Ook daar valt het licht : gedichten
Miriam Van Hee
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2002 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : VANH |
31/12/2002
De nieuwe Myriam Van hee is er. Sommigen zullen juichen, anderen opnieuw vloeken. Men kan er inderdaad niet omheen dat de dichteres de jongste jaren het voorwerp is geworden van een clash tussen poëticale opvattingen. Haar werk wordt daarbij steevast als kleinmenselijk en burgerlijk-conservatief afgedaan en gecontrasteerd met de grotere ambities van de postmoderne beeldenstormers. Hoe dan ook, dat neemt niet weg dat er een groot publiek is dat nauwelijks een boodschap heeft aan lyriek die allereerst de demonstratie van een methode wil zijn en mede daarom kiest voor toegankelijke poëzie waarvan met name Van hee een vooraanstaand vertegenwoordiger vormt. Het zou trouwens naïef zijn om die oppositie al te zeer op de spits te drijven. Van hee doet -- en daarvan getuigt ze opnieuw met verve in haar jongste bundel -- gelukkig heel wat meer dan dagelijkse anekdotes beschrijven. Ze gaat, inderdaad op een bijzonder behoedzame wijze, om met die gegevens uit de werkelijkheid om ze allereerst tot krachtige lyriek te boetseren. Haar ik is daarbij, net zoals de elementen uit tijd en ruimte die zo essentieel zijn voor deze gedichten, allereerst een symbool, een wijze om op zoek te gaan naar algemeen menselijke ervaringen, gevoelens en waarden. De bramenpluk levert daarvan opnieuw een aantal voortreffelijke voorbeelden, al is (begrijpelijkerwijze) niet echt sprake van een frappante evolutie. Op de haar eigen wijze gaat de dichteres op zoek naar wezenlijke ervaringen in de kleine, haast vergeten dingen en herinneringen. Als geen ander weet ze daarbij haar taal te doseren, zodat suggestiviteit overweegt op al te expliciete informatie. Toch streeft Van hee naar toegankelijkheid. In dit opzicht is het geen toeval dat heel wat van haar gedichten een sterk verhalende inslag hebben of lijken op briefgetuigenissen. Bij het lezen en het herlezen stoot men daarnaast echter telkens weer op geslaagde vondsten, op meerzinnigheid, op fascinerende beelden. Precies daardoor krijgt deze poëzie, hoezeer ze ook vanuit klassieke premissen is geschreven, een artistieke meerwaarde. De bramenpluk is hoe dan ook een waardevolle bundel in het oeuvre van een niet zo markante, maar daarom niet minder verdienstelijke dichteres. Tot spijt van wie het benijdt, dan maar... [Dirk De Geest]
Albert Hagenaars
Amper drie jaar geleden verscheen een ruim overzicht van de poëzie van Miriam Van Hee (1952): 'Het verband tussen de dagen'*. 'De bramenpluk' toont nu overduidelijk aan dat zij geen koerswijziging zoekt. De gedichten, ditmaal in 4 afdelingen, gaan opnieuw uit van de waarneembare werkelijkheid en streven eerder naar diepte door een precieuze zegging dan door de thematiek (leven, liefde, angst en dood). Haar gedichten kun je omschrijven als filosofisch getinte verhaaltjes, sprookjes voor volwassenen. Op de beste momenten bereikt Van Hee een bezwerende toon die het betreffende vers een langere levensduur geeft: 'stilte was al ingetreden / toen wij stegen met dat lopen / dat een vorm van stilstaan is.' Subliem is juist dat 'stegen' dat haaks staat op 'stilstaan'. Ziehier in een notendop haar werkwijze. Deze kwaliteit is echter lang niet overal te vinden. Toch is Van Hee zover gevorderd dat een gedicht van haar hand ook onmiddellijk als zodanig is te herkennen. Zij heeft een eigen stijl en geluid en verdient daarmee ook een eigen plaats in de literatuur.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.