Ik ga leven
Lale Gül
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Luisterpunt, 2021 |
VERDIEPING 2 : BATAVIA : DAISY : GUL |
Bo Van Houwelingen
rt/aa/20 m
Ze zijn slim, jong en brutaal en ze hebben er genoeg van dat anderen bepalen wie of wat ze moeten zijn: Sofie Lakmaker (26) en Lale Gül (23). Twee twintigers uit Amsterdam die vrijwel gelijktijdig debuteerden, elk met een hoogstpersoonlijke, autobiografische roman waarin ze de ontwikkeling van hun identiteit beschrijven. Güls alter ego Büsra ontpopt zich in Ik ga leven van een vroom moslimmeisje tot een (min of meer) vrijgevochten vrouw zonder hoofddoek, Lakmaker in De geschiedenis van mijn seksualiteit van een (min of meer) heteromeisje met lang blond haar tot een lesbische vrouw met een kort koppie. Ze vertellen over hoe ze zich losmaken van verwachtingen en vooroordelen, over de frictie die de transformatie teweegbrengt en over hun eenzaamheid en twijfels. Razend eerlijk doen ze dat, en vooral: met een grote bek, helemaal zoals je van grootstedelijke millennials zou verwachten.
En toch is er een wereld van verschil. Een verschil dat begint bij hun slaapkamers. Lakmakers slaapkamer bevindt zich in een koophuis in het chique Amsterdam-Zuid en staat vol met 'honderden uitgaven' van Sigmund Freud. Ze groeit op in een intellectueel gezin en kent schrijvers en uitgevers (haar halfbroer Daniël van der Meer is ook haar uitgever). En nu heeft Lakmaker een debuut geschreven waaruit bijna achteloos veel zelfvertrouwen spreekt, alsof schrijven niet haar tweede maar haar éérste natuur is.
Haar grote kracht is de vertrouwelijkheid die ze creëert tussen haarzelf en de lezers, die ze heel direct aanspreekt ('tegen jullie durf ik al deze dingen te zeggen'). Je hóórt haar praten, met een verveeld maar ook vermakelijk idioom dat in de tekst veelvuldig gecursiveerd is: 'Het ging niet meer, weet je wel?' Of: 'Nou, daar had ik dus echt geen zin in.' Lakmaker is een goede vriend met wie je uren zou willen ouwehoeren over seks, voetbal en het leven. Ze is ook iemand voor wie je een beetje bang bent, met Ik, Jan Cremer-achtige bravoure over hoe ze 'een hele grote' zal worden en al haar grappige kutopmerkingen. Net voordat je je begint te ergeren aan alle gein en grootspraak toont Lakmaker haar kwetsbaarheid die - heel knap - nooit koket aandoet. En op het moment dat je denkt: allemaal leuk en aardig, maar wat is nou eigenlijk je probleem, Lakmaker, is daar het laatste, prachtige hoofdstuk, dat alles in een ander licht zet. Het op het eerste oog lichte egodocument krijgt een gelaagde, rauwe zwaarte waar je nog een tijdje beduusd van bent.
De slaapkamer van Lale Gül bevindt zich in een kleine sociale huurwoning in Amsterdam-West (een stadsdeel dat zo'n beetje het tegenovergestelde is van Zuid). In haar ouderlijk huis is op de Koran na geen boek te vinden. Güls ouders zijn praktisch analfabeet. 'Ik werd niet blootgesteld aan verfijnde taal of intrigerende en uitdagende gesprekken', schrijft ze. En misschien is dat de (wrange) reden dat haar stijl zo onnatuurlijk aandoet. Güls lange, wollige zinnen, vol onnodig moeilijke synoniemen voor makkelijke woorden ('repugnant' in plaats van smerig, 'eminent' in plaats van goed, 'bekoorlijkheid verstrekkende gloeilampen' in plaats van zonnebank - om er maar een paar te noemen) hebben het krampachtige van iemand die uit alle macht wil bewijzen dat ze kan schrijven. Het levert overgecompliceerde formuleringen op waaruit alle gevoel, alle zeggingskracht en soms ook alle begrijpelijkheid verdwenen is.
Waar Lakmaker je met haar taal naar zich toe trekt, duwt Gül je juist weg: 'Ik occupeerde me derhalve veelal met het pogen om het tij te keren.' Of: 'Waar ik vroeger alles wat de verwekkers en de zedenpredikers verkondigden voor waarheid aanzag en onmiddellijk ter harte nam, bemerkte ik dat dat met de dag minder vanzelfsprekend werd naarmate ik opgroeide.' Als alter ego Büsra ruziet met haar moeder, beschrijft Gül dat zo: 'Grievende en onterende verwensingen vallen menigmaal.' Is dat ruzie? In brieven van de Belastingdienst zit meer emotie. Het wemelt sowieso van de ambtelijke taal. Consequent kiest Gül voor woorden als 'eveneens', 'terstond' en 'derhalve', waar ze ook het veel vlottere 'ook', 'meteen' en 'daarom' had kunnen gebruiken.
Het is een cliché, maar: hier had een redacteur écht moeten ingrijpen. Een goede redacteur weet óók dat je het woordje 'immers' in negen van de tien gevallen gewoon kan schrappen. Dat Gül dat niet weet en kwistig met het stopwoordje strooit, kun je haar, als jonge debutant, eigenlijk niet kwalijk nemen.
Misschien onderschat ik de schrijver en is het archaïsche, overijverige taalgebruik een bewuste keuze, waarmee Gül zich nog eens extra afzet tegen haar afkomst en ongeletterde ouders. Gebruikt ze zo veel woorden als wapen tegen degenen die haar monddood willen maken. Daarmee brengt ze echter een andere ambitie in gevaar: Gül wil 'een steen in een vijver' gooien, rimpels veroorzaken, iets in beweging zetten. Maar veel lezers voor wie Gül een inspirerend voorbeeld zou kunnen zijn, zullen het boek na een paar hoofdstukken waarschijnlijk murw gelezen wegleggen. Dat is jammer, want Güls relaas over hoe zij zich ontworstelt aan de dogma's van de islam getuigt van moed waarvan je iedereen iets zou willen meegeven.
Terwijl er af en toe wel degelijk een zinnetje schittert dat verraadt dat Gül heel scherp kan zijn ('Als fundamentalisten van een religie een probleem zijn, zou je wellicht kunnen stellen dat er wat mis is met de fundamenten'). Haar vele verbasteringen van gangbare uitdrukkingen zijn vaak vrolijkmakend; bij Gül wordt niet de handdoek maar de hoofddoek in de ring gegooid. Dit is talent dat met oefening, ervaring en goede begeleiding tot bloei kan komen.
Na talloze bedreigingen, intimidaties en ruzie met haar familie heeft Gül in een interview met de Volkskrant gezegd te stoppen met publiceren en dat is hoe dan ook een tragedie. Schrijver of niet, het is haar gegund uiteindelijk zélf te bepalen wie of wat ze is.
Sofie Lakmaker: De geschiedenis van mijn seksualiteit
****
Das Mag; 223 pagina's; € 22,50.
Lale Gül: Ik ga leven
***
Prometheus; 304 pagina's; € 20.
Norma Montulet
Debuutroman van Lale Gül (1997) die de lezer een kijkje geeft in de steng-islamitische gemeenschap waarin zij opgroeide. Ze schreef een verhaal dat gebaseerd is op haar eigen leven en beschrijft het leven van een Amsterdams meisje dat zich ontworstelt aan haar milieu. Onopgesmukt maar ook met gevoel voor humor vertelt Gül over het leven van een jonge vrouw die deel wil uitmaken en deel moet uitmaken van de samenleving waarin ze opgroeit, maar die anderzijds te maken heeft met ouders, familie en vrienden die niet willen dat ze naar muziek luistert of films kijkt, die niet willen dat ze met jongens omgaat en die nauwelijks Nederlands spreken. De belevenissen van de ‘ik’ worden afgewisseld met bespiegelingen over de Koran. Uit haar woordkeuze blijkt duidelijk dat ze niet bepaald te spreken is over de regels en de wetten van de islam en ook niet over haar ouders die blindelings aan die regels gehoorzamen. Het boek toont de lezer hoe problematisch het leven kan zijn van iemand die tussen twee zulke andere culturen moet laveren. Geschikt voor een breed lezerspubliek dat geïnteresseerd is in de problemen van islamitische meiden die opgroeien in Nederland tussen twee culturen in. Winnaar NS Publieksprijs 2021.
Lieke Kézér
rt/aa/13 m
Lale Güls autobiografische roman Ik ga leven eindigt met de woorden: 'Wordt (waarschijnlijk) vervolgd.' Toen ze ze schreef wist ze nog niet dat haar debuut zo veel los zou maken: mooie woorden van collega-auteurs, interviews, televisieoptredens, een vliegende start in de bestsellerlijst. Maar ook een stortvloed aan haatdragende berichten en bedreigingen. Güls ouders emigreerden in de jaren negentig van Turkije naar Amsterdam, maar ondernamen geen enkele poging tot integratie. In Ik ga leven schrijft Gül, die tot haar zeventiende ieder weekend naar een Koranschool van Stichting Milli Görüș moest, over de islamitische gemeenschap waarin ze is opgegroeid. Ze laat hoofdpersonage Büsra het woord voor haar doen. Een bewuste keuze; zouden haar ouders, die geen Nederlands spreken, toch wat meekrijgen over de inhoud van haar boek, dan zou ze altijd kunnen zeggen dat ze het verhaal verzonnen had, zo vertelde ze in een interview. Verwarrend is het wel, Güls beeltenis vult het omslag en op de achterflap wordt gesproken van een 'ongekend eerlijk relaas'.
Büsra is twintig, een volwassen vrouw die wordt gegijzeld door haar geloof, die leeft met het vooruitzicht op het eeuwige vuur. Muziek mag niet, daten is verboden, ze mag zich niet leuk kleden, zich niet opmaken, ze mag 's avonds niet naar buiten, geen foto's plaatsen op sociale media, geen verjaardagen vieren, niet uitgaan, geen films en series kijken waarin wordt gezoend; de lijst met verboden is ellenlang. "Wat is er dan nog vermakelijk in het leven? Of is het niet de bedoeling dat je je vermaakt? Moet ik leven als een kamerplant? Moet ik naar school en naar mijn werk en doen alsof ik die gevoelens en verlangens niet ervaar, terwijl ik om me heen overal jongens zie die wel de vrijheid hebben daaraan toe te geven? Moet ik dan vervolgens in een huwelijk treden waar alle seks uit is geramd nog voordat het begonnen is, omdat mijn verwekkers een volstrekt humorloze, bloedeloze, en Koranvaste lul voor mij hebben uitgekozen met zo'n verbeten kop bij elke ongehoorzaamheid mijnerzijds, omdat hij opgevoed is met het idee dat hij vrouwen moet bestieren?"
Gül schuwt niets, ze wisselt gedichten af met betogen en pornografische scènes en verhaalt zonder terughoudendheid over de ruzies met haar moeder die steeds verder uit de hand lopen ("Potentaat karbonkel, die ik ook wel moeder noem; de belichaming van het kwaad, de tiran van het nest, een virus waartegen geen kruid gewassen is, een vrouw die tot haar kruin is gevuld met haat en wrok jegens mij, de aanstichter van alle molest en de oorzaak van mijn tragedie"). Veel structuur geeft ze haar boek niet mee, wat het idee versterkt dat het in één woedende zucht geschreven is; een hartstochtelijk relaas over wat het betekent om in een spagaat te zitten tussen twee culturen, tussen het imago van de hoer en de maagd. Gül is giftig, grof gebekt en grappig, maar ook kwetsbaar. Want waar zijn haar lotgenoten? "Niemand ervaart mijn problemen, lijkt het wel, zij leggen zich neer bij de regels. Niemand die óók worstelt met die hoofddoek. Niemand die óók stiekem een blank vriendje heeft. Niemand die óók liever op het strand ligt in een bikini. Niemand die óók elke dag ruzie heeft met haar verwekkers. "
Hamerslagen
Gevangen zitten tussen twee culturen maakt eenzaam, zo leren we ook uit De atlas van overal van Deniz Kuypers. In een van zijn vroegste herinneringen achtervolgt zijn vader zijn moeder met een hamer. >> >> Zij sluit zich met haar dochtertje op in het toilet. "De hamer raakte de deurkruk, vonken vlogen om mijn oren", schrijft Kuypers. "De slagen dreunden door het huis, door mijn hoofd, door mijn hele lichaam." Nog een beeld dat hij nooit zal vergeten: zijn vader die zijn zus Suzan probeert te wurgen omdat ze te laat thuisgekomen is.
Kuypers vader kwam in de jaren zestig vanuit Turkije naar Nederland. Een man met een academische achtergrond die het werk hier geestdodend vond. In Turkije had hij een vrouw en zes kinderen, in Nederland ontmoette hij Kuypers' moeder met wie hij nog twee kinderen kreeg.
Zodra hij oud genoeg was verliet Kuypers het ouderlijk huis en begon aan een zwervend bestaan. Hij verbleef in Amsterdam, in Florence, San Diego, Los Angeles en Denver en woont nu in San Francisco. Met iedere verhuizing liet hij zijn vrienden en spullen achter en verschroeide zijn oude leven. Maar nu is er een gezin, een vrouw en twee kinderen, en de rusteloosheid wil van geen wijken weten, de Amerikaanse droom blijkt toch niet zo sprankelend. Kijkend naar zijn spelende kroost vraagt hij zich af wat zijn vader ertoe bewoog zijn kinderen te slaan en te intimideren. En hij is bang: "Mijn vader was teleurgesteld in wat Nederland hem had beloofd en wat hij zich had verbeeld toen hij Turkije verliet. Nu ik zelf vader én emigrant ben is mijn grootste angst dat ik hierin op hem zal gaan lijken. Stel je voor: je zet alles op het spel en verlaat je geboorteland om het ergens anders opnieuw te proberen, maar dat blijkt niet genoeg te zijn, je bent nog steeds niet tevreden".
Deniz Kuypers schreef eerder de goed ontvangen romans Dagen zonder Dulci en Het ruisen van de wereld en toonde zich een geboren schrijver die de gevoelswereld van zijn personages grondig verkent. In zijn derde (autobiografische) roman gaat hij op zoek naar zijn vader. "Mijn vader was niet altijd de monoliet die thuis op de bank zat te lezen, te roken en te schelden. Dat werd hij. Maar onderweg was hij een dozijn andere mannen, en die probeer ik te vinden." Het is geen gemakkelijke zoektocht, zijn vader laat het verleden liever rusten, er is bovendien sprake van een taalbarrière (Kuypers spreekt geen Turks, zijn vader amper Nederlands) en zijn moeder is bang dat haar zoon de familie door het slijk haalt, moet hij nou écht een boek schrijven over kwesties die zo gevoelig en privé zijn? Dat vraagt Kuypers zichzelf ook regelmatig af tijdens het schrijfproces, zo lezen we. Het leven van zijn vader wordt gekenmerkt door grote verliezen, mag hij daarover schrijven, ook al kent hij de details niet en zal hij verhalen soms moeten fictionaliseren? Ja, besluit hij, het advies van Philip Roth in acht nemend dat je als schrijver 'schaamteloos' moet zijn.
Genadeloos eerlijk
Het levert een genadeloos eerlijke en bovenal prachtige roman op, een monument voor zijn kinderen. "Ik wil mijn kinderen niet alleen op de aarde gezet hebben, ik wil ze kennen, en dat ze mij kennen. In tegenstelling tot mijn vader, die altijd boven me heeft gestaan, nooit naast me." Tijdens de presentatie van zijn boek vertelde Kuypers nog niet geheel bevrijd te zijn van zijn rusteloosheid. Er zijn nog zo veel vragen, hij sluit niet uit dat zijn volgende romans ook autobiografische elementen zullen bevatten. Of Güls boek wordt vervolgd is nog maar de vraag. Een tweede boek staat al in de steigers, maar haar ouders hebben haar verzocht niets meer te publiceren, ze zou haar familie ermee ten schande maken. <<
Lale Gül, Ik ga leven, Prometeus; 304 blz. € 20,00.
Deniz Kuypers, De atlas van overal, Atlas Contact; 376 blz. € 22,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.