Twintig jaar en een dag
Jorge Semprún
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff, cop. 2003 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : SEMP |
31/12/2004
Als gevolg van een verontrustend bericht uit Berlijn wordt door de ondergrondse in het kamp Buchenwald alles in gereedheid gebracht om het leven te redden van de Spaanse communist Jorge Semprun door hem van identiteit te doen veranderen. Hij zal indien nodig worden overgebracht naar de ziekenboeg om er de naam te krijgen van een stervende of al opgegeven medegevangene van dezelfde leeftijd. Die voorkeursbehandeling dankt hij aan zijn verzetsverleden en het feit dat hij door zijn talenkennis van groot nut is voor de diverse organisaties die in het kamp de dienst uitmaken (als de Duitsers er niet zijn tenminste).
Semprun heeft onder het motto "wat heeft het voor nut boeken te schrijven als je de waarheid niet verzint" al verscheidene keren geschreven over zijn verblijf in Buchenwald het laatste jaar van de oorlog. Met de beschrijving van deze groteske geschiedenis sluit hij wellicht dit traumatische hoofdstuk van zijn leven af. Meer dan voordien geeft hij aandacht aan de interne structuren en de strakke hiërarchie onder de gevangenen, die niet alle dezelfde kansen kregen om te overleven. Hij heeft het over de slimme overlevingsdrang die hem ertoe bracht nooit aan de buitenkant van een colonne te marcheren waar de klappen vielen. Hij vertelt over de jonge Franse muzelman -- de naam die gegeven werd aan al degenen voor wie het einde nabij was -- met wie hij het in de latrines over Rimbaud zou hebben en die hij kort daarop naast zich in bed zou zien creperen. Hij kijkt terug op zijn eigen "blinde, ideologische onnozelheid" en mediteert in het spoor van Kant en Schelling over "het kwaad als radicale uiting van de menselijke vrijheid".
Door zijn nauwlettende registratie biedt Semprun in De dode met mijn naam een ontluisterend beeld van de werkelijkheid van Buchenwald. [Jan Baes]
Maarten Steenmeijer
Als diplomatenzoon bracht Jorge Semprún (1923) een deel zijn jeugd in Den Haag door. Na de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) kwam hij in Frankrijk terecht, waar hij actief werd in het Franse verzet. In 1943 werd hij opgepakt door de Duitsers en afgevoerd naar het concentratiekamp Buchenwald. Na de Tweede Wereldoorlog werd Semprún een van de kopstukken van de illegale communistische partij van Spanje. Nadat Spanje een democratie was geworden, was hij gedurende een korte periode minister van Cultuur. Intussen bouwde Semprún met zijn romans, filmscripts en memoires en imposant oeuvre op, waarin al deze perioden uit zijn veelbewogen leven ter sprake komen. Over zijn tijd in Buchenwald zweeg hij echter. Pas tegen het einde van zijn leven is Semprún ertoe gekomen een boek over zijn kampervaringen te schrijven. Daarin laat de Frans/Spaanse schrijver zich kennen als een ijzersterke geest, die heel goed in staat is om zijn gedachten af te wenden van de ellende om hem heen en zich te concentreren op de literatuur, de filosofie, de muziek en zijn jeugdherinneringen. Dank zij deze bijzondere gave speelde Semprúns leven zich gedurende deze gruwelijke periode niet alleen in het concentratiekamp af maar ook daarbuiten. Paperback; kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.