Tragedie van een volk : de Russische Revolutie 1891-1924
Orlando Figes
Orlando Figes (Auteur)
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
2 items magazijn |
Het Spectrum, 2003 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : RUSLAND 943 |
31/12/2003
In Tolstojs roman Oorlog en Vrede zet het gravinnetje Natasja Rostova, opgevoed in een Franstalige, op West-Europa gerichte hofcultuur, op de tonen van een balalajka zo volkomen en volmaakt een Russische volksdans in, die ze voordien nooit gedanst heeft, dat haar omgeving ontroerd toekijkt. Hoe is het mogelijk dat Natasja zo zuiver het ritme van de dans oppikt, dat Europese elitecultuur en Russische boerencultuur hier zo'n naadloze expressie vinden? Omdat, zo beweert Orlando Figes in deze indrukwekkende culturele geschiedenis van Rusland, cultuur een uitdrukking is van het nationale bewustzijn, verweven is met politiek en ideologie, met sociale conventies en volksgeloof, met folklore en religie, met gewoonten en gebruiken.
De Russische cultuur is, zoals bv. blijkt uit de klassieke Russische romans, gericht op het creëren van een Russische identiteit, een nationale gemeenschap van waarden en ideeën. Doordat Rusland zo complex is, zo sociaal en politiek verdeeld, geografisch gezien zo vaag gedefinieerd, is er een grote verscheidenheid aan Russische culturen. Er is geen zuiver nationale cultuur, alleen mythische beelden van zo'n cultuur, opgeroepen door de geschiedenis, de kerk, de kooplieden en de ontelbare boeren-lijfeigenen en vooral door het volkstemperament, aangeboren gewoontes, overtuigingen, emoties en instincten. Die mythen verduisteren Rusland en vinden het tegelijk opnieuw uit. Figes wil de kracht van die mythen laten zien en de manier waarop zij hebben bijgedragen tot de vorming van het Russische nationale bewustzijn. Dat is dus niet alleen uit kunstwerken en literatuur af te leiden, maar ook uit "ongeschreven codes, tekenen, symbolen en gebaren en de maatschappelijke reactie op kunst".
Figes kiest voor een thematische benadering. In elk van de chronologisch gerangschikte acht hoofdstukken, beginnend bij de stichting van Sint-Petersburg en eindigend met Brezjnev, wordt een afzonderlijk thema van de Russische culturele identiteit onder de loep genomen. Het meesterlijke in elk van deze hoofdstukken is de emotionaliteit waarmee ze geschreven zijn, de inzichtelijkheid waarmee elk thema uitgediept wordt in een vlotte combinatie van grote geschiedenis en 'petite histoire', grote verhalen en karakters, fabelachtige figuren met bv. hun boodschappenlijstje. Opmerkelijk is de aandacht die naast de literatuur ook gaat naar de beeldende kunsten, het toneel, het ballet en vooral de muziek.
Figes vangt aan met het 'Europese Rusland', dat zich concretiseert in de stichting van Sint-Petersburg, een bijna utopisch cultureel project om de Rus tot Europeaan te herscheppen, waardoor die Rus voorgoed een gespleten identiteit kreeg tussen volksaard en Europese conventie. Onzekerheid, jaloezie en wrok jegens Europa zullen vanaf dan het Russische nationale bewustzijn bepalen. En toch ligt hier, in de combinatie van Russische identiteit met de Europese culturele identiteit, de sleutel tot de grote prestaties van de Russische cultuur in de 19e eeuw. Het zijn 'De kinderen van 1812' (tweede hoofdstuk), die de bureaucratie en de aristocratische staat afwijzen, zich bevrijden van de intellectuele overheersing door de Fransen en geleidelijk "naar het volk" opschuiven, zich gaan opdelen in slavofielen en westerlingen. Men leze hier de geschiedenis van de dekabristen en vooral de calvarieweg van iemand als Sergej Volkonski, die ondanks jaren Siberië, zijn idealen trouw bleef.
In 'Moskou! Moskou!' wordt het historische Moskovië opgeroepen, herrezen uit de grote brand van 1812, maar dat toch zijn eigen karakter behouden had: een koopmansstad, landelijk en dicht bij het volk, waar men nog 'Russisch' kon zijn. Schitterend wordt in 'Het Boerenhuwelijk' de populistische beweging beschreven en de ruime aandacht voor de boer, een nationale geloofsbelijdenis die diep ingewerkt heeft op de literatuur en in de Ballets Russes van Djagilev, waarop hier uitvoerig ingegaan wordt. 'Op zoek naar de Russische Ziel', een tijdens de romantiek gemeengoed geworden concept, exploreert de zgn. creativiteit en broederschap der eenvoudige boerenmassa, die in de westerse burgercultuur zo ontbrak. Dat hier de oudgelovigen, Gogol, Tsjechov en vooral Tolstoj centraal staan is vanzelfsprekend. In 'Afstammelingen van Djingiz Chan' richt Figes de aandacht op de diepe, noodlottige sporen van de Mongoolse invloed op de Russische volkscultuur. 'Rusland door de sovjetlens' schetst de geperverteerde pogingen van de sovjetideologie om het socialistisch realisme op te leggen. De 'proletarische cultuur' was een doodgeboren kind. Het hoofdstuk is één groot martyrologium met het lot van de dichteres Anna Achmatova als centraal leidmotief. Het boek zou onvolledig geweest zijn als Figes niet een hoofdstuk gewijd had aan 'Rusland in het buitenland'. In de emigratie wordt het Europese karakter en het aristocratische bewustzijn van de Russische cultuur erkend. Twee grote aandachtspunten zijn het ongelukkige lot van de dichteres Marina Tsvetajeva, die naar de Sovjet-Unie terugkeerde en uiteindelijk zelfmoord pleegde, en de ontmoeting tussen Strawinsky (die na 50 jaar ballingschap naar Moskou terugkeerde) en Sjostakovitsj, een historische, gedenkwaardige ontmoeting.
Natasja's dans is prachtig uitgegeven, heeft een verklarende woordenlijst, een tijdtafel en een indrukwekkend hoofdstuk 'Aanbevolen literatuur' meegekregen, waarin voor elk hoofdstuk becommentarieerde secundaire literatuur aangeduid wordt. Er zijn tal van illustraties, kaarten en twee katernen met kleurenillustraties.
De vertaalster heeft zich veel moeite getroost om de aangehaalde proza- en poëziefragmenten uit gecanoniseerde Nederlandse vertalingen te citeren, zelfs uit gespecialiseerde tijdschriften. Wat onvindbaar bleek, is dan maar in het Engels blijven staan (verzen van Majakovski, Achmatova, Blok...) Toch had enig zoeken hier meer succes kunnen opleveren. Bloks beroemde gedicht 'De Scythen' bestaat in het Nederlands (vertaling Frans-Joseph van Agt), en voor Achmatova kon ze wel bij Hans Boland terecht. [Jos Van Damme]
Redactie
Opzet van dit dikke overzichtswerk is een cultuurgeschiedenis van Rusland vanaf circa 1770 tot circa 1970, waarbij vooral literatuur en muziek en in mindere mate schilderkunst aandacht krijgen. De titel, ontleend aan een scène in Tolstoj's 'Oorlog en vrede', waarin een jonge aristocrate zich verwant toont met een volksmelodie, is een zinnebeeld voor de culturele verwevenheid van het Russische volk. Na inleidende hoofdstukken over tsarisme, aristocratie, lijfeigenschap en de positie van de vrouw worden de grote figuren van Poesjkin tot Nabokov, van Moesorgski tot Strawinsky zodanig in hun historische context behandeld dat zij voor de lezer gaan leven. Speciale aandacht krijgen Gogol, Dostojevski, Tolstój, Tsjechov, Gorki, Majakovski, Achmátova, Tsvetájeva, maar ook Kandinsky, Eisenstein, Tarkóvski en Sjostakóvitsj. Hoewel nog vele anderen ter sprake komen, is het oogmerk van de auteur niet volledigheid maar een diepergaande mentaliteitsgeschiedenis. Resultaat is een uitermate leesbaar standaardwerk, dat zorgvuldig is vertaald èn uitgegeven. Van de bijlagen zijn vooral de zeer uitvoerige bibliografie en register van belang. Bruikbaar en aanvullend naast de handboeken van K. van het Reve en E. Waegemans. Bevat een relatief klein aantal kleur- en zwartwitillustraties.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.