Op weg naar een consumptiemaatschappij : over het verbruik van voeding, kleding en luxegoederen in België en Nederland 19e-20e eeuw
Yves Segers
Yves Segers (Auteur), Leen Van Molle (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2004 |
VERDIEPING 2 : BATAVIA : TUIN-DIEREN : 630.8 SEGE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds, 2004 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 630.8 SEGE |
31/12/2004
Tijdens het Hoeveweekend van 25 en 26 september staan een groot aantal historische landbouwbedrijven in heel Vlaanderen in de schijnwerpers. Een initiatief van het Davidsfonds (www.davidsfonds.be), dat de voorbije jaren telkens tienduizenden mensen op de been bracht om abdijen (2000), begijnhoven (2001), burchten & forten (2002) en belforten & stadhuizen (2003) te bezoeken. Deelnemers aan het weekend ontvangen de uitgave Landelijk leven in Vlaanderen, maar het voorbije jaar verschenen al verschillende uitgaven die focussen op het historische boerenbedrijf in België of Nederland.
De visueel aantrekkelijkste uitgave is ongetwijfeld het fotoboek De mooiste boerderijen in Vlaanderen en Wallonië, een ode aan de esthetiek van onze historische boerderijen. In totaal komen zo'n 52 locaties aan bod uit heel België, gerangschikt per provincie, 25 in Vlaanderen en 27 in Wallonië. Rosine de Dijn gaat eerst in op het landbouwspecifieke karakter van de provincie voor de individuele locaties beschreven worden. Opvallend is dat vooral Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant qua aantal (beide slechts drie locaties) aan het korste eind trekken, terwijl Henegouwen het grootste aandeel (negen locaties) heeft. De nadruk ligt op hofsteden die op een lange landbouwtraditie en een pittoreske omgeving kunnen bogen: "In de schaduw van een vallei neergevleid of bovenop een heuvelrug, tussen hemel en aarde. Genesteld in de vergeten bocht van een holle weg..." Een tekstuele voorspiegeling van de zinnenstrelende fotografie van Siegfried Himmer, die de onweerstaanbare lokroep naar het romantische boerenleven kracht bij zet. Een aanvulling op het Hoeveweekend, aangezien de meeste locaties die dan bezichtigd kunnen worden (op het Limburgse Monnikenhof na) niet in deze uitgave voorkomen. Dat geldt ook voor de gelegenheidsuitgave Landelijk leven in Vlaanderen. Aan de hand van oude postkaarten wordt een evocatie gebracht van 'zo was het vroeger'; een type uitgave dat de laatste jaren aan populariteit wint. Het landschap, de hoeves en molens, de arbeid op hoeve en veld, de verschillende teelten en neerhofdieren zijn elementen die bijdragen tot het sfeerbeeld. Marktdag en bedevaart zijn twee met het boerenleven vervlochten hoogmissen. Terwijl het land- en tuinbouwonderwijs en de ontwikkeling van pasteurisatie en sterilisatie de industrialisering van de boerenstiel in de hand werkten.
Na de sfeerschepping wordt het tijd om dieper op het boerenleven in te gaan met Leven van het land, Boeren in België van 1750 tot nu. Op een ogenblik dat de boerenstiel meer dan ooit in een kwaad daglicht gesteld wordt, lijkt het opportuun om de roots van de meesten onder ons te herontdekken. 250 jaar geleden zorgde de landbouw immers voor ruim de helft van de tewerkstelling. Sindsdien is dat aandeel verschrompeld tot amper 1,8 procent, maar het rendement schoot de hoogte in. Op slechts tweederde van de toenmalige landbouwoppervlakte werd de melkopbrengst bv. haast verdriedubbeld. Cruciaal daarbij is de overgang van de 19e-eeuwse landbouw, die nauwelijks de inlandse bevolking kon voeden, naar de geïndustrialiseerde en exportgerichte landbouw van de 20e eeuw. In die zin wordt de periode 1750-1880 geduid als 'Het einde van de overlevingslandbouw'. In vier hoofdstukken worden de landbouwontwikkelingen binnen die periode onder de loep genomen, met o.m. aandacht voor de kloof tussen rijke en steeds meer armere boeren (en landarbeiders) en de hongersnood van de jaren 1840. Het arbeidsintensieve rurale overlevingsmodel stortte tussen 1880 en 1950 in elkaar ten voordele van de moderne landbouweconomie. Deel twee van deze uitgave, 'In de greep van de vooruitgang', spitst zich dan ook o.m. toe op de aansluiting die de landbouw zocht bij de prille voedingsindustrie, waarbij investeringen in kapitaal en kennis noodzakelijk waren. Tot slot verwordt de landbouw tot 'Een schakel in de voedselketen' (1950 tot nu). Daarbij wordt gefocust op specialisaties binnen de landbouw, het moelijke evenwicht tussen industriële landbouw en milieu, de rol van de wetenschappen binnen de landbouw en het doorsluizen van kennis via het land- en tuinbouwonderwijs.
Aanleiding voor deze uitgave is de 125e verjaardag van de Faculteit Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen van de KU Leuven. Parallel wordt de tentoonstelling 'Pizzabomen en paarse koeien' (www.pizzabomen.be) georganiseerd, die nog tot 11 november 2004 loopt in de Campusbibliotheek Arenberg te Heverlee. Centraal staat de ontwikkeling van landbouw, voeding en wetenschap. Door inzicht te bieden in de vooruitgang binnen de landbouw, wil de expositie de kloof tussen consument en producent verkleinen. Wie het van de reclame moet hebben, ziet nl. algauw pizza's of ijsjes kant en klaar aan de bomen groeien, terwijl in de alpenweiden paarse koeien voor chocolade zorgen...
En wat is de toekomst van de landbouw? Vanuit landbouweconomisch standpunt brengt Erik Mathijs de gespecialiseerde uitgave De nieuwe landbouw. Daarin wordt gesteld dat de huidige Vlaamse land- en tuinbouw gekenmerkt wordt door (naar buitenlandse normen) vrij kleinschalige, gespecialiseerde bedrijven die via een verwerkings- en distributieketen een anonieme markt bedienen. Dit model zou bij ons weinig toekomst hebben. Differentiatie- en verbredingsstrategieën dringen zich op om vorm te geven aan de 'nieuwe' landbouw. Rechtstreekse distributie via hoeveverkoop, boerenmarkten en voedselteams worden beschouwd als volwaardige alternatieven. De boer van de toekomst haalt zijn inkomsten niet enkel uit landbouw, maar ook uit o.m. natuurbeheer en toerisme. Een handboek 'inleiding tot de landbouweconomie' met visie.
Dat ook Nederlandse historische boerderijen het onderwerp uitmaken van een paar uitgaven, heeft te maken het Jaar van de Boerderij (2003) (www.jaarvandeboerderij.nl). Van 1940 tot 2001 verdwenen meer dan de helft van de historische boerderijen in Nederland, om nog te zwijgen over de karakteristieke bijgebouwen. In totaal vallen vandaag zo'n 6400 boerderijen en agrarische bijgebouwen onder de bescherming van de monumentenwet. Aangezien er daarvan slechts 159 in Zeeland te vinden zijn, is er duidelijk nog werk aan de winkel. Toch gaat het hier om cijfers waarvan Vlaanderen enkel kan dromen. De thematische uitgave Boerenbedrijvigheid, voortgang en behoud bundelt een 30-tal bijdragen die "de historische boerderij en de boerenbedrijvigheid vanuit allerlei gezichtshoeken en op verschillende schaalniveaus belicht. De ontstaansgeschiedenis van de Zuid-Limburgse boerderij, natuurbeheer, bijgebouwen op boerenerven, het gebruik van kleuren op de boerderij, pootaardappelbewaarplaatsen etc. zijn enkele van de uiteenlopende onderwerpen die aangesneden worden.
Ook het interieur van de boerderijen speelt een belangrijke rol. Onder het motto 'Wonen en werken in historische boerderijen' neemt de uitgave Binnen bij boeren een kijkje achter de schermen van het boerenbedrijf. Voorom of achterom verschaffen we ons toegang tot de woon- en werkruimten. De klassieke 'mooie kamer' waar bezoek ontvangen werd, terwijl geleefd werd in de keuken rond de haard of de stoof. Nauwlettend wordt bekeken wat op de vloer ligt en aan de wand gehangen wordt. Voor de proviand was er de kelder, terwijl je voor water en het gemak doorgaans naar buiten moest. Ook de stallen, de dorsvloer, de voeropslag en de zuivelverwerking komen aan bod. De interieurs in huis en stal combineren vaak een historische locatie met moderne invloeden of machines: er wordt geleefd en gewerkt in deze Nederlandse historische boerderijen. Toch bleef heel wat van het oorspronkelijke karakter bewaard. Een interessant fotoboek met verhelderende teksten, die de huidige interieurs beschrijven en kaderen in hun historische functie.
De bouwstijl van boerderijen en stallingen was in het verleden sterk verbonden met de regio en het landschap. Een typisch West-Europees cultuurlandschap dat van in de steentijd door landbouwers ontwikkeld werd, is het heidelandschap dat tot stand kwam door het gecontroleerd afbranden van de vegetatie om bosvorming tegen te gaan. Gedurende duizenden jaren wisten landbouwers te overleven dankzij 'Het paarse landschap'. De gelijknamige uitgave brengt dit natuurfenomeen in kaart. Naast de cultuurhistorische ontwikkeling van de heide -- met aandacht voor de traditionele huisvesting uit steen, stro en plaggen --, wordt vooral de kaart van de gevarieerde fauna en flora getrokken. Natuurbeheer heeft de historische taak van de landbouw overgenomen. [Kris van Zeghbroeck]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.