Ulysses
James Joyce
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2004 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : CLAE |
Sofie Gielis
te/ep/30 s
Wie zichzelf wil kennen / moet kijken in de spiegel / van een andere ziel. Als hij het al niet gebruikt had in zijn encyclopedische autobiografie Het hart van de schorpioen , had dit citaat van Plato het motto kunnen zijn van Paul Claes' nieuwe roman Sfinx .
Sfinx schetst de ondergang van een Weense familie aan het eind van de negentiende eeuw. Het huwelijk van Egon von Löwen, generaal in het leger van de Oostenrijkse keizer, en zijn vrouw Carlotta bestaat enkel op zondag, wanneer de familie zich opdirkt voor een wekelijkse wandeling door het park. Thuis hebben de echtgenoten gescheiden slaapkamers en draaien gesprekken uit op ruzie. Er zijn drie kinderen: de eigenwijze Elisabeth, de verwijfde Horst en de charmante Sophie. Egon haalt zijn maîtresse, Sasja, in huis als kamermeisje. Egon heeft een tijd gediend als commandant in de Balkan. Hij bleek niet opgewassen tegen de chaotische rebellenacties en reageerde wreed. Maar nu zijn de rollen omgekeerd. De Bosnische partizanen hebben zijn jongste dochter in handen en zinnen op wraak.
Een vrouw voor een spiegel is een populair onderwerp in de schilderkunst. Ook aan het eind van de negentiende eeuw was dit tafereel een bron van inspiratie. In Sfinx wordt de spiegel verbonden met het vrouwelijke: Carlotta tooit zich op voor de toiletspiegel, Elisabeth danst met haar spiegelbeeld en zoekt in haar reflectie naar de trekken van haar vader. Horsts homoseksuele gevoelens worden aangekondigd doordat hij net als de vrouwen twijfelend en vergelijkend voor de spiegel staat.
Tegelijkertijd toont de roman een periode waarin vrouwen zich beginnen te roeren en niet langer tevreden zijn met hun onderdanige positie. In plaats van een spiegel te zijn die het ego van de man uitvergroot, zoekt de vrouw in de spiegel naar haar eigenbeeld. Elisabeth is een van die eerste feministes. Ze neemt zich voor nooit te trouwen en tut zich niet op voor mannen, zoals haar leeftijdgenoten doen.
Sfinx is, na Lily , de tweede roman in Claes' Lilith-cylcus. Eva staat bekend als de eerste vrouw, maar eigenlijk was Lilith de eerste vrouw. Zij werd tegelijk met Adam geschapen uit dezelfde stof, maar wilde zich niet aan hem onderwerpen. Eva, de tweede vrouw, werd geschapen uit Adams rib. Eva was wel onderdanig, maar niet gehoorzaam: haar beet in de appel veroorzaakte de zondeval. De vrouwen in Claes' Lilith-cyclus hebben vaak iets van zowel Lilith als Eva - opstandig en noodlottig voor mannen.
Zoals steeds doorweeft Paul Claes zijn roman met symboliek. De titels van de vier delen (,,Maagd'', ,,Stier'', ,,Adelaar'' en ,,Leeuwin'') verwijzen naar de samenstelling van de sfinx, en de meeste personages vertonen kenmerken van het mythische monster: Carlotta is een leeuwin, Elisabeth is een roofvogel, de dochters zijn maagden en Egon is een stier. ,,Samen werden zij het dubbele dier. Samen sidderden ze op vier voeten, samen schommelden hun twee hoofden op het ene tweelinglijf.
De freudiaanse verwijzingen liggen voor het rapen. De psychiatrische instelling waar Horst belandt, is ,,de gevangenis van je moeder, terwijl de strafinstelling waar hij na zijn genezingsverklaring naartoe moet de ,,gevangenis van je vader is.
De optelsom van Freud en sfinx is Oedipus, de man uit de Griekse mythe die het raadsel van de sfinx oplost, zijn vader doodt en zijn moeder huwt. Horst doodt niet zijn vader, maar zijn moeder en raakt daardoor in de war. Volgens de freudiaanse leer moet elke opgroeiende jongen twee periodes doorlopen. ,,In de eerste hoorde hij toe aan zijn moeder: die moest hem wiegen, koesteren en verwennen. In de tweede moest hij haar verlaten voor zijn vader: die moest hem beproeven, uitdagen en sterken. Egon heeft een verhouding met het kamermeisje dat ,,op niemand meer leek dan op de jonge Carlotta die de tien jaar oudere Egon ooit verleid had en Elisabeth is erg gehecht aan haar vader, haat haar moeder (het Elektracomplex) en hunkert uit penisnijd naar een incestueuze relatie met haar broer. ,,Geef hem mij,' fluisterde ze in zijn oor. Jij kunt me geven wat ik niet heb.' Voor de trage lezer verduidelijkt Elisabeth aan Horst op de laatste bladzijden: de sfinx ,,heeft vier voeten, twee borsten en een staart. Het is dier en mens, leeuw en leeuwin, man en vrouw, zuster en broer. Wij zijn de Sfinx.
CLAES schrijft meer vanuit het hoofd dan vanuit het hart. Voor hem is het schrijven van een roman vooral een intellectuele zoektocht die begint bij het lezen van andere romans. Maar door de dubbele bodem te expliciteren, gunt Claes zijn lezer geen intellectuele voldoening. Er valt niets meer te ontdekken, je moet slechts lezen wat er staat.
Het kijken in de spiegel van een andere ziel gaat Claes niet goed af. Doordat het schrijven intellectueel precisiewerk is, blijft de roman onbezield. Sfinx brengt een tijdperk tot leven, maar de personages blijven bloedeloze illustraties van een psychoanalytische tragedie. Zichzelf een spiegel voorhouden kan Claes wel. ,,Alles kan je: alles, behalve gevoelens verwoorden, klonk het in Het hart van de schorpioen . In Sfinx blijkt zijn gelijk.
DE AUTEUR Paul Claes (1943) schrijft romans, essays en poëzie. Zijn werk werd bekroond met onder meer de ECI-prijs en de Multatuliprijs. Daarnaast is hij een gerenommeerd vertaler van Sappho, Joyce, Mallarmé, Pound, D.H. Lawrence, Bataille en Rimbaud. Voor zijn vertaalwerk werd hem in 1996 de Martinus Nijhoffprijs toegekend.
Marc Holthof
ob/kt/02 o
(tijd) - Hij is een schrijver zoals je denkt dat een schrijver er hoort uit te zien, verward en met bril. Ooit zag ik een interview met hem waarin hij het woord 'ik' zelfs niet gebruikte, zo sterk vertoefden zijn gedachten in abstractere regionen van universeel intellectualisme. Dezelfde regio waar ongetwijfeld zowel de hedendaagse Franse filosofie als de antieke letteren ontsproten zijn. Leuvenaar Paul Claes lijkt me dus niet echt een toonbeeld van compatibiliteit met de moderne massamedia. Scoren in een quiz op tv? Drie camera's en één blik van Greet Op de Beeck zouden hem ongetwijfeld genadeloos de vernieling indraaien. Maar zelfs bij een nederlaag zouden de kenners het wel weten: de slimste mens ter wereld is in werkelijkheid en met voorsprong Paul Claes.
Omdat Claes' intellectualisme bescheidenheid overstijgt, staat op de flap van zijn nieuwe roman 'Sfinx' opgesomd wat hij allemaal is. Paul Claes is een gerenommeerde schrijver van romans, poëzie en essays, maar ook de vertaler van teksten die zelfs de sprekers van de desbetreffende moedertaal onbegrijpelijk achten. Hij heeft dan ook, zo leert de flap ons tevens, zowel Nederlandse als Engelse als klassieke talen gestudeerd. En dan heeft de flap het niet eens over het doctoraat dat Paul Claes schreef over hoe goed Hugo Claus - en dus ook Paul Claes zelf - de klassieke mythologie kent. Dat doctoraat was een mijlpaal die de Claus-wetenschap een andere richting gewezen heeft. Helaas zal 'Sfinx' niet hetzelfde doen met de Vlaamse letteren. Paul Claes blijkt deze keer - o ironie - te slim.
'Sfinx' blijkt de tweede roman van een nieuwe romanreeks. Claes heeft in de jaren negentig enkele geweldige romans geschreven met heel klassieke, mythologische settings zoals de bijbel en de antieke Oudheid. Zijn nieuwe romanreeks plaatst de vrouw centraal, in voorlopig iets meer hedendaagse settings. De reeks krijgt volgens de flaptekst de naam 'Lilith'. Lilith is in de joodse mythologie een alternatieve eerste vrouw van Adam, die echter furieus tegen hem in opstand kwam en zo het zinnebeeld werd van de donkere kant van de vrouwelijkheid. Vorig jaar verscheen al het eerste deel in de reeks, 'Lily'. Toen was van de reeksnaam 'Lilith' nog geen sprake, maar wel stond er toen in het boek al dit betekenisvolle citaat: 'Iedere vrouw is een Eva en een Lilith. Iedere vrouw is zacht en hard, trouw en wellustig, gedwee en opstandig. Alleen als ze de engel en de duivelin in zich kan verzoenen, wordt zij wie zij ooit was, de eerste vrouw die God schiep.'
Ook in 'Lily' was al geen sprake meer van de frivole literaire spielerei die daarvoor voor de romans van Claes zo kenmerkend was geweest, wel van een veel serieuzere thematiek rond de diepere gronden van de vrouw. De plot van 'Sfinx' staat helemaal los van 'Lily'. Maar het thema van de vrouw komt dus wel terug. Bij uitbreiding is dit weer een roman over hoe identiteit, van welk geslacht dan ook, tot stand komt. Maar de vrouw zou wel eens een Waterloo voor Paul Claes kunnen worden. Want de psyche van een vrouw als onderwerp nemen vraagt meer dan enkel kennis van theoretische modellen. Het vraagt gevoel.
Wenen
Al vanaf het begin heersen allesbehalve peis en vree in het huis van generaal Von Löwen. Dochter Elisabeth nadert de huwbare leeftijd. Ook in het eind-19de-eeuwse Wenen is dat party time. Dansfeesten aan het hof zijn verkapte slagvelden der liefde. Vader Egon is voor de buitenwereld het uithangbord van de familie. Hij is immers generaal. Hij is dat ook een beetje privé: hij is het beginpunt van het familiale bestaan, het structurerende principe. Als generaal beweegt Egon von Löwen zich in de schaduw van de bijna dode keizer Franz-Jozef. Zo kan hij Elisabeth naar de bals aan het hof leiden. Egons andere dochter, Sophie, is daar nog te jong voor. En zoon Horst lijkt zelfs niet geïnteresseerd in bals. Hij wordt verondersteld later de vaderrol op zich te nemen. Daarom zit hij op de militaire school.
Alle kinderen Von Löwen hebben problemen in hun relatie met hun ouders. Sophie leeft nog in een relatieve onschuld, maar Elisabeth is heel kwaad op haar moeder en verdedigt haar vader. Horst gaat als halfzacht eitje dan weer gebukt onder de mannelijkheid van de militaire school. Hij heeft onvoldoende kracht om de vaderrol op te nemen. Zo komt natuurlijk het familiale evenwicht in gevaar. Het wordt alleen maar erger wanneer de buitenwereld het gezin haar wetten oplegt. Op een avond gijzelen Slavische partizanen Sophie in het ouderlijke huis. De opstandelingen willen zich op Egon wreken, wegens diens wreedaardigheden tijdens een recente militaire actie onder zijn bevel in de Balkan. En zo versterkt de maatschappelijke onrust de familiale onrust. Samen gaan ze ten onder.
Al bij al klinkt dat als de plot van een heel vermakelijk verhaal. Tot op zekere hoogte is dat ook zo. Paul Claes schrijft historische romans waar de geschiedenis tenminste niet als een dikke laag opligt, dus zonder details over negendegraadse afstammelingen van vervallen jonkheren en de afwijkende bouwstijl van raamkozijnen in een achterafstraat. Het Wenen van Claes is een hoofdstad van een groot rijk dat voelt dat het op zijn laatste benen loopt. De Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie kan de Slavische delen van het rijk amper nog in toom houden. Amper twintig jaar later zal met de moord op aartshertog Franz Ferdinand, de neef van Franz-Jozef, in het Bosnische Sarajevo de Eerste Wereldoorlog beginnen, en daarmee een heel nieuwe tijd. De Weense hofadel waant zich nu echter nog oppermachtig. Toch klaagt ze al over de eerste wagens en dus over de opkomende burgerij. Als generaal weet Egon von Löwen hoe de spanning groeit in de afgelegen Balkan. Hij voelt dat met de dood van de keizer het grote Oostenrijk zal verdwijnen. De drama's in het gezin Von Löwen houden Wenen een spiegel voor. Elisabeth vat het conflict in de laatste regels mooi samen, in een gesprek met een dienster: 'Mij hoef je niet te dienen, Sasja. Die tijd is voorbij. Er komt een nieuwe eeuw. De meesters hebben elkaar als beesten uitgemoord, nu is het de beurt aan het personeel.'
Freud
Het Wenen van honderd jaar geleden is dus een stad die tot de verbeelding spreekt. Paul Claes heeft een gevoel voor beschrijvingen dat die verbeelding eer aandoet. Zijn verhaal haalt het maximum uit de stad. Het grote probleem van het boek is echter het echte hoofdpersonage, van de roman en ook van Oostenrijk. Sigmund Freud werpt zijn schaduw over 'Sfinx', ook al wordt hij zelfs niet letterlijk vermeld. Toch heeft de geschiedenis duidelijk gemaakt dat niet de keizer met zijn hof maar Freud met zijn sofa de belangrijkste man was van het eind-19de-eeuwse Wenen. Freuds archetypische tekening van de menselijke psyche en dan vooral zijn ideeën over interfamiliale relaties zijn de lijnen die de plot van 'Sfinx' volgt tot in het absurde. Zo erg zelfs dat de roman vastloopt in een ongeïnspireerde doorslag van een les Freud voor beginners.
Het gaat in 'Sfinx' net als in 'Lily' over identificatie en afstoting als basisprincipes voor de creatie van een identiteit. We creëren ons eigen zelf in onze omgang met anderen. Die inzichten zijn normaliter een rijke basis voor de dramatische ontwikkelingen van een boek. Alleen blijft 'Sfinx' hangen bij clichés over Freud zoals je die op school hebt geleerd. De psychologische basisschema's liggen voor het grijpen. De dochter die de moeder niet kan luchten. De zoon die bezwijkt onder de verwachtingen van de vader. Waar is de natuurlijkheid van een personage dat verzucht dat ze zich 'met huid en haar' aan iemand wil 'vastklampen om aan zichzelf ontrukt haar andere ik te vinden'? Of van de vader die amper durft te spreken over problemen en dan warempel last krijgt van darmverstopping. Waar is de erotische verrukking van deze seksbeschrijving: 'samen schokten ze het manvrouwelijke bekken voor- en achterwaarts om dat andere, onzichtbare beest te doorboren dat een tweekoppig gehuil van lust en pijn uitstootte.' Met literaire genres speelde Claes ooit een prachtig spel, met de donkere kant van de vrouw lijkt hij bang van welk spel dan ook. Elisabeth citeert in het boek uit Rigoletto 'la donna è mobile', de vrouw is wispelturig. Paul Claes kan citeren maar die wispelturigheid kan hij niet voldoende geloofwaardig maken.
Paul Claes kan er wellicht ook niet aan doen, maar als er een nieuw boek van hem verschijnt, kan je er steeds je vastgoed om verwedden dat zijn collega-schrijver Christine d'Haen een jubelend stuk schrijft. Omgekeerd ook trouwens. Men kent elkaar immers goed en graag in de abstractere regionen van universeel intellectualisme. Benieuwd of d'Haen deze keer niet een toontje lager zingt. Ze zou dat beter wel doen. 'Sfinx' gaat gebukt onder te veel boekenwijsheid. De psychologische bouw van de personages is zo klassiek-Freudiaans dat het soms lachwekkend wordt. Het lijkt wel alsof Paul Claes gevoelens alleen kent uit studieboeken. Ik mis in 'Sfinx' net als in 'Lily' de adem van het echte leven.
31/12/2004
Het decor van Sfinx is het Oostenrijk van het eind van de 19e eeuw. Keizer Frans Joseph slaagt er nauwelijks nog in het Habsburgse Rijk staande te houden, "overal dreigden de kroonlanden het juk af te gooien als ze een teken van zwakte bespeurden: Hongaren, Tirolers, Kosovaren, Moraviërs, Kroaten en Serviërs, allemaal terroristen en anarchisten, allemaal vijanden van orde en gezag, allemaal moordenaars en bommenleggers". Het mondaine Wenen ziet met lede ogen een nieuwe tijd aanbreken. "De tijden waren veranderd: de adel zocht in de burgerij nieuw bloed": ook voor generaal in het Koning-en-Keizerleger Egon von Löwen en diens echtgenote Carlotta geldt dat zij in de hogere bourgeoisie niet worden geduld. Carlotta wordt beschouwd als de indringster in die kringen. Met als vertrekpunt het eerste officiële (lente-)bal dat hun dochter Elisabeth mee zal beleven, zet Paul Claes een verhaal op van moord en verraad, van wraak en weerwraak, van liefde en haat... Een verhaal waarin ouders en kinderen tegenover elkaar komen te staan en elkaar zonder mededogen uit de weg ruimen. Als Egon na het bal naar huis terugkeert, wordt hij geconfronteerd met een bende terroristen, die opereert onder de naam 'De Zwarte Hand'. Zij houden de jongste dochter Sophie als gijzelaar gevangen om een van hun leiders uit de gevangenis te halen. Toch speelt ook een persoonlijke reden mee: tijdens zijn opdracht in de Balkan had Egon de vader van een van de overvallers tijdens een wraakactie laten neerschieten. Egon weigert in te gaan op hun voorstellen en Sophie wordt gedood. Bloed zal worden vergolden met bloed: Carlotta, die ondertussen een minnaar heeft gevonden, doodt haar man die troost was gaan zoeken in de armen van Sasja, de dienstbode in huis; zoon Horst zal samen met zijn zus Elisabeth hun vader wreken en een bloedschuld op zich laden door de moeder te doden.
Bijzonder handig, o.m. door het aanwenden van onvervalste cliffhangers, is de manier waarop Claes de spanning opdrijft en zijn verhaal naar een climax voert. Op een eerste niveau kan Sfinx dus worden gelezen als een literaire thriller, geprojecteerd tegen de achtergrond van het eind 19e-eeuwse Wenen. Nu kennen we Claes al sinds zijn debuutroman De sater als de erudiet die handig gebruikmaakt van bestaande modellen. Alle verhalen zijn immers ooit al eens geschreven. Claes verweeft ook in Sfinx mythe en werkelijkheid. Het familiedrama (want die omvang neemt het geheel aan) herinnert aan het Agamemnon-verhaal. Net als de grote Griekse leider die zijn dochter Iphigenia offerde, kiest Egon (let op zijn naam!) voor zijn plicht als militair en verraadt daarmee zijn liefde voor zijn dochter. In Troje zal Agamemnon troost vinden bij het slavinnetje Briseïs (Sasja in de roman) en bij zijn terugkeer gedood worden door zijn vrouw Clytaimnestra (Carlotta), die zelf de minnares was geworden van Aegisthos (August Dietz in de roman). Orestes (Horst) zal samen met zijn vriend Pylades (Pawel) zijn verloren zuster terugzoeken en later zijn moeder doden (de moord op het overspelige paar Carlotta en August). Ook de mythe van de sfinx die Thebe bedreigde met het raadsel over de mens en door Oedipoes zal worden overwonnen, speelt hier uiteraard mee. Claes buigt de mythe om tot het klassieke adagium uit de Griekse cultuur rond het 'gnoti seauton'. Als Elisabeth voor het praalgraf van haar moeder staat, ontcijfert ze zes van de twaalf letters ervan. En op die manier zet Claes weer een andere, bijkomende stap: het 'ken jezelf' wordt, binnen een (uiteraard) Freudiaans gekleurd verhaal over ouders en kinderen, over de seksualiteit als drijvende kracht in het leven, omgebogen tot de zoektocht naar de eigen identiteit. En als toemaatje: ook het feminisme komt hier aan bod: Elisabeth weigert in het spoor te lopen van haar ouders, Sasja uit aan het slot van het verhaal haar haat tegenover Elisabeth omdat 'zij altijd heeft moeten dienen'.
Sfinx is duidelijk een roman die appelleert aan een breed leespubliek: niet alleen als thriller, ook als literair monument met verwijzingen naar de wereldliteratuur en onze eigen Nederlandse literatuur overtuigt het geheel. [Jooris Van Hulle]
H. Gelens
Deze historische roman speelt zich af in Wenen tijdens het 'fin de siècle' en vertelt het tragische verhaal van een aristocratisch gezin vanuit het wisselende perspectief van de verschillende gezinsleden en hun dienstmeisje. Een verhaal over sociale verhoudingen, liefde, dood, schuld en boete. Cruciale gebeurtenissen worden vanuit meer perspectieven verteld. Zo wordt een nieuw licht op het vertelde geworpen, maar soms zakt hierdoor de spanningsboog in. Dat neemt niet weg dat dit boek tot het einde toe boeit. De auteur Paul Claes (1943) speelt zoals in zijn eerdere historische romans virtuoos met taal en verwijzingen naar literatuur en mythologie. Dat resulteert dit maal niet in een moeilijk boek. Claes is naast prozaïst tevens dichter, essayist en vertaler en werd meermaals bekroond, o.m. in 2002 met de Multatuliprijs voor de roman 'De Kameleon' en in 1996 met de Martinus Nijhoffprijs voor zijn vertalingen. Het omslag toont het schilderij 'Der Kuss der Sphinx' (1895) van Franz von Stuck waarop een vrouw een man een kus des doods lijkt te geven. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.