De kleuren van de steden
Wannes Van de Velde
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Houtekiet, 1999 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 788.3 VAN DE VELDE |
31/12/2000
De klank van de stad bundelt welgeteld 117 liedteksten (niet alle zijn op cd verschenen) van Wannes van de Velde, geschreven tussen 1966 en 1999. De titel van dit boek is veelbetekenend. Sommige zullen er onmiddellijk een tekstflard in herkennen van een van Van de Veldes bekendste liederen ('Ik wil deze nacht in de straten verdwalen'), maar de titel refereert ook aan de kern van artiests oeuvre. Of zoals hij het zelf in het voorwoord heeft neergepend: «Mijn eerste liederen ontstonden uit liefde voor mijn stad, die ik zag vernielen door de domheid van machtsgeile potentaten. Ik hoopte dat mijn teksten een kleine invloed zouden kunnen hebben [...] maar het was een verloren strijd, en dat was het van in het begin [...] maar ik bleef liederen schrijven, over de stad, niet alleen over de mijne, maar over alle steden. Het fenomeen Stad werd mijn thema, de grillige rode draad die mijn dromen met elkaar verbindt.» Een fenomeen met vele, geschakeerde aangezichten overigens.
Wannes van de Velde bedient zich in zijn liederen van het (Antwerpse) dialect, wat ontegenzeggelijk zorgt voor een aparte warmte en sfeer. Omdat het nu eenmaal de taal is waarvan hij «elke nuance en grammaticale finesse beheerste». En dat is niet eens zo vreemd, want «Een blueszanger zingt niet in het Engels van Oxford en dat The Dubliners uit Dublin komen hoeven ze er eigenlijk niet bij te zeggen. Het dialect is mijn taal. Een gesproken taal dus. Fijn, zolang men ze niet hoeft neer te schrijven». Wat hier dus wel is gebeurd. De auteur heeft daarvoor een stijl gezocht «die de zinsbouw, het ritme en de kleur van het dialect weergeeft, maar wat schrijfwijze betreft zo dicht mogelijk bij het standaard Nederlands aanleunt. Zodat men ze, met een beetje taalgevoel, ook in Rotterdam kan lezen, verstaat ge wel ?» Ja, begot, en dat ze vrijwel stuk voor stuk empathie, poëzie en een (h)eerlijke elegantie uitstralen. Al moet je het natuurlijk wel stellen zonder die volstrekt unieke combinatie van stem, klank, timbre en gitaar van een veel te bescheiden en ondergewaardeerd artiest. Een discografie en een alfabetische titellijst completeren deze publicatie. [Luc Lannoy]
Jelle van der Meulen
De Vlaamse zanger Wannes van de Velde (1937) begon 40 jaar geleden een speurtocht naar het verdwijnende (Vlaamse) volkslied. Om dat lied te behouden ging hij zelf zingen en ook liedjes maken. In deze bundel staan 120 van deze liedjes van Van de Velde tussen 1966 en nu. Veel ervan zijn op plaat of cd verschenen, maar niet allemaal, zoals het prachtige slotlied over Louis Paul Boon, 'Boontje'. Dat is een echt Van de Velde-lied: een aanklacht tegen iedereen die Boon in een hokje stopte, maar ook ontroerend en poëtisch. Dat is kenmerkend voor Van de Velde. Vaak zijn de liedjes aanklachten: tegen de bunkers, tegen allerlei misstanden in Antwerpen, tegen porno, tegen Pinochet, tegen ontevreden mensen. Soms is de klank weemoedig, soms fel, maar door de nu eens poëtische, dan weer ironische ondertoon nergens hard. Daarnaast zijn er ontroerende liedjes ('De zwerver'), humoristische liedjes, zeemansliedjes, drinkliedjes. Het is opvallend hoe goed deze liedjes het ook op papier doen. Van de Velde zingt in het Antwerps dialect en hij heeft de liedjes in een Vlaams-Nederlands opgeschreven dat zeer wel te lezen is voor een Nederlander.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.