Ik ga leven
Lale Gül
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Prometheus, 2024 |
VERDIEPING 3 : NIEUW DUIZENDZINNEN : GÜL |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Prometheus, 2024 |
VOLWASSENEN : ROMANS : GÜL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2024 |
VOLWASSENEN : ROMANS : GÜL |
Chams Eddine Zaougui
i /un/15 j
Haar debuut Ik ga leven maakte in 2021 van Lale Gül, een onbekende 23-jarige Turkse uit een streng islamitisch gezin in Amsterdam, een bekende Nederlander. Het boek was meteen uitverkocht en ze werd overladen met complimenten. Mensen lieten haar weten hoe dapper ze haar vonden, ze ontving handgeschreven brieven en op sociale media was #Lalegül trending.
Maar niet iedereen was positief. Sommige recensenten vonden haar stijl gekunsteld en “tenenkrommend slecht”. Gül lag er niet wakker van: haar boek was een instant bestseller, boeie ! Wat haar kwetste, waren de verontwaardigde en agressieve reacties van moslims en van haar familie. Ze werd uitgemaakt voor moslimhater, 'neukfout', duivel.
In Ik ga leven spaart ze dan ook niemand. Gül heeft het helemaal gehad met haar oerconservatieve Turkse familie; de stroom aan beschimpingen is indrukwekkend. Haar grootmoeder, die in bed ligt “te stinken met al haar overgewicht”, eet de hele dag taart, ijs, chips, koekjes. Lezen of het nieuws volgen doet ze niet, ze is ongeletterd. “Mijn verwekkers,” schrijft Gül over haar religieuze ouders die ze innig veracht, “zijn niet heel anders, die waren eveneens analfabeet toen ze naar Nederland kwamen.” Ze weten iets meer over de wereld en volgen de actualiteit, maar enkel via onkritische Turkse programma's: “een ongebreidelde buikloop voor schepsels die de grijze massa onder hun schedeldak verwaarloosden”. En dan zit je nog maar in het eerste hoofdstuk.
Ontsnappen
Als we Gül mogen geloven, had ze de tsunami aan boze reacties niet verwacht. Maar als je haar tweede boek, Ik ben vrij , aandachtig leest, ontdek je dat ze misschien toch minder naïef is. Het lijkt erop dat Gül de confrontatie met haar ouders en de islam op de spits dreef in de hoop zo een breuk te forceren. Zelf slaagde ze er namelijk niet in om weg te gaan: ze was als een gevangene die de sleutel op zak heeft, maar die niet durft te gebruiken. In Ik ben vrij schrijft Gül - en je schrikt even als je het leest - dat ze nog thuis woonde toen haar debuut verscheen. Haar ouders wisten van niks. Sterker nog, de tv-optredens over haar boek deed ze stiekem.
De scène waarin Gül terugkomt van een uitzending en wordt opgewacht door haar moeder is heftig. “Jij bent mijn kind niet!”, schreeuwt die haar toe. “Ik heb jou niet gebaard!” Ze slaat Gül woest met haar schoen, schopt haar tegen de schenen. “Het is één grote wirwar aan gekrijs, gescheld, geschreeuw en gehuil”, schrijft Gül, die haar tirannieke moeder in haar debuut een takkewijf noemt, een “Khomeini met een kut”. Gül schreeuwt de buren wakker en weet te ontsnappen. Het is drie uur 's nachts, haar mobiele telefoon is bijna leeg en ze kan nergens heen. De vrijheid waar ze zo naar smachtte, blijkt niet bepaald een sprookje: terwijl media de rode loper voor haar uitrollen, gaat het privé slecht.
Gül voelt zich eenzaam, futloos, verward. Ze vult haar dagen met junkfood, alcohol, roken, netflixen en “rondseksen”. Ik ben vrij weerspiegelt die onrust. Er zit nauwelijks een rode draad in. Het boek bevat beschrijvingen van gesprekken met haar psycholoog, herinneringen aan haar oude leven, een brief aan haar dertien jaar jongere zus, een column over gastvrijheid, een verslag van een bezoek aan een seksclub in Valencia. Voor de fans van haar eerste boek: Gül is nog altijd grofgebekt. Alleen komt de brutaliteit hier niet tot haar recht.
In Ik ga leven gaat Gül te werk als een klokkenluider die de vuile was buiten hangt: ze neemt geen blad voor de mond. Was dat de kracht van haar debuut, dan is die kwaadheid nu hinderlijk. Wanneer ze in Ik ben vrij haast als een gids vertelt hoe de islam in elkaar zit en wat echte vrijheid is, zit de boosheid haar in de weg. Het helpt niet om iedereen die het niet eens met je is weg te zetten als achterlijk. Niet elke gesluierde vrouw is een “babycontainer, gratis sekswerker, kok en huishoudster”. En zoals de aangrijpende boeken van de Jamaicaanse Safiya Sinclair en de Amerikaanse Tara Westover, Hoe je Babylon zegt (2023) en Leerschool (2018), laten zien, is opgroeien in een onderdrukkende omgeving niet uniek voor de islam: Sinclair ontsnapte aan de rastafari-beweging, Westover aan haar mormoonse gezin.
Bijna aan het einde van Ik ben vrij vermeldt Gül een ontmoeting met een vijftigjarige vrouw na een lezing in Italië. Ze vertelt Gül dat ze haar doet denken aan een gezegde: “Een kind dat niet wordt omarmd door zijn dorp, zal het platbranden om diens warmte alsnog te kunnen voelen.” “Heb ik ook gedaan,” zegt de vrouw, “nu ben ik bedaard.” Gül beschouwt het als een compliment. Het lijkt vooral milde, goedbedoelde kritiek: een aanmoediging om, nu ze haar vrijheid heeft verworven, de tijd te nemen om te helen en haar ideeën over de islam rustig te laten rijpen. Misschien kan Gül dan in de toekomst fundamentalistische ideologieën te lijf gaan met een scalpel in plaats van met de bijl.
368 blz., € 22,95 (e-boek € 13,99).
Bo van Houwelingen
2/ei/25 m
'Beste heer Spijkers, mijn naam is Lale Gül. Ik ben 23 jaar en studeer Nederlands aan de Vrije Universiteit. Ik heb een boek geschreven over mijn leven als ex-moslima in een streng religieus islamitisch gezin en ik weet eigenlijk zeker dat dit een goed boek is en gewaardeerd wordt, want ik heb het idee dat er nog maar weinig boeken zijn in de Nederlandse literatuur over de problematiek en onderdrukking van moslimvrouwen. Of de spagaat die ze voelen tussen twee tegenstrijdige culturen. Ik zou eigenlijk bijna willen zeggen dat ik de enige ben vanuit een vrouwelijk perspectief. Bijgevoegd vindt u mijn manuscript. PS. Ik weet zeker dat dit uw volgende bestseller wordt. Als ik geen reactie krijg binnen twee weken, mail ik De Bezige Bij. Met vriendelijke groeten, Lale Gül.'
Met deze mail aan Mai Spijkers van uitgeverij Prometheus begon de schrijfcarrière van Lale Gül (1997), die in 2021 debuteerde met de autobiografische roman Ik ga leven. En ze kreeg gelijk, het werd inderdaad Spijkers' volgende bestseller. Inmiddels zijn er meer dan 325 duizend exemplaren van het boek verkocht, is het onder andere in het Engels, Frans, Duits en Italiaans vertaald en zijn de filmrechten verkocht. Gül won de NS Publieksprijs en werd benoemd tot Nederlander van het Jaar. Ze kreeg een column bij Het Parool en werd een veelgevraagd spreker.
Maar al direct na haar eerste televisieoptreden bij Op1, waarin ze vertelt over haar boek en over haar leven, begint ook de ellende. Als de schrijfster 's avonds thuiskomt, wacht daar een woedende familie; hoe kan ze de gemeenschap zó te schande maken. Als de situatie escaleert, vlucht Gül naar buiten. Daar staat ze, midden in de nacht, ergens op straat in Amsterdam-West, met nog 2 procent batterij op haar telefoon. In een opwelling belt ze de burgemeester, die haar eerder al op het hart gedrukt heeft te bellen in geval van problemen. Wonder boven wonder neemt Femke Halsema op en regelt diezelfde nacht nog een onderduikadres.
Over wat er nog meer gebeurde in de drie jaar na de publicatie van Ik ga leven gaat Güls tweede boek, Ik ben vrij (waar het predicaat 'roman' inmiddels niet meer op staat). Het is een ingewikkelde periode. Gül heeft eindelijk de vrijheid waarnaar ze zo verlangde; ze kan zich kleden zoals ze wil, omgaan met wie ze wil, genieten van wijn, topless zonnen - niets is te gek. Maar het valt haar zwaar echt te genieten van die vrijheid; ze wordt bedreigd en door haar familie verstoten. Ook moet ze leven met de wetenschap dat ze het leven van haar 10-jarige zusje in één klap veel zwaarder heeft gemaakt: haar toch al strenge ouders zullen nóg strenger worden ('om een tweede Lale te voorkomen') en het meisje wordt op haar islamitische school, 'als zusje van', veracht.
Depressief zit Gül thuis, ze drinkt en laat ongezond eten bezorgen. Ze ziet bijna niemand meer, durft zich amper in het openbaar te vertonen en heeft al helemaal geen energie voor publieke optredens. Tot ze bij een psycholoog aanklopt. Daar gaat het over haar jeugd, de liefdeloosheid - nooit een knuffel, nooit een blijk van trots, geen troost - maar ook over de handvol fijne momenten: een kaartspelletje met vader, moeder die een bord gepelde mandarijntjes voor haar neerzet, de gezellige familiebarbecues.
De echte problemen ontstaan als Lale in de puberteit komt en ze ineens allerlei regels krijgt opgelegd. Ze wordt gedwongen zich anders voor te doen dan ze is - een vrome moslima in plaats van een intelligente, levenslustige studente - en dat is op den duur niet langer vol te houden.
De sessies bij de psycholoog worden afgewisseld met de beschrijving van een aantal gebeurtenissen: de eerste keer Kerst vieren met een échte kerstboom, een avontuur in een seksclub, een lezing in het buitenland. Maar vooral met allerlei gesprekken, onder andere met haar scharrel, geliefde en gay best friend.
Het zijn vaak lange dialogen, enigszins essayistisch uitgewerkt. Over de islam en religie in het algemeen, vrouwenemancipatie, vrijheid van meningsuiting, de moslimgemeenschap, de Koran, verlichting, individualisme - kortom, alle onderwerpen die Gül ook al aankaartte in Ik ga leven. Dát boek leek geschreven te zijn door een overijverige ambtenaar met een abonnement op synoniemen.net. Vrijwel elk gangbaar woord was vervangen door een moeilijker alternatief. Consequent koos Gül voor woorden als 'eveneens', 'terstond' en 'derhalve', waar ze ook het vlottere 'ook', 'meteen' en 'daarom' had kunnen gebruiken. Het leidde af van de in principe sterke inhoud.
In Ik ben vrij is het gelukkig klaar met die malligheid. Nog steeds is Gül geen meesterstilist, nog steeds struikel je over de clichés ('er kwam veel op me af', 'het viel rauw op mijn dak', 'de druk was enorm'), maar dit boek is op z'n minst leesbaar, ik zou bijna zeggen: vlot geschreven. Haar argumenten tegen een letterlijke interpretatie van de islam en de hypocrisie van de moslimgemeenschap zijn helder uitgewerkt, zéker in de ontroerende en toegankelijke brief die ze aan haar zusje Defne schrijft.
Daarin beschrijft ze punt voor punt haar bezwaren tegen onder andere het dragen van een hoofddoek, onvrije partnerkeuze en maagd moeten blijven tot het huwelijk. 'Wij vrouwen hebben ook gevoelens, verlangens, willen verliefd worden en seksueel experimenteren. Wij hebben ook gierende hormonen en een geslachtsdeel dat hunkert om af en toe een hoogtepuntje mee te maken. Het grappige is dat men doet alsof vrouwen die verlangens niet hebben: ik weet zeker dat een moslima die besluit maagd te blijven tot aan het huwelijk, maar wel een vibrator in haar nachtkastje heeft om af en toe klaar te komen, haar ouders ook een hartaanval bezorgt.' Integraal uitgeven en op elke middelbare school uitdelen, die brief.
Al valt Gül op den duur wel in herhaling. Wéér een tirade tegen het simplistische denken van de mensen die haar aan- en afvallen. Maar ja, zolang ze nog steeds bedreigd wordt, is het kennelijk nog niet tot iedereen doorgedrongen dat Lale Gül toch echt mag schrijven wat ze wil. Dus zit er voor haar niets anders op dan precies dát te doen en die boodschap te blijven herhalen.
Prometheus; 368 pagina's; € 22,95.
Bookarang
Een openhartig relaas van schrijver Lale Gül over de kracht van individuele vrijheid, de prijs van authenticiteit en de moed om tegen de stroom in te zwemmen. Het boek beschrijft de eerste jaren van Güls nieuwe leven na het verlaten van haar streng religieuze gemeenschap. Met haar boek ‘Ik ga leven’ verwierf ze succes, prijzen en vrijheid, maar ze kreeg ook bedreigingen en afwijzingen van haar familie en de moslimgemeenschap. Dit boek is een reflectie van haar bestaan als succesvol schrijver en tegelijkertijd als afvallige, waarin ze de hoge prijs die ze voor haar vrijheid heeft betaald, onderzoekt. In zeer persoonlijke, aangrijpende en openhartige stijl geschreven. Met enkele zwart-wit illustraties. Geschikt voor een brede tot literaire lezersgroep . Lale Gül (1997) is een Nederlands-Turkse schrijver en columnist. Haar debuutroman ‘Ik ga leven’ uit 2021 werd lovend onthaald en won dat jaar de NS Publieksprijs.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.