De smalle weg naar het verre noorden
Matsuo Bashō
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Athenaeum-Polak en Van Gennep, 2023 |
VERDIEPING 3 : NIEUW DUIZENDZINNEN : BASH |
Lotte Dodion
em/ec/23 d
Ziet u hoe links van deze letters een lichtgroene vlakte begint, een eindeloos rijstveld zover je kan kijken? En merkt u hoe de rechtermarge de branding van de woelige zee voor Sadō wordt? Hoe de beboste Inaba-berg oprijst uit de bovenkant van dit blad en de onderkant verandert in een aarden pad waarover nu een schim komt aangewandeld?
Die schim, in lang gewaad en op sandalen, is de Japanse haikudichter Matsuo Bashō. Eenzaam van het verre reizen, wenkt hij ons om in zijn spoor dwars door zeventiende-eeuws Japan te trekken.
#1
De maan zal u gidsen:
deze kant op, meneer, als
u een herberg zoekt.
“Nooit met onbekende mannen meegaan”, hoor ik u denken, maar nu mag het: reisgezel Matsuo Bashō (1644-1694) is de bekendste haikudichter aller tijden. En de vertaler die als tolk mee op pad gaat, is de beslagen Jos Vos. Zijn vertalingen van Japanse klassiekers als Murasaki Shikibu's Het verhaal van Genji en Sei Shonagons Hoofdkussenboek zijn subliem. Als lezer - want de reis waarop je door Bashō wordt uitgenodigd, is er een per boek - ben je in meer dan goed gezelschap met dit duo.
Mocht u twijfelen om aan dit leesavontuur te beginnen omdat u bijvoorbeeld geen tijd hebt voor poëzie, weet dan dat haiku u gegarandeerd goed zal doen. Deze kleine, drieregelige versvorm is pure, geconcentreerde aandacht. Het is een vorm van ademhalen via taal. Haiku's lezen is zoiets als een mentale frisse neus halen. Altijd deugdelijk, bij uitstek tijdens grote drukte.
Wie op de uitnodiging van Bashō ingaat, staat een pracht van een tocht te wachten. Je doorkruist landschappen met pijnbomen, tempels, plensbuien, modderwegen, sakétoasts en cicade-orkesten. In zijn Verzamelde haiku's volg je een chronologisch, meanderend pad door 975 haiku's. Grappig, melancholisch, speels of bloedserieus, de toon verandert met de seizoenen mee.
Zoals Bashō vaak niet wist waar hij 's avonds zou slapen, zo weet je als lezer niet waar de volgende haiku je heen zal brengen. Onderweg pik je verrukkelijke weetjes op: waarom papieren karpers in de wind worden gehangen, dat de melkweg de 'Zilveren stroom' heet of dat krekels maar tien dagen leven nadat ze tien jaar in een cocon hebben gewacht.
Je wordt deelgenoot van de evolutie die Bashō doormaakt: van zijn speelse vroege werk, bijdrages aan komische kettinggedichten, en haiku's uit reisverslagen naar later werk volgens het principe van 'karumi' (lichtheid). Twee voorbeelden van Bashō's speelse kant:
#134
In de zomerregen
zijn ooievaarspoten
ingekort.
#675
Is de drank op,
dan maken we een vaas van
het vierlitervat.
Bashō's verzamelde werk - voor het eerst verschijnen al zijn haiku's in het Nederlands - maakt duidelijk wat Vos in de inleiding aangeeft: dat het een diepgeworteld misverstand is dat Bashō 'zenpoëzie' schreef. Uit de gedichten blijkt dat hij zich niet in dat ene vakje laat stoppen. Humor, een vleugje brutaliteit, parodie, woordspel en radicale vernieuwingsgeest zijn kenmerken die minstens even goed, zelfs beter bij Bashō passen dan 'zen'.
Bovenal spreekt uit Bashō's werk een groot taalplezier en een indrukwekkende intertekstualiteit: zijn verzen zijn verkwikkelijk, spits en slim. De toelichting die Vos bij elke haiku voorziet, verduidelijkt welke referenties erin verwerkt zitten. Vos' uitleg trekt gordijntjes van taalnevel open en zet de verzen helder in het licht.
#791
Zo hoog staat het water
dat zelfs de sterren eenzaam
op de rotsen slapen.
Ongeveer een jaar geleden gaf ik in Tokio een haikuworkshop aan een groepje Japanners. Om het ijs te breken, zette ik mijn cultureel kapitaal in: ik liet Belgische pralines rondgaan om er - na het proeven - een haiku over te schrijven. Toen ik vervolgens vroeg hun Japanse haiku's naar het Engels te vertalen, liepen die 'vertalingen' telkens uit op minstens tien minuten uitleg over wat er allemaal aan betekenis in de gebruikte tekens vervat zat.
Een van de deelnemers was erin geslaagd niet minder dan zes (!) beelden in één haiku te verwerken: in zeventien tekens linkte ze cacao aan de Griekse mythologie, de Olympische Spelen, de bom op Hiroshima en aan twee klassieke gedichten. De ongelofelijke meerlagigheid van het Japans werd prachtig tastbaar. En tegelijk ook: de onmogelijkheid Japanse haiku's te vertalen.
Die ondoenlijke opdracht vervult Vos evenwel met verve. Hij kiest doorgaans voor vormvaste vertalingen die vlot lezen. Het zijn elegante versies, secuur en doordacht. En soms met een nieuwe twist: zo zijn er haiku's die ik eerder las, die me nu verrassen door een andere klemtoon.
Dankzij Vos' commentaar krijgen we een fascinerende blik achter de schermen: hij geeft zowel inzicht in de werkwijze van de dichter als in die van de vertaler. Dat de duiding regelmatig vele malen langer is dan de haiku zelf, is het krachtige bewijs van de enorme zeggingskracht van deze minivorm. Als lezer word je door de sociale, historische en culturele geschiedenis van Japan gegidst. Meer dan een sterke haikubundel is dit een poëtische Lonely planet avant la lettre.
“Je moet 1.000 haiku's schrijven om er één goede te hebben”, zou Bashō tegen een leerling hebben gezegd. Zelf staat de meester er statistisch gezien beter voor: uit de 975 haiku's die hij naliet, is het moeilijk slechts één favoriet te kiezen.
Met Vos hebben we een bekwame kenner van de Japanse taal en cultuur die veel zou kunnen betekenen voor de ontsluiting van minder gekende, tegendraadse, politieke, maatschappelijke, schurende en vrouwelijke haikustemmen die al sinds de zeventiende eeuw in de vertaalkou staan. Ze popelen om uit hun onbekendheid te worden verlost. En ik popel om met hen op pad te gaan. Er zijn nog zoveel stemmen, zoveel bestemmingen te ontdekken.
Vertaald en ingeleid door Jos Vos. Athenaeum-Polak & Van Gennep, 504 blz., € 35.
Albert Hagenaars
Deze uitgave van de verzamelde haiku’s van Matsuo Bashō (1644-1694), die het genre moderniseerde en zo mede de weg baande voor een ongekende internationale populariteit, vormt zowel een historisch als een sociaalcultureel document. Kosten noch moeite zijn gespaard om het wezen van de haiku te doorgronden en belichten. Vertaler Jos Vos, die eerder Japanse literatuur omzette, verzorgde de boeiende inleiding. Alle 975 verzen van meestal 5-7-5 lettergrepen komen chronologisch aan bod: 1) in Nederlandse versie, 2) als Japans origineel in ons alfabet en 3) in Japanse karakters, plus vrijwel allemaal 4) in een toelichting. Bovendien zijn o.a. kaarten, woordenlijsten, kalendergegevens, een bibliografie en overzicht van Bashō’s befaamde reizen opgenomen. Niet alle teksten komen literair over in het Nederlands: ‘De maan zal u gidsen: / deze kant op, meneer, als / u een herberg zoekt’. De meeste kennen echter sterke beelden en doordenkmomenten: ‘Voorzomerregen: / water genoeg om de waterval / te bedelven.’ In dit standaardwerk zullen allerlei soorten lezers zich graag verliezen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.