Dijk : een vergelijking
Hans Maarten Van den Brink
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff, cop. 1999 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : BRIN |
31/12/2000
De 46-jarige Erik Loeff is gelukkig gescheiden, heeft twee geslaagde kinderen en woont in een schitterend pand aan een Amsterdamse gracht. Als projectontwikkelaar heeft hij een droom; tussen Amsterdam en Utrecht wil hij een multifunctioneel complex laten bouwen, dat geheel van glas moet zijn gemaakt. Zijn leven bestaat uit het vervullen van deze wens, tot hij op een feestje van zijn werk Julia ontmoet: de ongenaakbare Julia, met haar tengere lichaam. Ze doet hem denken aan 'Lady Penelope' uit 'Thunderbirds'. Binnen de kortste tijd belanden ze in haar auto, waar ze de eerste keer seks hebben. En dat is eigenlijk het enige dat ze gedurende de rest van het verhaal met elkaar hebben; hun relatie verdiept zich nergens.
Ook de gevoelens en/of gedachten van Erik worden nergens uitgediept of aangehaald. Van den Brink zet hem neer als een oppervlakkig persoon met een onstuitbare, maar niet te begrijpen obsessie voor Julia. In het middelpunt van de belangstelling stelt Van den Brink de saaiheid en sleur van het bestaan. Het verhaal ontstijgt zelf deze sleur jammer genoeg niet. Het boek mist dramatische kracht. Als lezer voel je je nergens bij betrokken, ook al speelt het verhaal zich af in deze tijd (in de jaren 1998 en 1999).
Na de meeslepende en ingetogen novelle "Over het water" (Meulenhoff, 1998) wilde Van den Brink het koste wat het kost iets anders doen. In een interview in 'De Volkskrant' van 19 november 1999 verwoordt hij dat als volgt: "Het zal toch niet zo zijn, dacht ik, dat het me gelukt is en dat ik het nu nog een keer moet doen. Dat ik vanaf nu de gevangene ben van die weemoedige en somtijds behoorlijk pathetische toonsoort. De kalme en wijze schrijver. Die rol mag men van mij niet verwachten". Dat kan hij nu wel zo zeggen, maar feit blijft dat wie "Over het water" graag las, even zal moeten slikken bij het lezen van "Hart van glas". Het is zo lijvig in tegenstelling tot "Over het water" en toch wordt er zoveel minder gezegd. [Miriam Piters]
Drs. J.G. Heymans
Na zijn ontroerende novelle 'Over het water' * verschijnt nu van de schrijver (1956) een roman van grotere omvang. Het specifieke eraan is dat deze zich afspeelt in de tot nu toe in de literatuur weinig beschreven wereld van de vastgoedsector. Hoofdfiguur is een projectontwikkelaar die de droom koestert in een tussen Amsterdam en Utrecht nieuw te bouwen stad een multifunctioneel torengebouw van glas neer te zetten dat er het hart van moet vormen (zie de titel). Maar de realisering van zijn droom staat onder de voortdurende dreiging van figuren en gebeurtenissen die zijn persoonlijk leven raken, met name de relatie met een ondefinieerbare vrouw. De roman is intrigerend in de kritische kenschetsing van een wereldbeeld - het in een lege weelde badende overvolle Nederland van de jaren negentig - maar oppervlakkig in de psychologische schildering van het conflict in de projectontwikkelaar: hij blijft te vaag om uit noodzaak dramatisch te worden. Het boek is meer een verslag van een verslaggever dan een verbeelding van een romanschrijver. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.