The shutter of snow
Emily Holmes Coleman
Emily Holmes Coleman (Auteur), Lisette Graswinckel (Vertaler), Claire-Louise Bennet (Nawoord)
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Uitgeverij Orlando, © 2023 |
VERDIEPING 3 : NIEUW DUIZENDZINNEN : COLE |
Alexandra De Vos
rt/aa/16 m
Emily Holmes Coleman (1899-1974). Die naam zegt u waarschijnlijk niets. Maar in het Parijs van 1930 was ze een bekende verschijning, bevriend met Amerikaanse en Engelse expats. Komen voorbij in haar dagboeken: Ernest Hemingway (“hij heeft geen greintje fantasie”), T.S. Eliot, Peggy Guggenheim en Djuna Barnes. Allemaal maakten ze kennis met Emily Holmes, een emotionele wervelwind van een vrouw die volgens getuigen het verkeer kon stoppen met haar prachtige figuur en goudblonde haar. Ze was overtuigd van haar genie en wachtte op de bloei van haar schrijftalent, maar behalve wat gedichten in tijdschriften, een societycolumn in The Chicago Tribune en één autobiografische roman publiceerde ze niets.
Die roman, Het luik van sneeuw (1930), is nochtans ook een emotionele wervelwind, geschreven in een moderne, gefragmenteerde stijl. Het onderwerp was gewaagd maar en vogue bij surrealisten: vrouwelijke waanzin. Niet dat Holmes Coleman per se modieus wilde zijn. Ze schreef over de psychose die ze zelf had doorgemaakt. Na de geboorte van haar zoontje had Emily kraamvrouwenkoorts gekregen, een ziekte die haar hallucinaties bezorgde en agressief maakte. Haar man liet haar opsluiten in de vrouwenafdeling van het gesticht Rochester State Hospital.
Grotesk
Emotionele zorg, gesprekstherapie en medicatie, gezelschap van haar pasgeboren baby: alles waar een vrouw in die fragiele toestand behoefte aan zou kunnen hebben, is afwezig in het gesticht waar Het luik van sneeuw zich afspeelt. In de plaats daarvan krijgt Emily kippengaas boven de deur, spijlen voor de ramen, een bed met een spanlaken, een soort dwangbuis waarin ze wordt “ingebakerd als een Franse pop” als ze zich niet gedraagt. En buiten is het koud en wit: “Een lawine van sneeuw hoopte zich op en viel en begroef de zon.”
Samen met Emily wordt op de afdeling een allegaartje vrouwen geïnterneerd. Tijdens het gedwongen baden - ingenaaid in stroken stof zodat de baadster niet kan ontsnappen - ziet Emily ze voorbijtrekken: “Gedaanten stuk voor stuk grotesk. Met borsten die niet pasten en rottende ellebogen.” Ze sluit vriendschap met de Franse Mary, jong en mooi en treurend om dode puppy's, haar bobkapsel in bad dobberend boven de dwangbuis. En dan zijn er de verpleegsters “als actrices op het witte doek, met dienbladen, met felrood gestifte lippen”. Ze zijn niet bepaald wreed, maar wel onverschillig voor Emily's behoefte aan praten, aan begrip. Haar keel voelt “verschroeid als oud brood”, terwijl ze blijft vertellen over haar baby die ze dood waant, over Jezus Christus die in haar is wedergeboren, over het verlangen naar haar man, naar haar kleren en boeken - want alles is haar afgenomen. “Als de laatste lettergreep is verteld zou het allemaal voorbij zijn. Op dat moment zouden alle graven worden opengeworpen en zouden alle geliefden liefhebben.”
Maar Emily's vrijheid moet verdiend worden, door stilte en onderdanigheid, door een gestage klim van “beneden”, waar de isoleercellen zijn, naar “boven”, naar de westelijke vleugel waar de dames meer vat hebben op de werkelijkheid en zich airs geven tegenover het “verdorven en ontuchtig gebroed” beneden.
Voor ontucht is er geen gelegenheid, maar er wordt duchtig aan haren getrokken, met borden gegooid en er worden polsen verdraaid, alsof het gesticht bevolkt wordt door een bende stoute kostschoolmeisjes. Emily boent vloeren en vleit de dokters tot ze eindelijk weer in het koude zonlicht mag stappen, klaar voor een leven als echtgenote en moeder.
Verontrustend
In haar nawoord bij Het luik van sneeuw heeft Claire-Louise Bennett het over “zeldzaam prachtig en verontrustend proza”. Dat is het ook. Originele beelden buitelen over elkaar heen, het vertelperspectief verspringt van de eerste naar de derde persoon, alsof je in het hoofd zit van een vrouw die met de scherven van haar oude werkelijkheid een nieuw bewustzijn bouwt. Het boek zit vol motieven van kou, sneeuw en wedergeboorte (“Mary's geest was nieuw, hij glansde als hoge scheermessen”). En naast de horror van waanzin, van verlorenheid in tijd en ruimte is er de altijd weer opverende vitaliteit, een energie die Emily typeerde en die haar vrienden “exuberant” noemden.
Zo is Het luik van sneeuw minder een aanklacht tegen het systeem - al wordt Claire-Louise Bennett er nu nog kwaad van in Emily's plaats - dan een ode aan leven en overleven. Emily werd trouwens 75, ze stierf in een klooster na twee huwelijken en vele affaires. Het luik van sneeuw werd in de jaren 30 niet begrepen, haar literaire carrière kwam nooit van de grond. Ook in vertaling blijft de roman wild en origineel, poëtisch en exuberant. Misschien is één zo'n boek een hele schrijverscarrière waard.
Vertaald door Lisette Graswinckel. Orlando, 188 blz., € 22,99 (e-boek € 14,99) Oorspr. titel: 'The shutter of snow'.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.