Het ontbijtbuffet en andere verhalen
Hans Maarten Van den Brink
Hans Maarten Van den Brink (Auteur), Michaël Zeeman (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2010 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 204 BRIN |
31/12/2011
Een briefwisseling voeren over religie leek Hans Maarten van den Brink (°1956) aanvankelijk een "gewichtige, negentiende-eeuwse geste". Toch zwichtte hij voor het voorstel van initiator Michaël Zeeman (1958-2009) om over het thema een filosofische dialoog aan te gaan. De correspondentie tussen beide schrijvers resulteerde in Eeuwig leven, een verzameling brieven die eerder gedeeltelijk in de 'Volkskrant' verscheen. Het uitgangspunt is godsdienst, maar ? en dat maakt Eeuwig leven nu net interessant ? de auteurs verwijzen om de haverklap ook naar literatuur en betrekken de hele westerse cultuurgeschiedenis in het debat.
De eerste brief van Zeeman zet meteen de toon. In een uiteenzetting van maar liefst 15 bladzijden licht hij als een meesterpolemist de huidige, verzwakte positie van religie toe. Hij wijst erop dat het atheïsme floreert omdat de metaverhalen die traditioneel voor zingeving zorgden (godsdienst, kunst, wetenschap en later ook de politieke ideologie) sterk aan belang ingeboet hebben. Opmerkelijk daarbij, aldus Zeeman, is het "retorische leentjebuur spelen van de ongelovigen bij de gelovigen". De atheïsten gaan in hun strijd vandaag namelijk even fanatiek en onverdraagzaam te werk als gelovigen in het verleden. Vervolgens geeft Zeeman de wetenschappelijke pleitbezorgers van het atheïsme lik op stuk: zowel de Nederlandse filosoof Herman Philipse (Atheïstisch manifest, 1995) als de Britse evolutiebioloog Richard Dawkins (The God delusion, 2006) moeten het ontgelden. Van den Brink profileert zich in zijn replieken op zijn beurt als twijfelende rooms-katholiek. Geregeld biedt hij plagerig weerwerk op Zeemans stellingen, al verbaast hij zich evenzeer over de 'eendimensionaliteit van de atheïstische proselieten'. Deze boute uithaal toont aan dat Van den Brink zich af en toe ook aansluit bij Zeemans kijk op geloofskwesties.
Om hun huidige religieuze voorkeur te begrijpen, reflecteren de auteurs over de invloed van hun afkomst. Zo was Van den Brinks vader een geëngageerde katholiek die nadien psychoanalyticus werd. Ook bij Zeeman, die als zoon van een Friese dominee opgroeide, was de impact van zijn filiatie manifest. Hij kreeg een "enigszins krampachtige negentiende-eeuwse protestantse opvoeding" waarin "Het Woord centraal stond". Hoewel zijn opvoeding streng was, betreurt Zeeman de teloorgang van het protestantisme en zijn cultuur. Daarom zweert hij bij de traditie en verwerpt hij categorisch de heersende mode. Het verdwijnen van de traditie verbindt Zeeman met de intellectuele verpaupering van het Noorden.
De titel van het boek verwijst naar de kern van het christendom: het onvoorwaardelijke geloof in de opstanding uit de dood. De dood is niet alleen een belangrijk thema in de brieven, maar heeft ook een abrupt einde gemaakt aan de correspondentie toen Zeeman vorig jaar op vijftigjarige leeftijd overleed aan een hersentumor. Van den Brink besloot de briefwisseling verder te zetten door (on)gepubliceerde brieven van zijn overleden vriend in Eeuwig leven op te nemen. Dankzij deze montagetechniek blijven Zeemans woorden voor altijd naklinken.
Van den Brink en Zeeman werpen zich in Eeuwig leven op als erudiete voorvechters van religie en het culturele erfgoed. Op hun doorwrochte en essayistische schrijfstijl valt niets aan te merken, op de inhoud van de brieven af en toe wel. Ondanks het feit dat de auteurs er doorgaans een genuanceerde mening op nahouden die openstaat voor verschillende antwoorden op dezelfde vragen, gaat hun discours soms de essentialistische toer op, waarbij ze hun religieuze presupposities voor absolute waarheid houden. Gelukkig etaleren Van den Brink en Zeeman daarnaast een hele resem boeiende bevindingen over geloof, cultuur en literatuur. [Glen Fobelets]
Drs. J.M. de Jong
Neem twee eigengereide en welbespraakte heren, laat ze met elkaar corresponderen over Eeuwig Leven, en je bent ervan verzekerd dat het over God en de wereld zal gaan. Van den Brink (1956) en Zeeman (1958-2009) schrijven elkaar over vele onderwerpen. Elk zoekt op een eigen manier naar dat wat het leven meer waarde geeft; beiden zijn tegen 'ietsisme' en andere zweverijen. De stijl is analytisch, gecombineerd met een zekere betrokkenheid. Ze zijn wel emotioneel, maar dat moet je tussen de regels doorlezen. Pas aan het eind van het boek worden gevoelens benoemd. Merkwaardig is hoe ze schrijven over de manier waarop Martin Bril komt tot een zekere verzoening met het feit dat hij binnenkort zal sterven. Zeer ontroerend. De heren beperken zich tot een gedistantieerd vaststellen dat Bril een lastige mededeling doet. In de periode dat de briefwisseling plaatsvond, kreeg Zeeman een dodelijke aandoening waaraan hij spoedig overleed. In het laatste derde deel van dit boek neemt Van den Brink afscheid van zijn penkameraad. Het is een poging te leven met het onverzoenlijke; dat we afscheid moeten nemen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.