De drie bedriegers Mozes, Jezus en Mohammed
J.P. Guépin
J.P. Guépin (Samensteller)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Gennep, cop. 2002 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12372 |
31/12/2003
Als geen ander is Guépin vertrouwd met het Europese literaire erfgoed, en meer bepaald met de wijze waarop antieke Latijnse en Griekse voorbeelden navolging hebben gekend tot diep in de 19e eeuw. Met Zoete epigrammen zet de bloemlezer-essayist een belangwekkend project voort dat eerder met De rozen welken snel (Li 2000, p. 474) en Vermakelijkheden van liefde en dood (Van Gennep, 2002) was aangevat. Ditmaal concentreert Guépin zich op epigrammen waarin de gelukkige (zinnelijke) liefde centraal staan. Concreet betekent dit dat ditmaal vooral genres als de idylle en de pastorale onder de loep genomen worden. Boeiend daarbij is wel hoe de samensteller, via een zorgvuldig gekozen thematische en genologische indeling, laat zien hoe bepaalde constante motieven telkens weer worden hernomen en gevarieerd. De pastorale literatuur wordt immers niet gekenmerkt door originaliteit, maar door een eigen verwerking van bekende informatie: de typische ruimte, de typische personages en handelingen. De neo-Latijnse literatuur (een van Guépins specialismen) wordt zo creatief verbonden met klassieke en minder klassieke teksten uit de Duitse, de Franse en de Italiaanse literatuur; ook de eigen inbreng van de Nederlandse literatuur wordt in dat brede Europese kader geïntegreerd. Daarbij komt nog dat de teksten doorgaans van intelligente en instructieve commentaren worden voorzien en dat andere notities verduidelijking brengen bij de opgenomen dichters en hun oeuvre. Kortom, dit is een bijzonder doorwrochte uitgave, ook al zorgt Guépin ervoor dat alles toegankelijk blijft voor de geïnteresseerde lezer. Literair-historisch wordt hier een magnum opus uitgebouwd, maar ook als lyriek zijn deze teksten meer dan enkel de moeite waard. Op die manier slaat de samensteller duidelijk twee vliegen in een klap. [Dirk De Geest]
T. van Deel
Jan Pieter Guépin beëindigt zijn trilogie over klassieke liefdespoëzie met dit deel - na 'De rozen welken snel' en 'Vermakelijkheden van liefde en dood'* - met een bloemlezing over juist gelukkige liefde, 'Zoete epigrammnen'. Zijn opzet is dezelfde: hij gaat te rade bij de antieke en bij de neolatijnse poëzie, om de werking te kunnen traceren tot in de moderne tijd, en geeft prachtige voorbeelden van liefdesherdenkingslyriek, in eigen vertaling, die als een collegereeks aandoen. Ik ken geen animerender teksten die je bewegen tot kennisname van een literatuur, in een taal die is uitgestorven, die bepalend naar inhoud en vorm is geweest voor de onze, dan deze. Guépin is de onverbeterlijke leraar Grieks en Latijn, met een literaire belangstelling en smaak die alleen de werkelijk ingevoerden bezitten en die alleen zij die werkelijk schrijven en proeven kunnen, kunnen uitdragen op deze manier. Hier wordt eruditie overgedragen, cultuur, wijze van zeggen. Guépin laat weten dat alles wat wij nu zeggen, is voorgezegd vroeger, in de zeventiende of eerdere eeuw, maar zeker in de Oudheid. En daar is onze literaire geluksbeleving op gestoeld, zie zijn voorbeelden. Een stevige trilogie.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.