Aldus sprak Zarathoestra
Friedrich Nietzsche
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Arbeiderspers, 1993 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 156.2 NIET |
31/12/2000
De op 10 delen begrote 'De Nietzsche-Bibliotheek' is al aan haar zevende deel toe met Ecce homo. Opvallend is dat waar de veranderingen aan de vorige herziene uitgaven beperkt bleven tot de nodige aanpassingen conform de onvolprezen Kritische Studienausgabe (1988) -- dé Nietzsche-teksteditie bij uitstek onder redactie van Giorgio Colli en Mazzino Montinari -- Paul Beers voor een hervertaling zorgde op basis van de vertaling van Pé Hawinkels uit 1969. In de praktijk blijft de zinsbouw van Hawinkels sterk doorschemeren en zijn het vooral oudere formuleringen als 'dood van Pierlala' of 'moralistisch gedrocht' die voor resp. 'boeman' en 'moraal-monster' moesten wijken. Nietzsche schreef het autobiografische Ecce homo -- waarin hij een laatste keer fulmineerde tegen het christendom, de 'moderne' cultuur, de westerse moraal... -- in oktober-november 1888, vlak voor zijn geestelijke instorting begin 1889; het verscheen uiteindelijk postuum in 1908. Het nawoord van Paul Beers laat je de drukgeschiedenis van het boek op de voet volgen. In afwachting van een homogene wetenschappelijke vertaling van Nietzsches oeuvre, blijft 'De Nietzsche-Bibliotheek' van De Arbeiderspers -- in combinatie met vertalingen uit het fonds van Boom -- het best beschikbare alternatief voor een 'verzameld werk' bieden. [Kris van Zeghbroeck]
Dr. D.G. van der Steen
In 1888, twee maanden voordat hij waanzinnig werd, schreef Nietzsche in drie weken tijd een wijsgerige autobiografie met als titel 'Ecce Homo' (Zie de Mens). Hoofdstuktitels als 'Waarom ik zo wijs ben' en 'Waarom ik zulke goede boeken schrijf' geven al aan dat hij in dit werk niet gehinderd werd door bescheidenheid, maar dat neemt niet weg dat de tien hoofdstukken waarin hij zijn eerder verschenen werken bespreekt, de moeite van het lezen meer dan waard zijn. Erder verscheen al een vertaling van Pé Hawinkels in de Privé-domeinreeks*. Paul Beers heeft nu voor de onvolprezen Nietzsche-bibliotheek van De Arbeiderspers een nieuwe, nauwgezette vertaling gemaakt, op basis van de 'Kritische Studienausgabe' van Colli en Montinari. In een nawoord gaat hij uitvoerig in op de onvolledigheid van de tekst, en op de vermoedelijke inhoud van de ooit vernietigde bladen. Bevat noten.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.