening heeft helaas nauwelijks een meerwaarde. Zo zijn de fragmenten uit de scriptie soms kort en krachtig, terwijl de discussies vaak verzanden in oeverloos gezwam. Bovendien wemelt het verhaal van de onwaarschijnlijkheden en spreken de prof en de studente op dezelfde plechtstatige toon. Een mislukte vingeroefening.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.